Werbung
TX511, TXC511
¢
£
Präsenzmelder 1 Kanal mit
Lichtregelung
§
•
Aanwezigheidsmelder 1 kanaal
met lichtregeling
tebis
T
X
5
1
1
Bus
TP RF
230V~
30 V
Betriebsart 2: Dimmfunktion aktiv mit lokalem
Dimmsollwert.
Nach dem Detektionsvorgang regelt der Ausgang die
DE
Bedienungsanleitung
Helligkeit unter Verwendung des anhand des
Potentiometers
Die Präsenzmelder TX511 und TXC511 dienen,
Dieser Sollwert kann zeitweilig durch Tasterdruck
in Verbindung mit den KNX Dimmern, zur
auf einen lokalen Dimmwert umgeschaltet werden.
Steuerung und Regelung der Beleuchtung.
Der Ausgang wird für die am Potentiometer
Er dient dazu, das Vorhandensein geringfügiger
eingestellte Dauer angesteuert.
Bewegungen (z. B. Personen, die am Schreibtisch
Betriebsart 3: Dimmfunktion aktiv im Automatikmodus.
sitzend arbeiten) zu melden. Der Detektions-
Nach dem Detektionsvorgang regelt der Ausgang
vorgang erfolgt über 2 unter den Melderlinsen
➄
die Helligkeit unter Verwendung des anhand des
installierte pyroelektrische Sensoren.
➅
KNX eingebundenen Taster-Eingangs vorge-gebenen
Darüber hinaus mißt der Helligkeitssensor
Sollwertes.
kontinuierlich die Helligkeit im Raum und
In der Grundeinstellung beträgt der Sollwert 500 Lux.
vergleicht diese mit dem anhand des Poten-
➁
Der Ausgang wird für die am Potentiometer
tiometers
vorgegebenen Helligkeitswert.
eingestellte Dauer angesteuert.
Der Melderkopf ist um 90° schwenkbar und
ermöglicht die Anpassung des
Test-Modus
Erfassungsbereichs an die Raumkonfiguration.
Diese Betriebsart dient zum Validieren des Erfassungs-
Dieses Gerät gehört zum Tebis-Installationssystem.
bereichs. Diese Betriebsart wird gewählt, indem
➁
Der Einstell-Potentiometer
dient zur Auswahl
man das Potentiometer
der Betriebsart des Bewegungsmelders:
Jeder Meldevorgang wird durch ein 1 Sekunde
• Betriebsart 1 : Dimmfunktion inaktiv
währendes Aufleuchten der Kontrolleuchte V1
• Betriebsart 2 : Dimmfunktion aktiv mit
angezeigt, wenn die Helligkeit den eingestellten
lokalem Dimmsollwert
Dimmwert unterschreitet. Das Senden von
• Betriebsart 3 : Dimmfunktion aktiv im
Steuerbefehlen über den Bus wird unterdrückt; die
Automatikmodus.
Abschaltverzögerungen werden ignoriert.
Nach jedem Detektionsvorgang, wird die durch
➀
Potentiometer
eingestellte Abschaltverzö-
Einstellung
gerung neugestartet.
Die 2 nachstehenden Tabellen geben Aufschluß
➂
Die durch Potentiometer
mindest-Dimmwert
über die für den reibungslosen Betrieb des Melders
Einstellung wird nur in Betriebsart 1 übernommen.
notwendigen Einstellungen
Einstellungen
• TX100: Ausführliche Beschreibung in der mit
On
dem Konfigurationsgerät mitgelieferten
10'
lux
min
Bedienungsanleitung.
• ETS : Anwendungssoftware TL511A (TX511)
TLC511A (TXC511). Datenbank und
3
10'
lux
min
Beschreibung beim Hersteller erhältlich.
auto
In Grundeinstellung, wird das Produkt mit
➀
➁
Verwendung der über Potentiometer
,
➂
10'
lux
min
und
eingestellten Parametern dargestellt.
test
Es ist allerdings möglich, diese Parameter über
ETS zu ändern.
lux
Funktionen
Helligkeitsrichtwerte
• 1 Regelungskanal über KNX-Bus.
• Einstellung für Helligkeit,
Potentiometer- Wert
Beleuchtungsabschaltverzögerung und
Stellung
➀
Mindest-Dimmwert über Potentiometern
,
➁
➂
1
und
am Gerät oder über ETS.
Die genauen Funktionen dieser Geräte hängen
2
von der jeweiligen Konfiguration und den
3
jeweiligen Parametereinstellungen ab.
4
Nach dem Einschalten benötigt der TX511und
der TXC511 eine Anlaufzeit von 30 Sekunden
5
➃
(Blinken der LED
), bevor er den ersten
Befehl abgeben kann.
On
Betriebsarten
Es gibt 3 verschiedene Betriebsarten.
Die Potentiometer Stellungen dienen lediglich als
Betriebsart 1: Dimmfunktion inaktiv.
