Komfovent C6.1 Elektrische Installation Und Bedienungsanleitung Seite 177

Flow control (Debietregeling). Modi voor debietregeling van toevoer- en uitlaatlucht zijn:
• CAV – Regelmodus Constant Air Flow (Constant luchtdebiet). De unit voert constante, door de gebruiker
ingestelde luchtvolumes aan en af, ongeacht de staat van vervuiling van de luchtfilters en de veranderingen
in het ventilatiesysteem.
Wanneer de luchtdebiethandhavingsmodus CAV (of DCV) is geselecteerd,
is er de mogelijkheid om het geleverde luchtdebiet en het uitlaatluchtdebiet met
+/-30% te corrigeren voor het werkelijke luchtdebiet dat door het apparaat wordt
ontwikkeld, indien de automatische kalibratie niet overeenkwam met het op het
bedieningspaneel ingestelde luchtdebiet.
Het corrigeren van het luchtdebiet mag uitsluitend worden
uitgevoerd als de werkingsmodus van het ventilatieapparaat
stabiel is. Het wordt aanbevolen de correctie uit te voeren
wanneer het ventilatie-intensiteitsniveau meer dan 50% is.
• VAV – regelmodus Variable Air Volume (Variabel luchtvolume). De unit voert het luchtvolume aan en af
afhankelijk van de ventilatiebehoeften in de verschillende ruimten, d.w.z. de constante druk in het systeem
wordt gehandhaafd met variabele luchtvolumes. Na het selecteren van de debietregeling VAV moet de
gebruiker voor elk van de vier modi de door het ventilatiesysteem gehandhaafde druk instellen.
• DCV – Directly Controlled Volume (Rechtstreeks geregeld volume). De luchtbehandelingsunit werkt op
dezelfde manier als bij modus CAV maar de luchtvolumes worden rechtstreeks gehandhaafd op basis
van de waarden van de analoge ingangssignalen B6 en B7 van de controller. Een signaal van 0 tot 10 V
op de betreffende ingang wordt geconverteerd op basis van het op dit moment gedefinieerde gewenste
luchtvolume. Als bijv. bij een unit met een maximaal luchtdebiet van 500 m3/h op het bedieningspaneel een
gewenste waarde (setpoint) van -250 m
ontvangt, voert de unit een constant luchtdebiet van 175 m
ste waarde). Hetzelfde geldt voor de uitlaatlucht, maar dan op basis van ingang B7.
UAB Amalva behoudt het recht om veranderingen door te voeren zonder dit vooraf kenbaar te maken
C6-17-08
Na het selecteren van de modus Balance (Evenwicht) wordt de temperatu-
urinstelling niet meer weergegeven.
Bij het voor de eerste maal inschakelen van de luchtbehandelingsunit
kunnen tot aan de voltooiing van het luchtdebietkalibratieproces de
weergegeven luchtdebieten afwijken van de werkelijke debieten. Het
aanpassingsproces kan maximaal een uur in beslag nemen voordat alle
parameters stabiel zijn geworden.
Voor deze functie zijn aanvullende VAV-sensoren vereist, die apart moeten
worden besteld. De aansluiting van de sensor wordt getoond in afb. 1.3b.
Wanneer u luchtdebietregeling VAV selecteert, wordt automatische re-
geling van de luchtkwaliteit uitgeschakeld. Met de knop AUTO wordt nu
de weekplanning voor werking ingeschakeld.
/h is ingesteld en ingang B6 een signaal met een waarde van -7 V
3
Bij de speciale modi KITCHEN (KEUKEN), FIREPLACE (OPEN
HAARD), OVERRIDE (OVERSTEMMEN) en HOLIDAY (VAKANTIE)
werkt de unit altijd uitsluitend in regelmodus CAV, ongeacht de geselec-
teerde modus voor debietregeling.
/h aan (gelijk aan 70% van de ingestelde gewen-
3
Luchtstroomhandhaving
Luchtstroomhandhavingsmodus
CAV
Correctie van geleverd
luchtdebiet
0 m /h
3
Correctie van uitlaatluchtdebiet
0 m /h
3
177