Absaar S-M Bedienungs Und Installationsanleitung Handbuch Seite 37

0
12 Volt
6 Volt
225
180AMP
jUMP
START
0 10 15 20 25 30
A M P E R E
0 3 6 9 12
A M P E R E
STROOMkEUzESCHAkELAAR
Uw lader heeft geen stroomkeuzeschakelaar:
De lader detecteert de benodigde acculaadstroom automatisch.
A/M-schakelaar ( auto/motor ):
Afhankelijk van het type acculader bevat deze wellicht een schakelaar AUTOMOBILE – MOTOR-
BIKE (AUTO/MOTOR). In de motorstand levert deze een lagere laadstroom om accu's met een
capaciteit van 5 tot 15 Ah op te laden.
N/E-schakelaar ( Normaal/Snel ):
Afhankelijk van het type acculader bevat deze wellicht een schakelaar NORMAL – EXPRESS (NOR-
MAAL/SNEL). Als u de schakelaar in de normaalstand zet, wordt de accu opgeladen met een lagere
laadstroom hetgeen resulteert in een langere laadtijd. Deze stand is bedoeld voor accu's met een
zeer lage capaciteit. Normaal laden is een laadmodus die de levensduur van de batterij verlengt.
De snelstand levert een laadstroom tot de maximale stroom.
SPANNINGSkEUzESCHAkELAAR
Uw lader heeft geen spanningskeuzeschakelaar:
De lader levert enkel de aangegeven spanning.
Spanningskeuzeschakelaar ( 6 V/12 V) :
Met de 6 Volt/12 Volt-keuzeschakelaar kunt u accu's van 6 Volt of 12 Volt opladen.
Zorg ervoor dat de laderspanning en accuspanning altijd overeenkomen.
Controleer de accuspanning voordat u het laadproces start. 3-cellen accu's hebben meestal een
nominale spanning van 6 V. 6-cellen accu's hebben doorgaans een nominale spanning van 12 V.
Spanningskeuzeschakelaar ( 12 V/24 V ):
Met de 12 Volt/24 Volt-keuzeschakelaar kunt u accu's van 12 Volt of 24 Volt
opladen.
Zorg ervoor dat de laderspanning en accuspanning altijd overeenkomen.
0
Controleer de batterijspanning voordat u het laadproces start.
6-cellen accu's hebben doorgaans een nominale spanning van 12 V.
12-cellen accu's hebben doorgaans een nominale spanning van 24 V.
LAADSTROOMINDICATOR VOOR STANDAARDLADERS
Ampèremeter:
De ampèremeter geeft de acculaadstroom aan. De laadstroom die wordt geleverd aan de accu is
afhankelijk van de status van de accu. Daarom is de laadstroom nooit constant tijdens het hele
laadproces maar vermindert naarmate het laadniveau toeneemt. Bij het aansluiten van de lader op
een lege accu is de laadstroom hoog. De ampèremeternaald geeft een waarde aan de rechterkant
van de meter aan.
Zolang het laadniveau toeneemt, zal de laadstroom afnemen. De ampèremeternaald beweegt naar
de linkerkant van de meter en zal aangeven dat het laadproces is voltooid. De accu is volledig
opgeladen.
De ampèremeter is slechts een indicator om de laadcyclus te volgen.
NL
37