Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Wilo Control MS-L 2x4kW Einbau- Und Betriebsanleitung Seite 121

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
OPSTELLING
• Netaansluiting 3~400 V:
• Kabel: 5-aderig
• Klemmen: L1 (L1), L2 (L2), L3 (L3), N (N)
• De aardleiding (PE) wordt aan de aardings-
klem (;) aangesloten.
• DIP-schakelaar 2: positie DIP "1": ON (positie
boven)
• Er moet een rechtsdraaiend draaiveld zijn!
5.4.5. Netaansluiting pomp
De kabeleinden van de door de klant geplaatste
spanningskabel van de pomp door de kabel-
schroefverbindingen inbrengen en bevestigen.
Aders als volgt aan het motorrelais voor de be-
treffende pomp (P1, P2) aansluiten:
• Pompaansluiting 1~230 V, kabel 3-aderig:
• Klemmen: 4/T2 (L), 6/T3 (N)
• De aardleiding (PE) wordt aan de aardings-
klem (;) aangesloten.
AANWIJZING
Bij de uitvoering "S" gebeurt de pompaanslui-
ting aan de klemmen 2/T1 (L), 4/T2 (N)!
• Pompaansluiting 3~400 V:
• Klemmen: 2/T1 (U), 4/T2 (V), 6/T3 (W)
• De aardleiding (PE) wordt aan de aardings-
klem (;) aangesloten.
• Er moet een rechtsdraaiend draaiveld zijn!
Nadat de pompen correct aangesloten werden,
moeten de pompen geactiveerd en de motorbe-
veiliging ingesteld worden.
Pompen activeren
De aangesloten pompen moeten via de DIP-scha-
kelaar 2, DIP 6 en 7 geactiveerd worden. Af
fabriek zijn de DIP's op "OFF" ingesteld. In deze
stand gebeurt geen inschakeling van de pompen
afhankelijk van de niveaubesturing.
• DIP 6 "ON": Pomp 1 geactiveerd
• DIP 7 "ON": Pomp 2 geactiveerd
Motorbeveiliging instellen
De elektronische motorbeveiliging bewaakt de
nominale stroom van de aangesloten pompen tij-
dens het bedrijf. Er volgt direct een uitschakeling
als de ingestelde nominale stroom overschreden
wordt.
AANWIJZING
Bij de aansluiting van draaistroommotoren
gebeurt eveneens een uitschakeling na 1 s als
de nominale stroom tijdens het bedrijf onder
300 mA daalt!
Na elke uitschakeling moet de fout met de re-
set-toets worden bevestigd.
De motorbeveiliging moet worden ingesteld op de
toegekende stroom volgens het typeplaatje.
De gewenste nominale stroom wordt via de
DIP-schakelaar 1, DIP 1-5 ingesteld. De kleinste
stroomwaarde bedraagt 1,5 A, hierbij zijn alle
DIP's in de stand "OFF". Door het inschakelen van
Inbouw- en bedieningsvoorschriften Wilo-Control MS-L 2x4kW
de verschillende DIP's (stand "ON") verhoogt de
stroomwaarde met de waarde van de betreffende
DIP.
DIP
1
Stroomwaarde
0,5 A
1,0 A
Voorbeeld: benodigde nominale stroom 7,5 A
1,5 A + 2,0 A (DIP 3) + 4,0 A (DIP 5) = 7,5 A
5.4.6. Aansluiting van de bewaking van de wikkelings-
temperatuur
Voor de temperatuurbewaking kunnen bimetaal-
sensoren aangesloten worden.
De bewaking is zelfbevestigend, d.w.z. dat na het
afkoelen van motorwikkeling de fout automatisch
teruggezet wordt en de led uitgaat!
Sluit de aders aan de klemmen voor de desbetref-
fende pomp aan de klemmenstrook aan:
• Pomp 1: Klem 1 en 2 (WSK-P1)
• Pomp 2: Klem 3 en 4 (WSK-P2)
AANWIJZING
• Er mag geen vreemde spanning aangelegd
worden!
• Bij de aansluiting van een wikkelingsbewaking
moet de af fabriek aangebrachte brug verwij-
derd worden!
5.4.7. Aansluiting signaalgever voor niveaudetectie
De niveaudetectie wordt via twee vlotterschake-
laars gerealiseerd. De aansluiting van niveausen-
soren en elektroden is niet mogelijk!
De kabeleinden van de door de klant geplaatste
leiding door de kabelschroefverbindingen inbren-
gen en bevestigen.
Sluit de aders aan de klemmen voor de desbetref-
fende pomp aan de klemmenstrook aan:
• Pomp 1/basisbelasting: Klemmen 5 en 6 (GL)
• Pomp 2/pieklast: Klem 7 en 8 (SL)
AANWIJZING
Er mag geen vreemde spanning aangelegd
worden!
5.4.8. Aansluiting hoogwaterbeveiliging
Via een vlotterschakelaar kan een hoogwater-
alarm gerealiseerd worden. Enerzijds vindt een
optische (led) en akoestische (zoemer) waar-
schuwingsmelding plaats, anderzijds vindt er een
gedwongen inschakeling van de pomp plaats.
Verder is de SSM actief.
De bewaking is zelfbevestigend, d.w.z. dat na
het dalen van het waterpeil, de fout automatisch
teruggezet wordt en de led uitgaat!
De kabeleinden van de door de klant geplaatste
leiding door de kabelschroefverbindingen inbren-
gen en bevestigen.
Sluit de aders aan de klemmen 9 en 10 (HW) van
de klemmenstrook aan.
Nederlands
2
3
4
5
2,0 A
3,0 A
4,0 A
121

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis