Onderdeel-nummer
GA-1
GA-2
GA-3
GA-4
niet worden overschreden.
Uitlaatpoort
pomp
(1) Manometer
(2) Afsluiter
(3) Manometeradapter
In toepassingen met hoge productie dient uw
hydraulische manometer van het hydraulische
systeem afgekoppeld te worden wanneer de
drukinstellingen
systeem eenmaal zijn uitgevoerd. Dit kan
bewerkstelligd worden door de manometer
geheel uit het systeem te verwijderen, of door
een afsluiter tussen de manometer en de
hogedrukleiding te installeren.
Indien
de
hydraulische
voortdurend in bedrijf wordt gelaten, kan de
kalibratie van de manometer aanzienlijk worden
aangetast, waardoor herkalibratie of volledige
vervanging is vereist. Afsluiters worden
aanbevolen als aanvullende bescherming voor
iedere hydraulische manometer die mogelijk
onderhevig kan zijn aan hoge cyclusfrequenties
Gegevens manometeradapter
A
/
3
" NPT
8
/
3
" NPT
8
/
3
" NPT
8
/
1
" NPT
4
Behuizing of
koppelstuk
voor
het
hydraulische
manometer
Draadafmetingen
B
/
1
" NPT
2
/
1
" NPT
2
/
1
" NPT
4
/
1
" NPT
2
of drukschommelingen.
4.0 INSTALLATIE
OPMERKING: Gebruik bij het maken van
hydraulische aansluitingen alleen op de
schroefdraad
koppelstukken een afdichtingsmiddel van
goede kwaliteit. Laat, indien u Teflon-tape
gebruikt de eerste volledige gang vrij. Wees
spaarzaam met tape. Losse Teflon-tape in uw
pomp of cilinder kan storingen of schade tot
gevolg hebben. Wikkel de tape zodanig dat
deze bij montage strak trekt. (Met de klok mee
en de schroefdraad naar u toe gericht.)
Installeer uw hydraulische manometer op een
plaats waar deze gemakkelijk af te lezen is,
maar
voldoende
beschadiging van buitenaf.
1. Verwijder
hydrauliekolie-uitlaat van uw pomp.
2. Breng afdichtingsmiddel (of Teflon-tape)
aan op de mannetjes NPT-schroefdraden.
Maak de aansluitingen die hierboven zijn
afgebeeld. Gebruik bij het aandraaien van
hydraulische aansluitingen en fittingen de
juiste steeksleutels. Gebruik geen starter-
of
pijpsleutels,
hogedrukfittingen kunnen beschadigen.
5.0 BEDIENING
De manometer dient gebruikt te worden bij
drukken die normaliter niet meer dan 75% van
de volle schaal mogen bedragen.
Het gebruik van de manometer voor het
aflezen van drukken die minder dan 10% van
de volle schaal bedragen, kan een foutieve
meting tot gevolg hebben.
BELANGRIJK: De nauwkeurigheid van de
manometer dient van tijd tot tijd gecontroleerd
te worden, vooral wanneer de drukmeting van
kritiek belang is en onnauwkeurigheid of falen
van de manometer een gevaar kan opleveren
22
C
/
3
" NPT
71 mm (2.81 in.)
8
/
3
" NPT
139 mm (6.10 in.)
8
/
3
" NPT
133 mm (5.25 in.)
8
/
3
" NPT
111 mm (4.38 in.)
8
van
mannetjes
beschermd
de
plug(gen)
aangezien
L
NPT-
is
tegen
van
de
deze
de