Inhaltsverzeichnis
Werbung
Batteriewechsel
Damit Ihr Meßgerät einwandfrei funktioniert, muß es mit einer 9-V-
Blockbatterie bestückt werden. Wenn das Batteriewechselsymbol
oben links im Display erscheint (ab einer Batteriespannung von we-
niger als ca. 7,2 V), müssen Sie einen Batteriewechsel durchführen,
um die "volle" Meßgenauigkeit zu erhalten. Hierzu gehen Sie wie
folgt vor:
Schalten Sie das Meßgerät aus und schieben Sie den Batteriefach-
deckel im Griff unter leichtem Druck auf den Deckel in Pfeilrich-
tung. Die Batterie ist nun freigelegt. Trennen Sie die verbrauchte
Batterie vom Anschlußclip und ersetzen Sie die Batterie polungs-
richtig durch eine unverbrauchte gleichen Typs. Nach erfolgtem
Batteriewechsel legen Sie die Batterie in das Batteriefach und ver-
schließen Sie dieses wieder sorgfältig. Achten Sie darauf, daß die
Anschlußleitungen des Batterieclips nicht eingeklemmt oder ge-
quetscht werden.
Achtung!
Eine Falschpolung führt unweigerlich zur Zer-
störung des Meßgerätes. Betreiben Sie das Meß-
gerät auf keinen Fall im geöffneten Zustand.
Lassen Sie keine verbrauchte Batterie im Meß-
gerät, da selbst auslaufgeschützte Batterien kor-
rodieren können und dadurch Chemikalien frei-
gesetzt werden können, welche Ihrer Gesundheit
schaden bzw. das Batteriefach zerstören. Ver-
brauchte Batterien gehören nicht in den norma-
len Restmüll. Sie sind als Sondermüll zu betrachten
und müssen daher umweltgerecht entsorgt wer-
den. Hierfür gibt es in den sog. Wertstoffhöfen oder
bei den Fachhändlern geeignete und gekennzeich-
nete Sammelbehälter.
10
Gebruik, uitvoeren van een meeting
A) Algemeen
a) De IR-thermometer wordt via de schakelaar POWER, aan de
rechte kant van de thermometerbehuizing, in- en ook uitgescha-
keld.
b) Druk op de toets "°C/°F": De weergave wisselt van °C op °F en
andersom.
c) Druk met de wijsvinger op de "trekker". Hierop wordt de laser
voor de duur van de toetsdruk bijgeschakeld De laserpunt helpt
u, om exact op die plaats de temperatuur te meten welke u
wenst. Wanneer u de toets loslaat, wordt de laser weer uitge-
schakeld.
d) De meetprecisie is afhankelijk van de grootte van de warmteop-
pervlakte. Hoe groter de afstand van de thermometer tot het
meetobject wordt, des te groter wordt de opname- of meetke-
geldoorsnede. Let altijd op, dat het warmtevlak groter is dan de
kegeldoorsnede. De verhouding is ca. 7:1, dit betekent 1m mee-
tafstand = 15 cm meetkegeldoorsnede.
e) Bij een snelle verandering van de temperatuur resp. voor het
opslaan van meetwaarden moet u de toets "HOLD" een keer in-
drukken. Hierop wordt de op dat moment gemeten waarde op-
geslagen, "HOLD" verschijnt onder links op het display. Als u de
meetwaarde opgeslagen heeft resp. deze functie wilt verlaten,
drukt u opnieuw op de toets "HOLD". Hierop kunt u verder gaan
met meten, de op dit moment gemeten waarde verschijnt op het
display en "HOLD" verdwijnt uit de weergave.
f) Voor referentiemetingen moet de %-toets gedrukt worden.
Hierbij wordt de momentane meetwaarde op 100 % gezet. Afwi-
51
Werbung
Inhaltsverzeichnis
