Elektrische Veiligheid - DeWalt DW876 Originalanweisungen

BEDOELD GEBRUIK
Uw DW876 lintzaag is ontworpen voor professionele toepassing in
de werkplaats: Het gereedschap is geschikt voor rechte zaagsneden,
contouren en schuine zaagsneden in een breed assortiment van
materialen, zoals hout, kunststof, ferro- en non-ferro-materialen en leer.
De nominale lengte van de lintzaag is 2215 mm en de breedte is tussen
3 en 16 mm.
WAARSCHUWING! Gebruik de machine niet voor andere
doeleinden dan waarvoor zij is bedoeld.

Elektrische veiligheid

De elektrische motor is slechts voor één voltage ontworpen. Controleer
altijd of de stroomvoorziening overeenkomt met de voltage op het
typeplaatje.
Deze machine heeft een klasse I-constructie; daarom is een geaarde
aansluiting vereist.
Als het stroomsnoer is beschadigd, moet het worden vervangen
door een speciaal geprepareerd snoer dat leverbaar is via de
D WALTservicedienst.
E
Een verlengsnoer gebruiken
Gebruik, als een verlengsnoer nodig is, een goedgekeurd 3-aderig
verlengsnoer dat geschikt is voor de stroomvoorziening van dit
gereedschap (zie technische gegevens). De minimale geleidergrootte is
1.5 mm ; de maximale lengte is 30 m.
2
Als u een haspel gebruikt, dient u het snoer altijd volledig af te rollen.
ASSEMBLAGE EN AANPASSINGEN
WAARSCHUWING: Om het gevaar op letsel te
verminderen schakelt u het apparaat uit en sluit u de
stroombron van de machine af voordat u accessoires
installeert of verwijdert, voordat u instellingen
aanpast of wijzigt, of als u reparaties uitvoert. Zorg
ervoor dat de hoofdschakelaar in de OFF (UIT) positie staat.
Het onbedoeld opstarten kan letsel veroorzaken.
De machine is volledig gemonteerd behalve het onderstel, de wielen en
het tafelblad.
HET ONDERSTEL MONTEREN (AFB. B)
De componenten en het bevestigingsmateriaal van het onderstel zijn
apart verpakt.
1. Monteer de poten en de dwarsrails met de moeren, bouten en
ringen, zoals wordt getoond. Draai nu nog niet alles helemaal vast.
2. Let erop dat de kunststof voeten alle naar beneden wijzen. Het
gemonteerde frame wordt getoond in afbeelding A.
3. Plaats de machine op het onderstel, let erop dat de grondplaat van
de machine aan alle vier de zijden over het onderstel past.
4. Zet de machine vast op het onderstel met de moeren, bouten en
ringen die bij het gereedschap zijn geleverd.
5. Zet alle bouten stevig vast.
DE WIELEN MONTEREN (AFB. B1)
1. Plaats de eerste wielbeugel voor de plaat en lijn de
montagegaten uit.
2. Bevestig de beugel op de plaat met het bevestigingsmateriaal.
3. Herhaal dit voor de andere vier wielbeugels.
4. Bevestig de plaat op het onderstel met het bevestigingsmateriaal.
5. Pas de speling van de wielen tot de grond aan op 0-0,5 mm.
WAARSCHUWING:De machine moet te allen tijde recht en
stabiel staan.
HET TAFELBLAD MONTEREN (AFB. C)
1. Let er op dat de ondersteuning van de kanteltafel (11) in de
horizontale stand staat en de hefboom (12) is vergrendeld.
2. Installeer het tafelblad met de schaalverdeling (39) naar voren op de
ondersteuning van de kanteltafel (11) en gebruik daarvoor de vier
bouten.
3. Zie de inzet in afbeelding C voor de juiste plaatsing van de bouten.
Een juiste plaatsing van het tafelblad waarborgt optimale prestaties
van het zaagblad en voorkomt dat de tafelinzet beschadigd raakt.
