Aquarea ADC0916xE8 serie Installationshandbuch Seite 30

Bevestiging van stroomvoorzieningskabel en aansluitkabel
1. De aansluitkabel tussen de tankunit en de buitenunit moet een goedgekeurde fl exibele kabel zijn met een polychloropreen mantel, type 60245 IEC 57 of
een zwaardere kabel. Zie de tabel hieronder voor de eisen aan de kabelafmetingen.
Model
Tankunit
ADC0916*E8*
•
Let er op dat de kleur van de draden van de buitenunit en de nummers van de aansluitingen overeenkomen met die van de tankunit.
•
De aardedraad dient langer te zijn dan de andere draden, zoals is aangegeven in de afbeelding, ten behoeve van de elektrische veiligheid, in geval de
draad losraakt van de houder (Klem).
2. Er moet een werkschakelaar aangesloten worden op de voedingskabel.
•
De zekering (stroomonderbreker) moet een minimum contactopening van 3,0 mm hebben.
•
Sluit de goedgekeurde voedingskabels 1 en 2 met polychloropreen mantel, met type 60245 IEC 57, of een zwaardere kabel aan op het aansluitblok en
het andere einde van de kabel op de zekering (stroomonderbreker). Zie de tabel hieronder voor de eisen aan de kabelafmetingen.
Model
Tankunit Buitenunit
UX09*E8* /
UX12*E8* /
UX16*E8* /
ADC0916*E8*
UD09*E8* /
UD12*E8* /
UD16*E8*
3. Om te voorkomen dat de kabel beschadigd wordt door scherpe randen, moet de kabel door een invoerbus geleid worden (die zich onderin het bedieningspaneel
bevindt) voordat deze op het aansluitblok wordt aangesloten. De bus moet gebruikt worden en mag niet verwijderd worden.
Aansluitingen op de buitenunit
Kleur van de draden (Aansluitkabels)
Aansluiting op de binnenunit
(Voedingskabel)
Aansluitingen van de voeding op
de zekering (stroomonderbrekers)
Aansluitingsschroef
M4
M5
*1 - De aarddraad moet, om veiligheidsredenen, langer zijn dan de andere kabels.
Aansluiten op extern apparaat (optioneel)
1. Alle aansluitingen moeten worden uitgevoerd volgens de lokale nationale bedradingsnorm.
2. Het wordt sterk aangeraden om de onderdelen te gebruiken en de accessoires voor de installatie die door de fabrikant aangeraden zijn.
3. De tweewegklep moet van het type veer en het elektronische type zijn, zie de tabel "Accessoires ter plaatse te leveren" voor meer details. De kabel van de
klep moet zijn (3 x min 0,5 mm
* opmerking: - De tweewegklep moet een component zijn die is voorzien van een markering ten teken dat wordt voldaan aan de CE-norm.
- Maximale belasting voor de klep is 9,8VA.
4. De Kamerthermostaatkabel moet een kabel zijn (4 of 3 x min 0,5 mm
5. De externe regelaar moet een tweepolige schakelaar zijn met een contactopening van minimaal 3,0mm. (zie voor aansluiting Diagram 4,1). De kabel daarvan
2
moet (2 x min 0,5 mm ) zijn, laag met dubbele isolatie van een kabel met een PVC mantel of rubber mantel.
* opmerking: - Wanneer u een dergelijke aansluiting maakt, verwijdert u de jumper tussen aansluitpunt nr. 4 en 5.
- De gebruikte schakelaar dient een component te zijn dat voldoet aan CE.
- maximale bedrijfsspanning moet minder dan 3A
Aansluitpunten 1 2 3
Stroomdraad
Kabel tweewegklep Kabel externe regelaar
EISEN DIE WORDEN GESTELD AAN HET STRIPPEN EN AANSLUITEN VAN DRADEN
Draad strippen
Geen losse draad bij het insteken
VEREISTE VOOR DE AANSLUITING
Voor tankunit met UX09*E8* / UX12*E8* / UX16*E8* / UD09*E8* / UD12*E8* / UD16*E8*
•
Voeding 1 van de apparatuur voldoet aan IEC/EN 61000-3-2.
•
Stroomvoorziening 1 van de apparatuur voldoet aan IEC/EN 61000-3-3 en kan op het elektriciteitsnetwerk worden aangesloten.
•
Voeding 2 van de apparatuur voldoet aan IEC/EN 61000-3-2.
•
Stroomvoorziening 2 van de apparatuur voldoet aan IEC/EN 61000-3-3 en kan op het elektriciteitsnetwerk worden aangesloten.
30
Afmetingen
aansluitkabel
Buitenunit
UX09*E8* /
UX12*E8* /
UX16*E8* /
6 x min 1,5 mm
UD09*E8* /
UD12*E8* /
UD16*E8*
Voedingskabel Kabelafmetingen Zekeringen
1 5 x min 1,5 mm
2 5 x min 1,5 mm
1 2 3 4 5
Hoofdvoeding
1 2 3 4 5 L L L
A1 A2 A3
Tankunit/buitenunit
L L L
A1 A2 A3
aansluiting
Voeding 1
Aaandraaimoment N•cm {kgf•cm}
157~196 {16~20}
196~245 {20~25)
2 ), van type aanduiding 60245 IEC 57 of zwaarder, of gelijkwaardige dubbele installatie met mantel.
4 5 6 7 8 9
Kabel Kamerthermostaat
Aansluitplaat
binnenshuis/
buitenshuis
5mm of meer
(ruimte tussen draden)
2
Aanbevolen
aardlekautomaat
2
20A 30mA, 4P, type A
2
20A 30mA, 4P, type AC
Voeding bijverwarming
N L L L N
B1 B2 B3
N L L L N
B1 B2 B3
Voeding 2
2
) met een PVC-mantel met dubbele isolatie of een rubberen mantel.
zijn.
rms
Verwijder de jumper
Aansluitpunt Externe
als er een externe
Regelaar
bediening (optioneel)
4
is aangesloten op de
tankunit.
5
Diagram 4,1: Diagram voor aansluiten Externe Regelaar
Draad volledig Draad te ver Draad niet geheel
ingestoken ingestoken
ACCEPTEREN VERBODEN
Aardlekautomaat
3 4 5
Klembord
*1
Houder (klem)
Beschermingsbus
Aansluitkabels
Schakelaar
(ON/OFF)
ingestoken
VERBODEN
*1
Voedingskabel