Bijzondere Veiligheidsinstructies - EINHELL PS 13 Niro UKS Betriebsanleitung

Anleitung PS 13 Niro UKS_SPK7:_
Pos. 12 Zeskantschroef M6x12mm gegalvaniseerd
Pos. 15 Zeskantmoer M6 gegalvaniseerd
Pos. 18 Plaatje Ø 6,4 gegalvaniseerd
Pos. 20 Plaatje Ø 8,4
Pos. 21 Binnenzeskantschroef M8x30 gegalvaniseerd
Pos. 22 Rubberen opzetstuk
Pos. 23 Wiel
Pos. 24 Stopmoer M8 gegalvaniseerd
Pos. 29 Kantelschakelaar
5. Montage
5.1 Aanwijzingen
a) Voor de montage hebt u nog de volgende
gereedschappen nodig:
1 Platte open sleutel sw10, sw13
1 Inbussleutel 6 mm
1 kruiskopschroevendraaier
b) De schroefverbindingen pas dan aanhalen als alle
onderdelen volledig gemonteerd zijn.
5.2 Montagestappen
Aanwijzingen:
De positienummers in de tekst hebben
betrekking op de positienummers vermeld in
hoofdstuk 4.
De beschermende folie moet voor de montage
worden verwijderd. De verbindingsplaatsen van
deksel en ton voorzichtig met een mes ritsen en
aftrekken.
1. De houders (7) op de voet (8) plaatsen en
vastschroeven m.b.v. 6 zeskantbouten (12),
sluitringen (18) en 3 zeskantmoeren (15). (Detail
fig. A)
2. De kolom (4) in de schijf (5) plaatsen, het
rubberen opzetstuk (22) erover schuiven en
vastschroeven m.b.v. 3 cilinderkopschroeven
(10), sluitringen (18) en 3 zeskantmoeren (15).
(Detail fig. B)
3. De wielen (23) op de voetconsole (9) monteren
m.b.v. 2 binnenzeskantschroeven (21), 2
sluitringen (20) en stopmoer (24) (detail fig. G).
4. Op de voet (8) de voetconsole (9) vastschroeven
m.b.v. 2 zeskantschroeven (12), de
14.06.2010 11:01 Uhr
overeenkomstige sluitring (18) en 2
20 stuks
zeskantmoeren (15) (detail fig. F).
17 stuks
23 stuks
5. De eerder gemonteerde schijf (5) met kolom (4)
2 stuks
op de houders (7) plaatsen, schijf goed
vastschroeven met 6 zeskantschroeven (12),
2 stks.
sluitringen (18) en 6 zeskantmoeren (15). (detail
1 stuk
fig. C)
2 stuks
2 stks.
6. Ton met deksel (6) over de kolom (4) en over het
1 stk.
rubberen opzetstuk (22) schuiven.
7. De slang doorheen de kolom (4) leiden en de
volledige brander in de kolom boven (4)
vastschroeven d.m.v. de 3 zeskantbouten (12) en
de overeenkomstige sluitringen (18). (Detail fig.
D)
8. De reflector (1) op het brandergedeelte (2)
vastschroeven m.b.v. 3 zeskantschroeven (12)
en de overeenkomstige sluitringen (18). (Detail
fig. E)
9. Aansluiting op de gasfles zie hoofdstuk 7.
6. Veiligheidsinstructies
Overeenkomstig de geldende voorschriften dient
het toestel te worden geïnstalleerd en de fles met
vloeibaar gas te worden opgeborgen.
Het toestel niet bewegen terwijl het in werking is.
Voor het bewegen van het toestel dienen de
afsluiter van de gasfles of de drukregelaar dicht
te worden gedraaid.
De slangleidingen moeten binnen de opgegeven
intervallen worden vervangen.
Gebruik enkel de door de fabrikant opgegeven
soorten gas en flessen met vloeibaar gas.
Als het hard waait dient u er bijzonder op te
letten dat het toestel niet omkantelt.

6.1 Bijzondere veiligheidsinstructies

De fles met vloeibaar gas dient in een goed
verluchte ruimte van open vlammen (kaarsen,
sigaretten, andere toestellen met open vlammen)
te worden verwisseld.
Controleer of de dichting van de drukregelaar
correct is gemonteerd en zijn functie kan
vervullen.
Niet de verluchtingsopeningen van de berging
voor de fles met vloeibaar gas afdekken.
Seite 29
NL
29