In De Montagerail Hangen; Demontage Van De Montagerail; Elektrische Aansluiting; Aansluiting Van Het Laagspanningsgedeelte Met Busverbindingen - Buderus MCM10 Installationsanleitung

3
Installatie
B Boor gaten van Ø 6 mm en plaats de pluggen
( afb. 9).
7 746 800 090-05.1O
Afb. 9 Pluggen plaatsen
B Hang de module MCM10 aan de bovenste bevesti-
gingsschroef en bevestig deze met de onderste
schroeven aan de wand.
3.1.2

In de montagerail hangen

35 mm (DIN-rail 46277 og EN 60 715-TH 35-7.5).
Afb. 10 Montage op montagerail
3.1.3

Demontage van de montagerail

2.
7 746 800 090-12.1O
Afb. 11 Demontage van de montagerail
64
3,5 mm
3,5...5 mm
6 mm 6 mm
7 746 800 090-06.1O
1.
3.
3.2

Elektrische aansluiting

B Gebruik, rekening houdend met de geldende voor-
schriften voor de aansluiting, minimaal elektrische ka-
bel model H05 VV-... (NYM-I...).
B Geleid de kabels in verband met de bescherming te-
gen waterdruppels in elk geval door de voorgemon-
teerde tules en monteer de bijgeleverde
trekontlastingen
B Bekabeling bij voorkeur met 1-aderige draad. Als een
gevlochten draad (flexibele draad) wordt gebruikt, deze
draden van adereindhulzen voorzien.
B Voor het aansluiten van de kabel en de schroefklem-
men kunnen deze worden losgetrokken van de contact-
strip. Door de verschillende kleuren en mechanische
codering kunnen de kabelklemmen niet worden verwis-
seld.
3.2.1 Aansluiting van het laagspanningsgedeelte
met busverbindingen.
B Voer de bedrading uit conform het aansluitschema om
storingen te voorkomen. Verbind buskabels niet onder-
ling.
De toegestane minimale kabeldoorsnede van de 2-draads
busverbinding resulteert uit de lengte van de kabel:
Kabellengte [m]
< 80
80 - 100
100 - 150
150 - 200
Tabel 7 Verlenging van de busverbinding
B Om inductieve invloeden te vermijden: alle laagspan-
ningskabels gescheiden installeren van 230 VAC of
400 VAC kabels (min. afstand 100 mm).
B Als er inductieve externe invloeden zijn, moeten de lei-
dingen worden afgeschermd.
Daardoor zijn de kabels beschermd tegen externe in-
vloeden van bijv. krachtstroomkabels, bovenleidingen,
transfostations, radio- en televisietoestellen, amateur
radiostations, microgolfovens.
B Bij verlenging van de bedrading van de voeler moeten
de volgende draaddiameters worden gebruikt:
Kabellengte [m]
< 20
20 - 30
Tabel 8 Verlenging van de voelerkabel
2
Min. doorsnede [mm ]
0,40
0,50
0,75
1,00
2
Min. doorsnede [mm
0,75
1,00
MCM 10
]