Wateraansluitingen; Koudemiddelaansluiting; Selectie Pompsnelheid - Carrier 80AWX serie Installationsanleitung

Montage

Wateraansluitingen

Raadpleeg de Veiligheidsinformatiehandleiding.
• Een momentsleutel is niet nodig bij het vastdraaien van
hydronische aansluitingen op de module.
• Om te voorkomen dat er zich bacteriën en vuil
ontwikkelen in de kring, dient u speciaal behandeld
water te gebruiken.
• Plaats de kleppen (niet bijgeleverd) bij de in- en uitgang
van de hydronische module.
• Gebruik buis van 1" of groter voor aansluitingen tussen
de hydronische module en de terminal.
Koudemiddelaansluitingen
Raadpleeg de Veiligheidsinformatiehandleiding.
Voor de leidinglengten verwijzen wij naar de handleiding
van de buitenunit.

Selectie pompsnelheid

De pomp die bij de unit wordt geleverd, heeft 3 snelheden.
De installateur selecteert de snelheid van de modulepomp
om het gewenste debiet te garanderen (± 20 %) in de
verwarmings- / koelkring. De beschikbare druk van het
systeem bij verschillende pompsnelheden (zie fig. 13 en fig.
14) en de drukval van de installatie zijn hierbij bekend.
Zorg ervoor dat de drukval in de SWW-kring niet te
laag is; zo nodig installeert u een klep om de drukval te
moduleren; in deze kring moet het verschil tussen in- en
uitlaattemperatuur 8 – 10 °C bedragen.
• Omwikkel de aansluitingen met condensisolatie en zet
deze vast met tape, zonder te veel druk uit te oefenen op
de isolatie.
• Wanneer alle installatie-aansluitingen gemaakt zijn, kunt
u het circuit vullen met water.
Maximale afstand tussen 3-wegklep en hydronische
module: 3 m.
Maximale afstand tussen SWW-tank en hydronische module:
10 m.
Hydronische
80AW - 065
module
CDU 38AW050 38AW065 38AW090 38AW115
Nominaal
vermogen 5,0
[kW]
Nominale DT
5
[°C]
Nominaal
860
debiet [lt/h]
80AW - 115
6,5 9,0 11,5
5 5 5
1118 1548 1978
80AWX- 80AWH
143