4. Draai de hefboom (12) los en kantel de tafel, vergrendel de
hefboom weer en zet alle vier bouten tijdelijk vast.
5. Breng de tafel terug naar de horizontale positie.
DE DRAAGHANDGREEP MONTEREN (AFB. A)
1. Plaats de handgreep voor de montagelocatie rechts van de
machine.
2. Schroef de handgreep vast.
MONTAGE OP DE VLOER (AFB. A1)
Bevestig de machine altijd met bouten en de aangebrachte gaten voor
vloerverankering (17) op de vloer.
HET LINTZAAGBLAD MONTEREN (AFB. D1–D7)
WAARSCHUWING: De tanden van een nieuw zaagblad
zijn zeer scherp en kunnen gevaarlijk zijn.
1. Draai de tafelklem los en zet de tafel in de maximale hoek. Draai
met de inbussleutel de inbusbout los waarmee de deur dicht zit.
Hierdoor wordt de microschakelaar onmiddellijk geactiveerd
(afb. D1).
2. Zet de deur zo ver mogelijk open (afb. D2)
3. Zet de tafel lager. Het is belangrijk dat de deur geheel openstaat
omdat u anders voor het wisselen van het zaagblad niet volledig
toegang hebt tot de wielen.
4. Draai de knop (40) los zodat u de schaalverdeling (39) kunt
wegdraaien (afb. D4).
5. Selecteer een geschikt zaagblad en pak het uit.
6. Draai de spanner van het lintzaagblad los (8).
7. Trek de zaagbladbeschermkap (3) terug (afb. D5).
8. Schuif het zaagblad door de sleuf (41) in de tafel.
9. Plaats het zaagblad tussen de bovenste en onderste
geleidingsblokken (42, 43) (afb. D6).
10. Leid het zaagblad over de bovenste en onderste lintzaagwielen
(22, 23).
11. Het is belangrijk dat de tanden van het zaagblad naar beneden en
naar voren wijzen (afb. D7).
12. Draai de schaalverdeling (39) terug naar de oorspronkelijke positie
en vergrendel de
knop (40) (afb D4).
13. Sluit nu niet de zaagbladbeschermkap of de deur. Pas het blad aan
zoals hieronder wordt beschreven.
14. Wanneer het nieuwe zaagblad is geplaatst en afgesteld, voert u de
procedure voor het sluiten van de deur, zoals hierboven getoond, in
omgekeerde volgorde uit. Zet de tafel nu op z'n plaats vast.
WAARSCHUWING! Bedenk dat het zaagblad alleen op de
voorgeschreven manier moet worden vervangen. Gebruik
alleen zaagbladen die worden aangeduid bij Technische
Gegevens.
DE SPANNING VAN HET ZAAGBLAD AANPASSEN (AFB. E)
Wat de juiste spanning is, hangt af van de breedte van het zaagblad dat
wordt gebruikt. Raadpleeg de schaalverdeling (24) op de machine.
Pas de spanning van het zaagblad aan met de zaagbladspanner (8)
totdat de wijzer (23) de spanning aanwijst die hoort bij de breedte van
het zaagblad.
DE POSITIE VAN HET ZAAGBLAD AANPASSEN (AFB. A, F)
Het zaagblad moet worden gecentreerd op de rand van het bovenste
bankwiel (22).
WAARSCHUWING: Raak het zaagblad niet aan maar
draai het bovenste bankwiel (22) met uw vinger op één van
de spaken.
Draai de aanpassing voor de centrering van het zaagblad (fi g A, 14)
licht met de ene hand, terwijl u het bovenste bankwiel met de andere
draait.
DE ZAAGBLADGELEIDINGSBLOKKEN EN ACHTERSTE STEUNLAGERS
AANPASSEN (AFB. D6, G)
Tijdens het zagen worden er naar voren en naar opzij gerichte krachten
op het zaagblad uitgeoefend. De achterste steunlagers (25) zijn 0,5 mm
achter het zaagblad geplaatst voor het onder controle houden van de
voor-naar-achterenbeweging. De 45˚- en 90˚-geleidingsblokken zijn 0,1
mm van het zaagblad geplaatst voor het onder controle houden van de
zijwaartse zaagbladpositie.
N E D ER L A ND S
49