1. Microfoon ingang: Voor het aansluiten van een microfoon met een XLR plug.
De fantoomvoeding kan worden geactiveerd met schakelaar 17. Als u op deze knop drukt worden
alle gebalanceerde microfoon ingangen voorzien van 48V (die het gebruik van condensatormicrofoons
mogelijk maakt.)
2. INSERT jack: Hierop kunt u bijvoorbeeld een equalizer aansluiten.
3. LINE: Gebalanceerde Line ¼ "ingang.
4. LINE Stereo: Gebalanceerde Line ¼ " ingang voor stereokanalen die gelijktijdig gebruikt kunnen worden met
de microfooningangen.
5. TAPE-IN: (stereo RCA) Voor de aansluiting van de tape decks, cd-spelers, etc..
6. TAPE-OUT: Om b.v een cassettedeck op aan te sluiten voor opname doeleinden.
7. PHONES: Voor het aansluiten van een hoofdtelefoon.
8. MAINS OUTPUT: Om aan te sluiten op een versterker (gebalanceerde ¼ "-aansluitingen).
9. EFF SEND: Om aan te sluiten op de ingang van effect-apparaten.
10. AUX SEND: Om aan te sluiten op een monitor-versterker of actieve monitor luidspreker.
11. GAIN : Om het niveau van de kanaalingangen te regelen, zowel voor een microfoon (XLR) als andere
signaalbronnen (¼ ").
12. PAN: Om het stereosignaal naar wens (L/R verhouding) te regelen.
13. HI-MID-LOW Equalizer: Om de frequenties van deze 3-bands EQ aan te passen.
14. AUX: Om de signaalsterkte naar de AUX-aansluiting aan te passen.
15. CHANNELFADER: Om de signaalsterkte van het betreffende kanaal aan te passen.
16. EFF: Om de sterkte van het effectsignaal van het corresponderende kanaal te regelen.
17. Gebruik deze schakelaar om de fantoomvoeding te activeren die nodig is voor condensatormicrofoons.
18. LEVEL DISPLAY: Geeft het uitgangsniveau weer. Zorg ervoor dat de twee clip-leds niet branden.
19. REPEAT: Om de frequentie van Echo-Repeat aan te passen. Te veel Repeat zal leiden tot rondzingen.
20. Om de Time-interval van Echo-Repeat aan te passen. (Midden-positie is het meest effectief).
21. PHONES: Om het volume van het hoofdtelefoon-signaal aan te passen.
22. AUX SEND: Om de sterkte van het AUX-signaal aan te passen op aansluiting 10.
23. EFF SEND: Om het niveau van het signaal dat aan een extern effect toestel wordt aangeboden aan te
passen (via connector 9). Het risico van vervorming is daardoor aanzienlijk kleiner.
24. Masterfader: Om de totale sterkte van de uitgangssignalen in te stellen.
SPECIFICATIES:
KANAALINGANGEN 1~2
Mic ingang ............................... electronisch gebalanceerd
Freq. bereik .................................................. 10Hz – 20kHz
Gain bereik ............................................. +14dB tot +60dB
SNR ................................................................ 120dB E.I.N
Line ingang ........................................ electr. gebalanceerd
Gain bereik ................................................ -6dB tot +38dB
SNR ................................................................. 95dB E.I.N.
STEREO KANALEN
Gain bereik ............. Line:-8 tot +15dB / Mic: +13 tot 60dB
SNR ..................................... Line: 96dB / Mic:104dB E.I.N
EQUALIZER
Low .............................................................. 50Hz - ±15dB
Mid ................................................................ 700Hz ±15dB
Hi ................................................................... 10kHz ±15dB
MIX
Uitgangen ..................... +28dBu gebal. / +22dBu ongebal.
AUX SEND ............................................. +22dBu ongebal.
EFF SEND .............................................. +22dBu ongebal.
Tape uitgang .......................................... +22DbU ongebal.
Hoofdtelefoon uitgang ................................... +15dBu / 150