Herunterladen Diese Seite drucken

Siemens CFVS1317-LP Installationsanleitung Seite 3

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

Dag/nacht varifocus-domecamera
Geleverde onderdelen
Domecamera
1 BNC-kabel
1 servicemonitorkabel
1 remote-PC-kabel (voor verbinding met een PC is een
niet meegeleverde extra RS232-kabel nodig)
CD met remote-software
2 borgschroeven
2 pluggen
Boormal
Installatie- en bedieningshandleiding (dit document)
Veiligheid
Stel dit product niet bloot aan regen of vocht, want dat zou
brand of een elektrische schok kunnen veroorzaken. Het
installeren moet door een deskundige technicus en conform
alle plaatselijk geldende voorschriften worden uitgevoerd.
Sluit de apparatuur aan op een UL-gecertificeerde voeding
van 12 V DC of 24 V AC, klasse 2.
De bovenstaande CAUTION-sticker is op de dome bevestigd.
Alleen voor gebruik binnen!
Bestelinformatie
Type
Artikelnr.
Omschrijving
CFVS1317-LP
S54561-C62-A1
Dag/nacht varifocus-
domecamera
Accessoires
CFFA-CD
2GF1086-8AG
Transparante dome
Camera installeren
Stap 1: Bekabeling aansluiten
1.
Sluit de BNC-kabel op de BNC-connector (12) ann.
2.
Sluit de voedingskabel aan op de voedingsconnector
(13).
De voedingsspanning mag 24 V AC of 12 V DC zijn.
3.
Leg een winding van de kabel rond de spoel, zodat de
straling voldoende wordt onderdrukt (zie onderstaande
afbeelding).
Kabel
Specificatie
Afbeelding spoel
Voedingskabel
KCF-65-B
Let op
Let er bij gelijkspanning (DC) op dat u de plusen minpool niet
verwisselt. Een foutief aangesloten voedingskabel kan een
defecte of niet-werkende camera veroorzaken.
4.
Druk de bekabeling door de openingen voor
kabeldoorvoer (1).
Stap 2: Camera monteren
1.
Zet de boormal op het bevestigingsoppervlak en markeer
de boorgaatjes.
2.
Boor op beide markeringen een gaatje.
3.
Druk de muurpluggen in de geboorde gaatjes.
4.
Zet de camera met de bijgeleverde schroeven vast.
Stap 3: Juiste camerapositie instellen
1.
Houd de lens vast, zodat die niet kan verdraaien.
2.
Draai de borgring (14) en het panningwieltje (15) los.
Let op
Houd de lens in de huidige stand vast terwijl u de borgring
losdraait. De lens mag niet worden verdraaid, want dan
zouden snoertjes kunnen beschadigen.
3.
Verdraai de lens en de axiale ring (16) in de gewenste
richting.
Opmerking
Als de camera niet soepel kan draaien, draai de borgring dan
helemaal los. Deze ring heeft een interne stop en kan niet
van de camera vallen.
Let op
Verdraai de lens nooit meer dan 360°, want dan loopt u het
risico interne bekabeling los te trekken.
4.
Draai de borgring (14) en het panningwieltje (15)
handvast.
Stap 4: Zoom en focus instellen
1.
Draai de zoomhendel/borgschroef (4) linksom om de
zoom te kunnen instellen.
2.
Verdraai de zoomring tot het gewenste bereik in beeld is.
3.
Draai de focushendel/borgschroef (5) linksom om de
focus te kunnen instellen.
Siemens Building Technologies
Fire Safety & Security Products
4.
Verdraai de focusring om de juiste scherpte in te stellen.
5.
Voor eventuele latere aanpassing herhaalt u de
bovenstaande stappen.
6.
Draai de zoomhendel/borgschroef (4) en de
focushendel/borgschroef (5) weer vast.
Let op
Het vastdraaien van de borgschroefjes verhindert dat
instellingen gaan verlopen.
7.
Houd de lens vast en draai de borgring (14) enhet
panningwieltje (15) vast.
Optionele instellingen
Beeldhelderheid aanpassen met behulp van het LEVEL-
schroefje (6):
L = laag, maakt het beeld donkerder
H = hoog, maakt het beeld lichter
Faseverschil tussen camera's aanpassen. Gebruik
instelschroefje voor V-fase (7).
Gebruik de DIP-switches (8) om de volgende instellingen
te (de)activeren:
Tegenlichtcompensatie (BLC)
Automatische versterking (AGC).
Past de beeldhelderheid automatisch aan bij de
hoeveelheid omgevingslicht
Line Lock (LL).
Stelt de synchronisatie in op intern (OFF) of op
voedingsspanning (ON). Line Lock werkt alleen met
wisselspanning (24 V AC).
De DIP-switch DC/AES wordt niet gebruikt.
Stap 5: Op PC aansluiten
Deze camera is voorzien van de nieuwste DSP technologie.
De kit met remote-PC-software stelt u in staat de camera van
afstand te bedienen en verbreedt de inzetbaarheid en
functionaliteit.
Installeer deze software op een PC, zoals is aangegeven in
het "readme"-bestand op de CD.
Opmerking
Sla de huidige cameraparameters eerst in een bestand op
voordat u instellingen gaat aanpassen. Tijdens het instellen
kan het beeld flikkeren of vervormen, maar dit is normaal. Na
