5
INSTALLATIE EN
INBEDRIJFSTELLING
5.1
Installatievoorwaarden
Installeer het apparaat op een vorstvrije, goed
•
geventileerde plaats.
Installeer het apparaat volgens de plaatselijk
•
geldende richtlijnen en voorschriften.
Sluit het apparaat aan op een 230 V / 50-60 Hz
•
voeding.
Installeer het apparaat als bypass op de
•
hoofdleiding van het systeem.
Installeer het apparaat bij voorkeur op de plaats in
•
het systeem met de laagste temperatuur. Hier bevat
de vloeistof de meeste opgeloste gassen.
Plaats in geval van sterk vervuilde systeemvloeistof
•
een vuilafscheider in de hoofdretourleiding van het
systeem.
Zorg voor een goed gedimensioneerd
•
expansiesysteem. Door de waterverplaatsing in het
apparaat kunnen drukschommelingen in het
systeem ontstaan. Houd rekening met een extra
netto expansievolume van minimaal 8 liter.
Controleer of de aansluiting van het
expansiesysteem de juiste maat heeft
(minimumdiameter ¾"/22 mm).
Zorg dat het bedieningspaneel altijd goed
•
bereikbaar blijft.
Houd minimaal de voor onderhoud en reparatie
•
aangegeven afstand aan.
•
600
5.2
Uitpakken
WAARSCHUWING
Hijs om beschadiging van het apparaat te
voorkomen het uitgepakte apparaat niet op.
Het apparaat wordt op een pallet geleverd.
8
1.
2.
600
3.
4.
Nederlands
Verwijder de banden.
Verwijder de verpakking.
A
B
A
Verwijder de bevestigingsmiddelen (A).
Verwijder de kap (B) van het apparaat.
Gebruikershandleiding - 1.0