w Wanneer op het display „DEMO" wordt aange-
geven, is de demonstratiemodus geactiveerd. U
kunt contact opnemen met de Technische
Dienst.
5 Bediening
5.1 Kinderbeveiliging
Met de kinderbeveiliging zorgt u ervoor dat kinderen
bij het spelen het apparaat niet onbedoeld uitscha-
kelen.
5.1.1 Kinderbeveiliging instellen
Instelmodus activeren:
Fig. 2 (4) ca. 5 seconden indrukken.
u Toets SuperCool
w Op de display wordt het symbool Menu
geven.
w Op de display knippert
.
c
Moet de functie worden ingeschakeld:
Fig. 2 (4) kort beves-
u Met de toets SuperCool
tigen.
w Op het display wordt
weergegeven.
c1
u Met de toets SuperCool
Fig. 2 (4) kort beves-
tigen.
w Het symbool Kinderbeveiliging
display gaat branden.
w Op de display knippert
.
c
w De functie kinderbeveiliging is ingeschakeld.
Wanneer de functie moet worden uitgeschakeld:
Fig. 2 (4) kort beves-
u Met de toets SuperCool
tigen.
w Op het display wordt
weergegeven.
c0
Fig. 2 (4) kort beves-
u Met de toets SuperCool
tigen.
w Op het display knippert
.
c
w De functie Kinderbeveiliging is uitgeschakeld.
Instelmodus beëindigen:
Fig. 2 (1) kort indrukken.
u De toets On/Off
w Op de temperatuurdisplay wordt weer de temperatuur weer-
gegeven.
5.2 Deuralarm
Wanneer de deur langer dan 60 seconden geopend
is, gaat het akoestisch alarm af.
Het akoestisch alarm stopt automatisch, zodra de
deur gesloten wordt.
5.2.1 Deuralarm deactiveren
Het akoestisch alarm kan bij geopende deur worden uitgescha-
keld. Het deactiveren werkt zolang de deur open staat.
Fig. 2 (6) indrukken.
u Toets Alarm
w Het akoestisch alarm gaat uit.
5.3 Koelgedeelte
Door de natuurlijke luchtcirculatie in het koelgedeelte zijn
verschillende temperatuurzones. De koudste zone is direct
boven de afdekplaat van het Fresh'n Safe-vak en in de buurt
van de achterwand. In de bovenste voorste zone en in de deur
is de temperatuur het warmst.
* afhankelijk van model en uitvoering
Fig. 2 (7) weerge-
Fig. 2 (8) op de
5.3.1 Levensmiddelen koelen
Aanwijzing
Het energieverbruik stijgt en de koelprestatie vermindert bij
onvoldoende ventilatie.
u Ventilatieluchtspleten altijd vrijlaten.
u In het bovengedeelte en in de deur boter en conserven
bewaren. (zie Het apparaat in vogelvlucht)
u Gebruik om te verpakken herbruikbare dozen van kunststof,
metaal, aluminium, glas en vershoudfolie.
u Levensmiddelen die gemakkelijk geur of smaak opnemen of
afgeven, zoals vloeistoffen, altijd in gesloten verpakking of
afgedekt bewaren.
u Levensmiddelen die veel ethyleengas afgeven of daar
gevoelig voor zijn, zoals fruit, groenten en salades, altijd
apart bewaren of verpakken, om de bewaartijd niet te
verkorten; bijv. tomaten niet samen bewaren met kiwi's of
kool.
u het gedeelte vooraan op de bodem van het koelgedeelte
alleen gebruiken om producten korte tijd neer te zetten, bijv.
bij het opruimen of sorteren. Levensmiddelen daar niet laten
liggen, ze kunnen bij het sluiten van de deur naar achter
worden geschoven of omvallen.
u Leg de levensmiddelen niet te dicht bij elkaar, zodat de lucht
goed kan circuleren.
5.3.2 Temperatuur instellen
De temperatuur is afhankelijk van de volgende factoren:
hoe vaak de deur wordt geopend
-
-
de ruimtetemperatuur op de opstellocatie
-
de aard, temperatuur en hoeveelheid levensmiddelen
Aanbevolen temperatuurinstelling: 5 °C
De temperatuur kan doorlopend worden veranderd. Is de
instelling 3 °C bereikt, wordt weer bij 9 °C begonnen.
u Temperatuurfunctie oproepen: Druk de instel-
Fig. 2 (3) in.
toets
w Op het temperatuurdisplay wordt de tot nog toe
ingestelde waarde knipperend aangegeven.
u Temperatuur in 1 °C stappen wijzigen: Druk de
Fig. 2 (3) net zo vaak in, totdat de
insteltoets
gewenste temperatuur op het temperatuurdis-
play oplicht.
u Temperatuur doorlopend veranderen: insteltoets
ingedrukt houden.
w Tijdens het instellen wordt de waarde knippe-
rend weergegeven.
w Ca. 5 seconden nadat de toets voor de laatste keer werd
ingedrukt, wordt de nieuwe instelling overgenomen en de
daadwerkelijke temperatuur weer aangegeven. De tempera-
tuur in de binnenruimte past zich langzaam aan de nieuwe
instelling aan.
5.3.3 SuperCool
Met SuperCool schakelt u het hoogste afkoelver-
mogen in. Daarmee bereikt u lagere koeltempera-
turen. Gebruik SuperCool om grote hoeveelheiden
levensmiddelen snel af te koelen.
SuperCool heeft een iets hoger energieverbruik.
Met SuperCool koelen
Fig. 2 (4) kort indrukken.
u Toets SuperCool
w Het symbool SuperCool
Fig. 2 (5) is verlicht in de display.
w De koeltemperatuur daalt tot op de koudste waarde.
SuperCool is ingeschakeld.
w SuperCool schakelt na 12 uur automatisch uit. Het apparaat
werkt in de energiebesparende normale modus verder.
SuperCool voortijdig uitschakelen
Fig. 2 (4) kort indrukken.
u Toets SuperCool
Bediening
5