Installeer het toestel niet:
• Op plaatsen waar het rechtstreeks
in contact kan komen met
zonnestralen.
• in de buurt van toestellen met
stralingswarmte (bijvoorbeeld
elektrische verwarming).
• in de buurt van of op andere
toestellen
die
produceren (audiovisuele
installaties, stereo's, computers...).
• Op plaatsen die onderhevig zijn
aan voortdurende trillingen.
• Op plaatsen die blootgesteld
worden aan vochtigheid, slechte
weersomstandigheden
vochtige plaatsen.
Controleer voor het aansluiten:
• of het toestel en het snoer
niet beschadigd zijn. Indien ze
beschadigd zijn, gebruik het
toestel dan niet en breng het
terug naar uw verkoper voor
controle en herstelling.
• of de spanning die aangeduid
wordt op het typeplaatje wel
degelijk overeenkomt met die
van uw elektrische installatie.
Alvorens het toestel te gebruiken
veel
warmte
en
op
• D e m o nte e r h e t to e s te l n i e t
zelf. Elke inter ventie voor het
d e m o n t e r e n , r e p a r e r e n o f
controleren van het toestel dient
uitsluitend te gebeuren door een
bevoegd persoon.
• I n d i e n d e v o e d i n g s k a b e l
b e s c h a d i g d i s , d i e n t d e z e
ver vangen te worden door de
fabrik ant, de klantendienst of
b e vo e g d e p e r s o n e n , o m a l l e
gevaren uit te sluiten.
• Het beschermingsscherm, de
lens en het ultravioletscherm
d i e n e n ve r va n g e n te wo rd e n
wanneer deze zodanig beschadigd
zijn dat de werking ervan in het
gedrang komt, bijvoorbeeld door
scheuren of diepe krassen.
• D e l a m p e n k u n n e n n i e t
vervangen worden.
A
NL
13