Herunterladen Diese Seite drucken

GEV FMR 4023 Bedienungsanleitung Seite 6

Vorschau ausblenden Andere Handbücher für FMR 4023:

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 1
Rookmelder FMR 4023
Deze rookmelder is ontworpen om bij het uitbreken van een brand vroegtijdig te
waarschuwen. Het alarm wordt gegeven zodra rook het apparaat binnendringt.
Vlammen neemt het apparaat niet waar. De meeste branden breken 's nachts
uit. Aangezien slapende mensen niets ruiken maar wel bij geluid ontwaken,
beschermen rookmelders doeltreff end en vroegtijdig tegen dreigend gevaar.
Toepassingsgebieden:
woningen, appartementen
Alarmsignaal:
akoestisch signaal met ca. 85 dB/3 m
Voor informatie over wat te doen bij brand kunt u terecht bij uw brandweer. Veel
brandweerkorpsen en brandverzekeraars beschikken over gegevensbladen
hiervoor en wijzen daarin ook op de noodzaak van rookmelders.
Montageplaats
Voor een optimale veiligheid in huis is het raadzaam rookmelders in alle
vertrekken, gangen, opslagruimtes, kelders en bergingen te installeren. Voor
minimale veiligheid zorgen één rookmelder in de gang, één in het trappenhuis
op iedere verdieping en één in iedere slaapkamer. Fig. A In woningen met
meerdere appartementen dient elk gezin zijn eigen rookmelder te plaatsen.
• Niet in badkamers of garages monteren en in keukens alleen indien een
montage op minstens 4 meter afstand van fornuizen en soortgelijke
emissiebronnen mogelijk is.
• Niet installeren in tochtige omgevingen, bijv. in de buurt van
ontluchtingskanalen. Hier zou de luchtbeweging mogelijk kunnen verhinderen
dat rook de melder bereikt.
• Niet op erg stoffi ge plaatsen of op plaatsen met extreem hoge luchtvochtigheid
monteren.
• Niet in de nok van een dak monteren, omdat zich hier bij brand rookvrije lucht
kan verzamelen. In vertrekken met meer dan 30° dakhelling en een totale
plafondhoogte tot 6 m geldt een afstand van 30 - 50 cm tot de nok. Bij een
dakhelling tot 45° kan de melder aan het hellende dakvlak worden bevestigd
fi g. B.
• Minstens 50 cm afstand aanhouden tot muren, plafondbalken fi g. C en
verlichting fi g. D.
• De melder in het midden van het plafond bevestigen en minstens 4 m
afstand aanhouden tot open haarden en kachels fi g. F.
• In vertrekken van meer dan 60 m² en gangen langer dan 10 m zijn meerdere
melders nodig.
Montage/ingebruikname
Bevestig de montageplaat met de meegeleverde schroeven en pluggen aan het
plafond fi g. E. Sluit de meegeleverde batterij aan op de batterijclip fi g. G1. Als
de batterij juist is aangesloten, licht het LED-lampje in de testknop (fi g. H1) om
de 45 seconden even op. Test of het systeem goed werkt (zie Test/onderhoud).
Plaats de rookmelder op de montageplaat en draai hem met de klok mee tot
hij vastklikt. De blokkeerpal (fi g. G2) voorkomt dat de melder zonder batterij
gemonteerd kan worden.
Test/onderhoud
Houd de testknop (fi g. H1) ingedrukt tot het alarm klinkt.
Bij de draadloze rookmelder type 739-I, art.nr. 004160a, moet de testknop
bij alle draadloze rookmelders ingedrukt worden gehouden (minstens 20
seconden) tot het alarm bij alle andere gekoppelde melders is afgegaan.
Daarbij wordt de werking van de rookkamer, de analyse-elektronica en d e
batterij getest. Als alles goed werkt, klinkt een luid en pulserend alarm. De
