LaserLiner ClimaPilot Bedienungsanleitung Seite 9

2
ON / OFF
Zet de schakelaar (5) op ON om het apparaat in
te schakelen. Het apparaat geeft de omgevings-
temperatuur en de relatieve luchtvochtigheid aan.
Houd rekening met een korte aanpassingstijd als u naar
!
een meetplaats wisselt met sterk afwijkende temperatuur
en luchtvochtigheid!
!
Bij meetwaarden buiten de meetbereiken verschijnt ‚HI' of
‚LO' op het display.
3
Dauwpuntweergave
Druk kort op de toets ‚MODE' om de gemeten dauwpunt weer te
geven.
4
MAX / MIN
Voor de bepaling van de maximale of minimale meetwaarden tijdens
een meting drukt u op de toets ‚MAX / MIN' totdat op het display
‚MAX' of ‚MIN' verschijnt. De normale meetmodus is ingesteld als
geen functie op het display knippert.
!
Bij het uitschakelen van het apparaat worden de MIN-/MAX-
waarden gewist.
5
°C / °F
Voor de instelling van de gewenste temperatuureenheid drukt
u gedurende ca. 2 seconden op de toets ‚MODE' totdat het
betreffende symbool op het display verschijnt.
Opmerkingen
– Het product is een precisiemeetinstrument dat een zorgvuldige
behandeling vereist. Vermijd stoten en trillingen en stel het
apparaat niet bloot aan extreme hitte of kou.
– Vermijd het directe contact met vloeistoffen.
– Gebruik een iets vochtige, zachte doek voor de reiniging.
ClimaPilot
ON OFF
NL
09