Opstelling Van De Waterpomp; Ingebruikname - Renkforce 1519493 Bedienungsanleitung

7. Opstelling van de waterpomp

• Bevestig aan het handvat een voldoende sterk, waterbestendig zeil om de waterpomp vb. in de waterput te laten
zakken.
De schoonwaterpomp mag nooit aan het snoer worden vastgehouden of bevestigd! Daarbij kan het snoer
beschadigd worden. Er bestaat levensgevaar door elektrische schokken! De waterpomp mag ook niet aan
de leiding worden bevestigd.
Maak het zeil aan een geschikte houder vast.
Plaats de waterpomp niet met de aanzuigopening in vuil, modder of bladresten, vb. in een regenton,
aangezien hierdoor de waterpomp verstopt. Wij raden u aan om een minimumafstand van 30 cm boven de
grond aan te houden,
• Om de door u gebruikte leiding met de waterpomp te verbinden, kunt u het meegeleverde verbindingsstuk en de
leidingsaansluiting gebruiken.
• Aan de zijkant van de schoonwaterpomp bevinden zich meerdere openingen (4) om de aquasensoren in te kunnen
steken. Let erop, dat de aquasensor er altijd zo ingestoken wordt, dat de kabel naar boven wijst.
Afhankelijk van de positie waar de aquasensor ingestoken wordt, geeft die later de overeenkomstige inschakel -of
uitschakel-waterhoogte weer.
Als de aquasensor niet nodig is, steekt u hem in de overeenkomstige opening in (zie figuur in hoofdstuk 6), tot hij
vastklikt.

8. Ingebruikname

• Nadat u de waterpomp aan een zeil in de waterput hebt laten zakken en het zeil hebt bevestigd, steekt u de stekker
in een volgens de voorschriften geïnstalleerde contactdoos met randaarding. Voor buitenshuis gebruik moet het
om een IP44-contactdoos gaan.
De netstekker mag uitsluitend in de contactdoos worden gestopt, wanneer deze droog is. In het andere
geval bestaat levensgevaar door een elektrische schok!
• Wanneer de vlotterschakelaar juist is gepositioneerd, schakelt de waterpomp zich in en begint deze water aan te
zuigen en via de uitlaatopening te pompen.
Als er geen water wordt gepompt, bevindt zich nog lucht in de waterpomp en de leiding. Evt. kunt u het aan-
zuigen versnellen als u water in de waterpomp of leiding inbrengt of de waterpomp een beetje heen en weer
beweegt.
• De schoonwaterpomp beschikt over automatische uitschakeling. Pas wanneer de aquasensor ca. 3 minuten lang
niet meer in het water ligt, wordt de schoonwaterpomp uitgeschakeld. Dit voorkomt dat de pomp onmiddellijke wordt
uitgeschakeld als de waterstand onder het contactoppervlak van de aquasensor valt.
De schoonwaterpomp kan ook handmatig bediend worden, als de aquasensor in de overeenkomstige
opening (zie figuur in hoofdstuk 6) gestoken wordt. In deze positie wordt de sensor buitengesloten en func-
tioneert niet. De waterpomp mag hier echter niet zonder toezicht worden gebruikt aangezien de waterpomp
zichzelf niet uitschakelt wanneer er te weinig water is en daardoor beschadigd raakt.
De vertragingstijd van de automatisch uitschakeling (3 minuten, zie hierboven) geldt ook als u de aquasen-
sor uit de opening voor continu gebruik verwijdert.
42