Fluval 07 Serie Benutzerhandbuch Seite 58

9. Breng de AquaStop-klep in de inlaat- en uitlaatstukken op het deksel, en duw de
hendel omlaag om ze vast te zetten.
10. Open de AquaStop-klep door de hendel ervan helemaal naar beneden te duwen.
(De kleppen moeten volledig open staan voordat de eenheid wordt ingeschakeld of
klaargemaakt.)
c
c
b
a
3. Zodra het borrelen in het aquarium stopt, weet u dat de lucht uit het systeem is en dat de filterbus vol is; steek de stekker
van het snoer in een stopcontact.
DE POMP ZAL ONMIDDELLIJK STARTEN. Er moet doorlopend water uit de uitlaatpijp stromen. Als dat niet zo is, controleer dan
uw installatie op de volgende zaken:
Geen kronkels of lussen in de slang.
•
De basis van de filterbus bevindt zich niet meer dan 1,4 m (4,5 ft) onder het waterpeil.
•
Het water staat niet lager dan 17,5 cm (7 inch) onder de rand van uw aquarium.
•
De inlaatconstructie zit stevig vast aan de aquariumwand.
•
Er zijn geen luchtbellen in het water op plaatsen waar de inlaatconstructie en de uitlaatpijp op de slang aansluiten.
•
Er ontsnapt geen water uit de slang aan de verbindingspunten van de AquaStop-klep.
•
Het deksel van de filterbus is goed gesloten.
•
De AquaStop-kleppen moeten volledig open staan voordat de eenheid wordt ingeschakeld of klaargemaakt.
•
BELANGRIJK: Om schade te voorkomen: sluit nooit de filter aan tenzij de filterbus vol water zit.
Debietregeling
Zodra de filter doorlopend werkt, kunt u de bovenhendel op de AquaStop gebruiken om het debiet te regelen. Om het debiet te
verminderen, heft u de hendel tot halverwege op, maar niet hoger. Dit kunt u doen zodra de eenheid volledig operationeel is, en de
motor zal er geen schade door oplopen. Laat de filter echter nooit werken als de hendel tot voorbij de helft omhoog staat (gesloten).
Lucht in de filter
Er zal wat lucht in de filterbus terecht komen als die gevuld wordt; er kan ook lucht worden vrijgegeven door nieuwe media.
De filter zal uiteindelijk alle luchtzakken verdrijven. Als u gedurende een langere periode abnormaal veel luchtbellen opmerkt, controleer dan
alle slangen en verbindingen op lekken. Zorg ook dat er zich geen luchtbron (zoals een luchtsteen of verluchtingsapparaat) in de buurt van de
inlaatzeef bevindt.
INSTALLATIE EN GEBRUIK
6. Start de filter
1. Keur uw installatie.
a Zorg dat de lift-lock-klemmen stevig
gesloten zijn.
Zorg dat de AquaStop-klep volledig open is
b
en helemaal naar beneden geduwd.
Controleer of de innameconstructie volledig in het water is ondergedompeld .
c
2. Beweeg de instant-prime hendel snel en
krachtig op en neer door hem 3 tot 4 keer op
te trekken en neer te duwen, tot u hoort dat er
water in de eenheid wordt getrokken. Zet de
instant-prime hendel terug in de lage stand. Als
er water door de inlaatslang vloeit, zal die de
filterbus vullen en de lucht verdrijven. De lucht
zal door de uitlaatpijp worden gejaagd, die zich
net boven het wateroppervlak moet bevinden.
Om al de lucht in het systeem zo snel mogelijk
te verdrijven, moet de AquaStop-klep volledig open zijn. Zorg dat de hendel helemaal
naar beneden staat.
NL-7