test moet één keer per maand en na het vervangen van de batterij worden
uitgevoerd. Om de 45 seconden voert het apparaat een zelftest uit. Dit herkent
u aan het kort oplichten van het LED-lampje fi g. H1. Bij een storing piept de
melder om de 45 seconden en knippert het rode LED-lampje afwisselend met
de pieptoon.
Opmerking: De tijd tussen de pieptonen kan ook aanzienlijk langer duren dan
45 seconden. Om de storing te verhelpen, neemt u de batterij 10 minuten uit het
apparaat. Plaats vervolgens de batterij weer terug en druk op de testknop fi g. H1
tot het alarm klinkt. Mocht dit niet helpen, dan moet de melder vervangen worden.
Als de batterijspanning onder de minimumwaarde daalt, dan piept de melder
gedurende 30 dagen ongeveer één keer per minuut en knippert het LED-lampje
gelijktijdig met de pieptoon, om u eraan te herinneren dat de batterij vervangen
moet worden.
Het apparaat moet ongeveer twee keer per jaar droog worden afgenomen en
van buiten met een stofzuiger worden gereinigd.
8
Bijzonderheden
• Zorg bij het plaatsen van de batterij dat de polariteit klopt.
• Test het apparaat telkens na het vervangen van de batterij.
• Hittemelders en/of rookmelders ontheff en u niet van de
verzekeringsplicht.
• Bij diepe slaap en/of onder invloed van alcohol of drugs worden alarmen
niet altijd waargenomen.
• In ruimten van meer dan 60 m² en in gangen met een lengte van meer 10
m is het raadzaam meerdere melders te gebruiken.
• Gebruikte batterijen behoren niet in het huisvuil!
Lever de batterij in bij uw handelaar voor hergebruik.
• Neem bij technische problemen contact op met de fabrikant of uw
vakhandelaar.
Vervang de melder 10 jaar na montage.
Batterijen en accu's
Oude batterijen mogen niet samen met ander huishoudelijk afval
worden weggegooid. Lever oude batterijen in bij het verkooppunt
of bij een inzamelpunt voor batterijen. Batterijen bevatten stoff en
die schadelijk zijn voor het milieu en de gezondheid. Daarom moeten lege
batterijen volgens de wettelijke voorschriften worden afgevoerd.
Recycling
Dit apparaat mag niet samen met ander huishoudelijk afval worden weg
gegooid. Afgedankte elektrische en elektronische apparaten dienen
volgens de wettelijke voorschriften te worden afgevoerd. Neem voor
meer informatie contact op met uw gemeente.
Onder voorbehoud van technische wijzigingen zonder voorafgaande kennisgeving.
!
Wat te doen bij brand
Blijf kalm! Waarschuw de brandweer.
De volgende informatie is van belang:
• Wie bent u? (naam, telefoonnummer)
• Waar is de brand? (adres)
• Wat is er gebeurd? (omvang van de brand)
• Hoeveel slachtoff ers zijn er?
• Blijf aan de lijn en beantwoord eventuele vragen.
Waarschuw alle medebewoners.
Help ouderen, zieken en mindervaliden.
Sluit alle ramen en deuren.
Gebruik nooit de lift.
Indien u twijfelt of het gaat om een echt of loos alarm, neem dan het zekere
voor het onzekere en doe wat u bij brand zou doen.
Technische gegevens
Type
NG-739, NG-739-I
Batterijvoeding
9V-blokbatterij (inclusief)
Signaalvolume
ca. 85 dB/3 m
Relatieve luchtvochtigheid
10 % - 95 %
Bedrijfstemperatuurbereik
0 °C tot + 50 °C
Keurmerk
VdS G208139, DIN EN 14604:2005
DIN 14676
Aanbevolen batterijen
GP 1604S,
Power Line 6LR61,
Duracell MN 1604,
Ultralife U9VL-J-P
Afmetingen
Ø 100 mm, hoogte 32 mm
0786-CPD-20517
2008
DIN EN 14604:2005
9

Werbung

loading