Voor Uw Veiligheid - Bosch DL 0 607 457 600 Bedienungsanleitung

WAS_bu_3609929068_t.fm5 Seite 2 Dienstag, 25. Juli 2000 3:11 15

Voor uw veiligheid

Veilig werken met de machine is al-
leen mogelijk indien u de gebruiks-
aanwijzing
veiligheidsvoorschriften
leest en de daarin gegeven voor-
schriften strikt opvolgt.
Bovendien moet het gedeelte Vei-
ligheidsvoorschriften voor pers-
luchtgereedschappen
worden genomen.
Laat u voor het eerste gebruik
praktisch instrueren.
Onderbreek de luchttoevoer
s
Onderbreek de luchttoevoer wanneer u de ma-
chine niet gebruikt, voor het uitvoeren van onder-
houd aan de machine en voor het wisselen van
toebehoren.
Controleer welke draairichting is inge-
steld voordat u de machine bedient.
Houd uw handen uit de buurt van de ronddraaien-
s
de gereedschapopname en het aangebrachte in-
zetgereedschap.
Gebruik alleen niet-beschadigde en niet-versleten
s
inzetgereedschappen. Defecte inzetgereedschap-
pen kunnen verwondingen veroorzaken.
De inzetgereedschappen moeten stevig vastzitten.
s
Voorzichtig bij werkomstandigheden met
s
weinig ruimte
Door reactiemomenten en daardoor veroorzaakt
vastklemmen of vastknellen kunnen verwondingen
optreden.
Voorzichtig bij het indraaien van lange schroeven.
s
Gevaar voor uitglijden.
Plaats de machine alleen uitgeschakeld op de
s
moer of schroef.
Zet het werkstuk vast
s
Gebruik klemmen of een bankschroef om het
werkstuk vast te zetten. Het wordt dan steviger en
veiliger vastgehouden dan u met uw hand kunt
doen en u kunt de machine met beide handen be-
dienen.
Let op het reactiemoment
s
Bij een hoge draaimomentinstelling en een geredu-
ceerde bedrijfsdruk koppelt de koppeling niet meer
los.
Bosch kan slechts een correcte werking van de
s
machine garanderen wanneer origineel toebehoren
wordt gebruikt.
Nederlands–2
Persluchttoevoer
De toegevoerde lucht mag geen deeltjes of vocht be-
vatten om de machine te beschermen tegen bescha-
en de diging, vervuiling en roestvorming.
volledig
Het gebruik van een luchtverzorgingseenheid is
noodzakelijk.
Alle armaturen, verbindingsleidingen en slangen moe-
ten zijn aangelegd in overeenstemming met de vereis-
te hoeveelheid perslucht.
in acht
Voorkom vernauwingen van de aanvoerleidingen bijv.
door drukken, knikken of trekken.
Controleer in geval van twijfel de druk bij de luchttoe-
voeropening van de machine met een manometer.
Luchtverzorgingseenheid
De luchtverzorgingseenheid waarborgt een probleem-
loze werking van persluchtgereedschappen.
De eenheid bestaat uit drie hoofdbestanddelen:
– Filter met waterafscheider,
– Drukreduceerventiel met manometer,
– Olienevelaar.
Smeermiddel in de olienevelaar:
motorolie SAE 10/SAE 20.
Gebruik geen petroleum of dieselolie.
Stel de olienevelaar zo in dat bij de luchtafvoeropening
een dunne smeerfilm ontstaat.
Neem de gebruiksaanwijzing van de verzorgingseen-
heid in acht.
Ingebruikneming
De machine werkt optimaal bij een overdruk van
6,3 bar (90 psi), gemeten bij de luchttoevoeropening
terwijl de machine in werking is.
Bij een machine met hendelstart moet de hendel 5
meermaals worden bediend voordat de machine op
de luchttoevoer wordt aangesloten.
In- en uitschakelen
Wanneer de machine niet gaat draaien, bijv. na lange
tijd niet te zijn gebruikt, persluchttoevoer onderbreken
en gereedschapopname 10 met de hand door-
draaien. Zo wordt het vastklemmen opgeheven.
Schakel de machine uit bij een onderbreking
van de luchttoevoer op bij een vermindering
van de bedrijfsdruk. Controleer de bedrijfs-
druk en start de machine opnieuw bij optimale
bedrijfsdruk.