het instellen verschijnt weer een correct beeld.
Tot de extra functies van de camera behoren:
Lineaire versterker (AGC) (ON: 22 – 0 dB;
OFF: 16 – 24 dB)
Zwartniveau-aanpassing (pedestal) (0 – 9 IRE)
Voorgeprogrammeerde BLC-velden (6)
Scherpte (laag/gemiddeld/hoog)
Dag/nacht overgangsniveau (instelbaar)
Beeldoptie (negatief/monochroom)
Cameraparameters opvragen
In camerageheugen opslaan
Fabrieksinstellingen activeren
Parameters in bestand opslaan of daaruit ophalen
Stap 6: Dome op de camera-eenheid
bevestigen
Opmerking
Gebruik een zacht en pluisvrij doekje om stof of
vingerafdrukken van de dome te verwijderen.
1.
Maak de bevestigingspunten op de eenheid schoon.
2.
Bevestig de dome op de eenheid (zie afbeelding C).
3.
Draai de dome iets rechtsom, zodat hij wordt geborgd.
Algemene richtlijnen
Bediening en opslag
Richt de lens nooit langdurig op felle lichtbronnen (zoals
lampen).
Gebruik of bewaar de camera nooit onder de volgende
omstandigheden:
Plaatsen met extreem hoge of lage temperaturen.
Dicht bij sterke magnetische bronnen.
Dicht bij bronnen die sterke elektromagnetische
straling afgeven, b.v. zendapparatuur.
In vochtige of extreem stoffige ruimten.
Plaatsen waar sterke mechanische trillingen kunnen
optreden.
Dicht bij TL-verlichting of reflecterende oppervlakken.
Onder instabiele of flikkerende lichtbronnen.
Schoonmaken
Gebruik een zacht en pluisvrij doekje als u stof of
vingerafdrukken van de dome wilt verwijderen.
Is de dome erg vuil, gebruik dan een doekje met een
paar druppels reiniger om de dome schoon te vegen.
Zorg dat de dome droog is voordat u hem monteert.
Let op
Gebruik nooit alcohol, benzeen, thinner of soortgelijke
vluchtige vloeistoffen. Die zouden namelijk het oppervlak
kunnen aantasten.
Vervoeren
Gebruik alleen de originele verpakking of materiaal van
gelijke kwaliteit.
Eigenschappen van CCD
Bij het gebruik van een CCD-camera kunnen de volgende
verschijnselen optreden. Die duiden niet op een fout, maar
zijn gewoon een gevolg van de werking van een CCDcamera.
Verticale streeppatronen: deze kunnen optreden bij het
filmen van een fel verlicht object.
Ruispatronen: over het hele monitorscherm kan een
stabiel ruispatroon verschijnen als de
omgevingstemperatuur erg hoog is.
Rafelig beeld: bij strepen, rechte lijnen of soortgelijke
patronen kan het beeld soms rafelig lijken.
Specificaties
Algemeen
Voedingsvereisten
12 V DC or 24 V AC (min. 5 W )
Energieverbruik
3,5 W (max.)
Bedrijfstemperatuur
-10 tot +50 °C, max. 90% rel.
vochtigheid.
Opslagtemperatuur
-20 tot +60°C, max. 70% rel.
vochtighei
Externe afmetingen
112 x 97,5 mm
Gewicht
Ong. 0,3 kg
Materiaal behuizing
ABS (30%) en
polycarbonaat (70%)
Materiaal dome
Polycarbonaat
Beeldsysteem
Sensor
Exview CCD van 1/3 inch
Effectief aantal
PAL: 752 (H) x 582 (V)
beeldpunten
TV-systeem
PAL: 2:1 interlaced,
15,625 kHz (H)
50 Hz (V)l
Optisch systeem en diversen
Dag/nacht-modus
Mechanisch IR-filter
(automatisch)
Focus
3,7 tot 12 mm
Max. relatieve opening
F1,4 tot 2,8
Bereik (horizontaal)
22,7 tot 76,9
Minimale objectafstand
0,5 m
Synchronisatie
Intern of (alleen bij 24 V AC)
Line Lock
Horizontale resolutie
540 TV-lijnen
Minimale belichting
Transparante bol
0,29 lx (C/L) / 0,21 lx (Z/W)
Bol van rookglas
0,53 lx (C/L) / 0,43 lx (Z/W)
Videosignaal
1,0 Vpp, 75 Ohm
Video S/R-afstand
> 50 dB (AGC OFF, gewogen)
Witbalans
Automatisch
(2500°K – 10000°K)
AGC
Omschakelbaar ON/OFF
ON: 30 dB versterking
OFF: 24 dB versterking
BLC
ON (centraal gemeten) / OFF
schakelbaar (6 zones met
remote-PC-software)
Informatie
Deze apparatuur is getest en voldoet aan de criteria voor
digitale apparatuur van klasse B, overeenkomstig het
FCCreglement, deel 15. Deze reglementen beogen redelijke
bescherming tegen schadelijke storingen te bieden in een
woonomgeving.
Deze apparatuur genereert, gebruikt en straalt energie met
radiofrequenties uit. Wanneer de apparatuur niet
overeenkomstig de instructies is geïnstalleerd en wordt
gebruikt, kan deze schadelijke interferentie in
radiocommunicatie veroorzaken.
Door het uitvoeren van aanpassingen of wijzigingen die niet
expliciet in deze handleiding zijn aangegeven kan het recht
op het gebruiken van deze apparatuur vervallen. De in deze
handleiding aanbevolen afgeschermde kabel moet worden
gebruikt om te voldoen aan de voorschriften voor een digitaal
uitgangssignaal binnen de limieten van onderdeel B in deel
15 van de FCC-reglementen.
NL
3
06.2008

Werbung

loading