Richtwerte; sie hängen vom Installationsumfeld und von
So lange eine Anwesenheit gemeldet wird,
der Einrichtung ab (Möblierung, Böden, Wände usw.).
steuert der Melder seinen Ausgang mit einem
vorgegebenen Helligkeitswert (Grundeinstellung:
Montage
100%) an ; dieser Wert kann durch Tastendruck
Siehe Anlage.
auf einen lokalen Dimmwert umgeschaltet
Achtung:
werden.
Der Ausgang wird über die am Potentiometer
-
Einbau und Montage dürfen nur durch
➀
vorgegebene Dauer angesteuert.
eine Elektrofachkraft erfolgen.
Nach Ablauf dieser Zeitverzögerung wird der
- Installationsvorschriften zur
Ausgang auf mindest-Dimmwert (durch
➂
Schutzmaßnahme SELV beachten.
Potentiometer
eingestellt) zurückgesetzt.
2
Hager SAS - 132 bld d'Europe - BP 78 - 67 212 Obernai cedex (FRANCE) - Tél. +333 88 49 50 50 - www.hagergroup.net
NL
Gebruiksaanwijzing
Als de aanwezigheidsmelders TX511 en TXC511
aangesloten zijn aan KNX dimmers bieden ze
een aantal lichtregelingsfuncties. De TX511 en
de TCX511 zijn aanwezigheidsmelders met
1 kanaal waarmee geringe bewegingen (b.v. per-
soon die aan een bureau werkt) kunnen worden
gedetecteerd. Deze detectie gebeurt met behulp
van twee pyro-elektrische sensoren die zich
onder de detectielenzen
Bovendien meet de lichtsensor
omgevingslichtsterkte en vergelijkt ze met het op
➁
de potentiometer
ingestelde verlichtingsniveau.
De kop van de aanwezigheidsmelder kan 90°
V2.6.0
worden gedraaid en biedt de mogelijkheid de
detectiezone aan te passen naargelang van de
configuratie van het lokaal. Deze producten
T
X
C
5
1
1
maken deel uit van het Tebis-installatiesysteem.
Met de instelpotentiometer
modus van de aanwezigheidsmelder definiëren :
• Modus 1 : regelingsfunctie inactief
• Modus 2 : regelingsfunctie actief met lokale
instelwaarde.
• Modus 3 : regelingsfunctie actief in de automodus.
➁
vorgegebenen Sollwertes.
Temporization die door potentiometer
bepaald is begonnen opnieuw na elke detectie.
➂
De potentiometer
ingestelde verlichtingsni-
➀
veau is slechts in acht genomen op modus 1.
Configuratie
• TX100 : de gedetailleerde beschrijving vindt
u in de handleiding van de configurator.
• ETS : toepassingssoftware TL511A (TX511)
TLC511A (TXC511) ; database en beschrijving
zijn verkrijgbaar bij de fabrikant.
➀
Het product is standaard geconfigureerd met in
achtname van door de potentiometers. Het is ech-
ter mogelijk deze parameters te wijzigen via ETS.
Functies
• 1 regelingskring via de KNX-bus
• Instelling van de tijdvertragingen van de ver-
➀
in Stellung "test" bringt.
lichtingssturing, van de minimum dimwaarde
en van de helderheidsdrempel via de potentio-
➃
➀
➁
➂
meters
,
en
op het product of via ETS.
De specifieke functies van deze producten hangen
af van de configuratie en van de parameterinstelling.
Zodra de TX511en de TXC511 onder spanning
is, heeft hij een wachttijd van 30 seconden
➃
nodig (De led
knippert gedurende 30s)
voordat hij de eerste aansturing uitvoert.
Werkingsmodussen
Er zijn 3 werkingsmodussen beschikbaar.
Modus 1 : regelingsfunctie inactief.
In deze modus is de regelingsfunctie inactief.
Dimmfunktion inaktiv:
Tijdens de aanwezigheid stuurt de melder zijn
mini
10%
Betriebsart 1
uitgang met een vooraf ingesteld niveau (stan-
daard 100%) dat kan worden gewijzigd met
Dimmfunktion aktiv:
behulp van een drukknop.
Betriebsart 2
De uitgang wordt aangestuurd tijdens de duur
die werd ingesteld op de potentiometer
Dimmfunktion aktiv:
Na afloop van deze tijdvertraging gaat de
Betriebsart 3
uitgang over op de potentiometer
mini verlichtingsniveau.
Modus 2 : regelingsfunctie actief met lokale
Test
instelwaarde.Na detectie regelt de uitgang het
verlichtingsniveau op basis van de instelwaarde
die werd vastgelegd via de potentiometer
Dit niveau kan tijdelijk worden gewijzigd met
Art
behulp van een drukknop.
in Lux
der Räumlichkeit
De uitgang wordt aangestuurd tijdens de duur
die werd ingesteld op de potentiometer
50
Flur
Modus 3 : regelingsfunctie actief in automodus.
200
Flur, WC
Na detectie regelt de uitgang het
verlichtingsniveau op basis van de instelwaarde
300
PC-Arbeitsplatz
die werd vastgelegd via de DK-ingang.
