Fluval 07 Serie Benutzerhandbuch Seite 56

bevindt. Onthoud dat u de slang tijdens de eindinstallatie altijd korter kunt afsnijden als dat nodig blijkt.
3. Druk het afgesneden eind van deze "inlaatslang" in het rubber aansluitstuk op de inlaatbuis. Druk de slang er ten minste
2,5 cm in zonder ze te verdraaien.
BELANGRIJK:
De slang moet een rechte baan volgen, zonder kronkels of lussen en waarbij ze
•
nauwelijks slap hangt.
Als de slang te lang is, zal de filter niet goed werken.
•
Het in de fabriek afgewerkte eind van de slang moet aangesloten zijn op de
•
AquaStop-klep.
Met het oog op de waterdichtheid moet het afgesneden eind van de slang, dat
•
aangesloten wordt op de inlaat, onder water worden gehouden.
4. Klem de zuignap op de inlaat in de buurt van de zeef en plaats het geheel in het aquarium,
waarbij u erop let dat de zeef ten minste 7,5 cm van de bodem verwijderd is. (Als de buis
te lang is voor de hoogte van uw aquarium, verwijder dan de zeef van de inlaatconstructie,
zaag de buis door met een ijzerzaag, en breng vervolgens de zeef terug aan.) Zodra de
inlaatconstructie correct geplaatst is, moet u ze vastzetten door de zuignappen tegen het
glas te drukken.
5. Plaats de bovenste helft van het randkoppelstuk over de slang en druk ze omlaag tot ze
"klikt" om de slang vast te zetten.
4. Breng de uitgangsverbindingen tot stand
1. Het overblijvende stuk van de slang zal worden gebruikt als uitgang. Bevestig de slang aan het
uitgangskoppelstuk (OUT) aan de rechterzijde van de AquaStop-klep.
a. Duw het in de fabriek afgewerkte eind van de slang op de klep; duw helemaal tot het einde, zo ver het
gaat.
b. Draai de borgmoer zo ver als u kunt naar links, zonder te forceren.
2. Meet en snij de slang af. De slang moet opnieuw zo lang zijn dat ze comfortabel van de filterbus tot in
het aquarium reikt.
a. Rek de slang uit, zodat ze boven het randkoppelstuk aan de "uitgang" rust.
b. Gebruik een stanleymes om de slang op zo'n 10 cm buiten de aquariumrand af te snijden.
Snij de slang niet te kort af. Onthoud dat u ze tijdens de eindinstallatie altijd korter kunt
afsnijden als dat nodig blijkt.
BELANGRIJK: Met het oog op de waterdichtheid moet het verbindingspunt tussen de slang
en de uitlaatpijp onder de waterlijn worden gehouden.
3. Druk het afgesneden eind van deze
"uitlaatslang" in het rubber aansluitstuk
bovenaan de uitlaatpijp. Druk de slang er ten
minste 2,5 cm in zonder ze te verdraaien.
4. Plaats de uitlaatpijp in het aquarium zo'n 2 cm
onder het verwachte uiteindelijke waterpeil;
druk vervolgens de bovenste helft van het
randkoppelstuk omlaag tot ze "klikt" om de
slang vast te zetten.
INSTALLATIE EN GEBRUIK
NL-5
IN
"Klik en zet
vast"
"Klik en zet
vast"
OUT