Probleem en alarmcode
U kunt het apparaat niet activeren.
Het programma start niet.
Het apparaat wordt niet gevuld met water.
•
Het eindlampje knippert 1 keer onderbroken.
•
Het indicatielampje Start knippert constant.
Het water niet wordt afgepompt uit de machine.
•
Het eindlampje knippert 2 keer onderbroken.
•
Het indicatielampje Start knippert constant.
De anti-overstromingsbeveiliging is ingeschakeld.
•
Het eindlampje knippert 3 keer onderbroken.
•
Het indicatielampje Start knippert constant.
Het apparaat stopt en start meerdere keren tij-
dens de werking.
Kleine lekkage uit de deur van het apparaat.
De deur van het apparaat sluit moeilijk.
Ratelende / kloppende geluiden vanuit het appa-
raat.
Het apparaat maakt kortsluiting.
Raadpleeg "Voor het eerste gebruik",
"Dagelijks gebruik", of "Aanwijzingen
en tips" voor andere mogelijke
oorzaken.
12
Mogelijke oorzaak en oplossing
•
Verzeker u ervan dat de netstekker is aangesloten op het
stopcontact.
•
Zorg dat er geen zekering in de zekeringenkast is doorge-
brand.
•
Verzeker u ervan dat de klep van het apparaat gesloten is.
•
Het apparaat is begonnen met de oplaadprocedure van de
hars in de waterontharder. De duur van de procedure is on-
geveer 5 minuten.
•
Verzeker u ervan dat de waterkraan geopend is.
•
Ga na of de druk van de watervoorziening niet te laag is.
Neem voor deze informatie contactpersoon op met uw plaat-
selijke waterleidingsbedrijf.
•
Verzeker u ervan dat de waterkraan niet verstopt is.
•
Controleer of het filter in de toevoerslang niet verstopt is.
•
Controleer of er geen knikken of bochten in de watertoe-
voerslang aanwezig zijn.
•
Verzeker u ervan dat de gootsteenafvoer niet verstopt is.
•
Verzeker u ervan dat de aftapslang geen knikken of bochten
heeft.
•
Draai de waterkraan dicht en neem contact op met de servi-
ce-afdeling.
•
Dat is normaal. Het voorziet in optimale reinigingsresultaten
en energiebesparing.
•
Het apparaat staat niet waterpas. Draai aan de verstelbare
pootjes (indien van toepassing).
•
De deur van het apparaat is niet gecentreerd op de kuip.
Verstel de achterpoot (indien van toepassing).
•
Het apparaat staat niet waterpas. Draai aan de verstelbare
pootjes (indien van toepassing).
•
Delen van het serviesgoed steken uit de korven.
•
Het serviesgoed is niet juist in de korven gerangschikt.
Raadpleeg de folder voor het laden van de korven.
•
Zorg ervoor dat de sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien.
•
De stroomsterkte is onvoldoende om alle tegelijk werkende
apparaten van stroom te voorzien. Controleer de stroom-
sterkte van het stopcontact en het vermogen op de meter, of
zet één van de in gebruik zijnde apparaten uit.
•
Interne elektrische storing van het apparaat. Neem contact
op met de klantenservice.
Druk als u het apparaat gecontroleerd heeft op Start.
Als het probleem opnieuw optreedt, neemt u contact op
met onze klantenservice.
Voor alarmcodes die niet in de tabel vermeld zijn, neemt
u contact op met de service-afdeling.