Nl Sera Pond Pp Vijverpompen - Sera pond PP3000 Gebrauchsinformation

NL Gebruikersinformatie
sera pond PP vijverpompen 3000, 6000, 9000, 12000
Graag volledig en aandachtig doorlezen.
De nieuwe serie sera pond PP vijverpompen overtuigen door
hun compacte en robuuste bouwwijze. Door de meegeleverde,
kant-en-klare pompkorf is het niet alleen mogelijk de pomp op
verschillende plekken in de vijver te plaatsen, maar hierdoor
worden ook grove delen – zoals die van bladeren – buiten de
aanzuigopening van de pomp gehouden.
Naast het uiterlijk werd ook het vermogen van de pomp geop-
timaliseerd.
De sera pond PP vijverpompen zijn moderne kortsluitrotor-
pompen met een vermogensfactor cos φ > 0,97 waarmee ze
aan de ecologische eisen voldoen.
Veiligheidsinstructie!
Trek voor alle werkzaamheden aan de pomp, fontein of vij-
ver van alle elektrische apparaten in het water de netstek-
ker uit het stopcontact! Elektrische apparaten, die in het
water worden gebruikt, moeten door middel van een FI-
resp. RCD-veiligheidsschakelaar worden beveiligd.
Gebruik en toepassingen
De sera pond PP vijverpompen zijn bijzonder geschikt voor
het gebruik van een vijverfilter of een beekloopje.
Voor de werking van waterspelen, fonteinen of dergelijke instal-
laties, die geen permanente watertoevoer nodig hebben, raden
wij u de wat kleinere sera pond SP vijverpompen aan.
De levering omvat (afb. 1)
1.1 Pompkorf met pomp
1.2 Vario-slangaansluitstuk
Het benodigde gereedschap en hulpmiddelen
Sleufschroevendraaier
Kruiskopschroevendraaier
IJzerzaag
Schaar
Siliconeolie
Onderdelenlijst (afb. 3)
3.1 Pompkorf
3.1.1 Kunststof schroef
3.1.2 Bovenste helft pompkorf
3.1.3 Onderste helft pompkorf
3.1.4 Pomphouder met schroeven
3.2 Vario-slangaansluitstuk
3.3 Motorblok met 4 schroeven
3.4 Afdichting
3.5 Aandrijfeenheid bestaande uit
3.5.1 Keramische as
3.5.2 Kortsluitanker
3.5.3 Lagers
3.5.4 Rotor
3.6 Bevestigingsplaat van de aandrijfeenheid met O-ring voor
de afdichting
3.7 Pompkamer met
3.7.1 Uitlaatopening
3.7.2 Aanzuigopening
Opbouwhandleiding
De slang aansluiten
Door middel van het Vario-slangaansluitstuk (2.1) kunnen slan-
gen met een binnendiameter van 19, 25, 32 en 40 mm worden
aangesloten. Indien u een grotere diameter gebruikt, zaagt u de
kleinere diameter er met een ijzerzaag af. Schuif een slangklem
over de vijverslang. Knip het uiteinde van de slang met een
schaar recht af. Schuif nu de slang over het Vario-slangaansluit-
stuk. Schuif het Vario-slangaansluitstuk op de uitlaatopening
(2.2) van de pompkamer. Schroef de slang nu met de slangklem
vast. Hiervoor heeft u een sleufschroevendraaier nodig.
Hoe groter de diameter van de slang, hoe groter het slagvolu-
me van de pomp.
Standplaats
De pomp moet niet direct op de bodem van de vijver geplaatst
worden, maar ca. 30 cm daarboven, b.v. op een steen. Zo wordt
voorkomen, dat de pomp molm en met name zand aanzuigt,
wat tot snellere slijtage kan leiden.
Indien de pomp als zuigpomp gebruikt moet worden, moet de
pomp zonder korf buiten de vijver worden gezet, zodat de slang
zo recht mogelijk gelegd kan worden. De afstand moet kleiner
dan 5 m zijn, omdat er anders te veel vermogen verloren gaat.
De pomp zuigt niet automatisch zelf aan, d.w.z. dat het slang-
systeem met water gevuld moet worden, voordat de pomp ge-
start wordt. Daarna zuigt de pomp het water zelf aan, tot de
pomp weer uitgezet wordt. De zuighoogte mag niet meer dan
een halve meter bedragen.
Inbedrijfstelling
Voordat u de pomp inschakelt, moet u ervoor zorgen, dat er zich
geen personen in het water bevinden en geen geleidende delen
met het water verbonden zijn. Zodra de stekker erin gestoken
wordt, begint de pomp te lopen. De pomp heeft geen aparte in-/
uitschakelaar. De pomp is voor continubedrijf bestemd, maar
mag niet drooglopen, omdat het motorblok met water gekoeld
wordt en de keramische lagers met water gesmeerd worden.
Komt er na enkele seconden geen water, de pomp weer uit-
schakelen en controleren of er niets verstopt zit. Pas daarna de
pomp weer inschakelen.
Bij gebruik als zuigpomp zonder pompkorf moet ervoor gezorgd
worden, dat er geen lucht meer in het slangsysteem aanwezig
is.
Indien er zich lucht in de pompkamer bevindt, vermindert het
pompvermogen van de pomp, tot er uiteindelijk geen water
meer verplaatst wordt. Indien er zo veel lucht in het slang-
systeem terechtkomt, dat de pomp geen water meer verplaatst,
moet de pomp direct uitgeschakeld worden.
Voor de werking als zuigpomp is een dicht slangsysteem een
voorwaarde. Voortdurend aangezogen luchtbelletjes zorgen in
het rotorhuis voor cavitatie en derhalve voor slijtage van de
rotor. Schade aan de rotor en as, die aan cavitatie te wijten is,
valt niet onder de garantie en wordt derhalve niet vergoed.
13