Werbung
Einstellen des Radiosenders
• Aktivieren Sie die Radiofunktion durch
drücken der Radio „ON/OFF" - Taste
(9) ( im Display wird die eingestellte
Frequenz angezeigt
• Wählen Sie mit dem Radio-Band-
wahlschalter (8) das Frequenzband
(AM oder FM).
• Wählen Sie mit dem Frequenz-Ein-
stellrad „Tuning" (13) den gewünsch-
ten Radiosender. Die Anzeige der Fre-
quenz erfolgt durch das LCD-Display.
• Stellen Sie mit dem Lautstärke-Ein-
stellrad „Volume" (5) die für Sie
angenehme Lautstärke ein.
Hinweis zur Verbesserung des Radioempfanges
Sollte der Radioempfang schlecht sein, beachten Sie bitte folgende Hinweise:
- Richten Sie bei FM-Sendern die Wurfantenne neu aus.
- Richten Sie bei AM-Sendern das Gerät neu aus.
- Wählen Sie einen neuen Aufstellungsort. Computer oder ähnliche Geräte kön-
nen zu Störungen des Empfanges führen.
- Ursachen für Störungen beim Radioempfang, besonders im FM-Bereich, wie
Zischen, Rauschen oder sogar Aussetzen des Empfangssignals, haben ihren
Ursprung meist in umgebungsbedingten Gegebenheiten oder in atmosphäri-
schen Störungen. Dies kann auch durch modernste Empfangstechnik nicht voll-
ständig unterdrückt werden.
MODE-Taste
Mit der „MODE"-Taste (11) können die eingestellten Alarmzeiten und die gewählte
Radiofrequenz überprüft werden.
Durch jeden Druck der „MODE"-Taste (11) wechselt die Displayanzeige folgendem
Rhythmus:
Uhrzeitanzeige
Frequenzanzeige
10
Hinweis
Im FM-Bereich wird der beste Empfang
durch Ausrichten der Wurfantenne er-
reicht. Da für AM-Sender im Gerät eine
Ferritantenne eingebaut ist, muß für AM-
Sender die Ausrichtung durch Drehen
des gesamten Gerätes erfolgen.
Die eingestellte Frequenz wird nur für ca.
fünf Sekunden im LCD-Display ange-
zeigt. Nach dieser Zeit wechselt das
LCD-Display wieder in die Uhrzeitan-
zeige.
Alarmzeit 1
Alarmzeit 2
Uhrzeitanzeige
• Druk na het instellen van de tijd nog eens op de "TIME-
SET"-toets (2) (de alarmtijd wordt opgeslagen).
• Kies met de "MODE"-toets (11) het andere alarm en doe
verder hetzelfde als bij het eerste alarm.
Aanwijzing!
U kunt twee verschillende alarmtijden instellen, welke elke dag op de ingestelde tijd
af zullen gaan. Een instelling voor een bepaalde datum of weekdag is niet mogelijk.
Activeren van het alarm
• Kies met de ALARM-SET-toets (3) het
gewenste alarm.
De telkens geactiveerde alarm ver-
schijnt op de display.
Het alarm kan op twee manieren uitgevoerd worden:
1. Radioalarm
Zet hiervoor de alarmkeuzeschakelaar (6) op de positie "RADIO". Bij het berei-
ken van de ingestelde alarmtijd wordt de ingestelde radiozender met het gekozen
volume actief.
2. Melodie (Buzzer)
Zet hiervoor de alarmkeuzeschakelaar (6) op de positie "BUZZ". Na het bereiken
van de ingestelde alarmtijd kunt u een melodie horen.
Uitzetten van het alarm
• Door op de toets Snooze (7) te druk-
ken wordt het alarm voor ca. negen
minuten onderbroken. Na verloop van
de negen minuten wordt het alarm
opnieuw actief.
ALARM
1
Met de ALARM-SET-toets (3) kunnen
vier verschillende manieren van alarm
ingesteld worden.
ALARM 1:
Alleen alarm 1 is actief
ALARM 1 2:
Alarm 1 en alarm 2
zijn actief
ALARM 2:
Alleen alarm 2 is actief
Geen weergave: Alarm 1 en alarm 2
zijn niet actief
Deze functie heeft als werking, dat een
opnieuw inslapen, nadat het alarm is
afgegaan, verhinderd wordt. U wordt
elke zeven minuten opnieuw wakker
gemaakt.
47
Werbung
Kapitel