500
Büroräume
De instelwaarde bedraagt standaard 500 lux.
700
Klassenzimmer,
De uitgang wordt aangestuurd tijdens de duur
Labor
die werd ingesteld op de potentiometer
Helligkeitsmessung
Testmodus
unterdrückt
Deze modus biedt de mogelijkheid de detectie-
zone te valideren. Om deze modus te selecteren,
plaatst u de potentiometer
Elke detectie wordt dan gesignaleerd door het
➃
verklikkerlampje V1
brandt als het verlichtingsniveau onder het
ingestelde niveau daalt. In deze modus wordt
de verlichtingsuitgang S1 niet aangestuurd, de
tijdvertragingsinstellingen worden genegeerd.
Opgelet :
-
Het toestel mag alleen door een elektro-
installateur worden geïnstalleerd.
-
De ZLVS-installatievoorschriften naleven !
Einstell-Potentiometer
Instelpotentiometers
➄
auto
1
test
50%
bevinden.
On
2
40%
0%
5
3
30
1
30%
10%
mini
4
15
5
20%
lux
10
min
➅
continu de
auto
1
test
On
2
30
5
3
4
15
➁
lux
kunt u de werkings-
➁
➀
Instellingen
Met behulp van de 2 onderstaande tabellen
➀
wordt
kunt u de instellingen uitvoeren die noodzakelijk
zijn voor de goede werking van de aanwezig-
heidsmelder.
Regelingsfunctie inactief :
On
mini
10%
modus 1
10'
lux
min
Regelingsfunctie actief :
modus 2
3
lux
10'
min
auto
Regelingsfunctie actief :
modus 3
10'
lux
min
test
Test
lux
Orde van grootte van de lichtsterkte
Stand van de
Luxwaarde
potentiometer
1
50
2
200
3
300
4
500
5
700
On
Meten van
lichtsterkte
onderdrukt
De standen van de potentiometer in deze tabel
worden slechts ter informatie gegeven en
➀
hangen af van de installatieomgeving
.
(meubelen, vloer, muur...).
➂
ingestelde
Montage
Zie bijlage
Erfassungsbereiche - Detectiezones
➁
.
➀
.
➀
.
➀
in de stand "test".
Y
dat 1 seconde lang
X
Beschreibung des Präsenzmelder - Beschrijving van de melder
Einstell-Potentiometer
Beleuchtungs-
Abschaltverzögerung
Instelpotentiometer voor
de tijdvertraging van de
verlichting
1
3
Einstell-Potentiometer für
50%
0%
40%
Mindest-Dimmwert
min
1
30%
10%
Instelpotentiometer voor
20%
5
10
minimum dimwaarde
min
➂
2
Einstell-Potentiometer
zur Auswahl der
Betriebsart
Werkingsmodus
instelpotentiometer
Technische Merkmale / Technische gegevens
Elektrische Merkmale
Versorgungsspannung :
Verbrauch ohne Last:
Funktionsmerkmale
Toepassing
Einschaltdauer Beleuchtungsausgang:
Helligkeitsobergrenze:
Gang
Mindest-Einstellbereich:
Gang, WC
Einstellbereich der Helligkeit bei
Anwesenheit von Personen:
Schermwerk
Empfohlene Einbauhöhe:
Kantoren
Umgebung
Klaslokalen,
Laboratorium
Betriebstemperatur:
Lagerungstemperatur:
Schutzklasse:
IK:
Schutzart:
Normen:
X
Durchgang
passage
Doorgang
h
2.5 m
3 m
3.5 m
Der Y - Wert gibt den Detektionsbereich für Bewegung an. Je näher
X
13
15,5
18
die Bewegung dem Zentrum kommt, desto präziser ist die Erkennung.
De "y"-waarden gelden voor lateraal bereik.
Y
7
8
9
Het bereik kan kleiner worden bij bewegingen recht op de sensor af.
Kontrolleuchte V1
0 ... 90°
Verklikkerlampje V1
4
1
2
6
Helligkeits-
Meßsensor
Sensor voor het
meten van de
5
Melderlinsen
lichtsterkte
Detectielenzen
Elektrische kenmerken
Voedingsspanning :
30 V DC
Verbruik bij nullast :
12 mA
Werkingskarakteristieken
Werkingsduur verlichtingsuitgang :
1 .—> 30 min
Helderheidsdrempel :
5 .—> 1200 Lux
Minimum instelbereik :
0% —>50%
Instelling van het niveau
aanwezigheid :
mini —> 100%
Aanbevolen installatiehoogte :
2,5 m —> 3.5 m
Omgeving
Bedrijfstemperatuur :
0 °C —> +45 °C
Opslagtemperatuur :
-10 °C —> +60 °C
Isolatieklasse :
II
IK :
IK03
Beschermingsindex :
IP41
Normen :
EN 60669-1,
EN 60669-2-1,
EN 50090-2-2
Aufenthalts-
bereich
Aanwezigheid
zone de
s-zone
présence
Durchgang
passage
X
Doorgang
6T 7213-00c
Werbung
