Inhaltsverzeichnis
Werbung
• Verwijder de beschermhuls (7).
• Schakel de gasdetector in door de aan/uit-
schakelaar (5) op positie "ON" te schuiven.
• Het apparaat laat een korte fluittoon horen.
De rode indicatie-LED (2) licht gelijktijdig
rood op, vervolgens licht de groene LED op
(3). Indien de groene LED niet oplicht, dient u
de batterijen te vervangen.
Indien de gasdetector kort na het uitschake-
len weer ingeschakeld wordt, kan de inscha-
kelprocedure variëren, er valt b.v. geen fluit-
toon te horen of de rode LED licht niet op, enz.
Laat daarom steeds ten minste 60 seconden
na het uitschakelen verstrijken vóór u de
gasdetector weer inschakelt.
• De gasdetector is klaar voor gebruik indien
de fluittoon gestopt is en de groene LED (3)
oplicht. Houd het toestel met de gassensor
(1) in de nabijheid van het te meten object
om vast te stellen of er gas ontsnapt.
74
Information in für die Auswertelektronik ver-
ständliche elektrische Impulse um.
(2) Gas-Anzeige LED
Die LED leuchtet auf, wenn das Gerät einen
Alarm aufgrund des Erkennens von Gas aus-
löst.
(3) POWER-Anzeige-LED
Die LED leuchtet, wenn das Gerät einge-
schaltet ist und die Batterien noch über aus-
reichend Kapazität verfügen. Die LED leuch-
tet nicht , wenn die Batterien entladen sind.
(4) STATIC-Anzeige-LED
Die LED leuchtet auf, sobald das Gerät eine
statische Entladung erkennt.
(5) Ein/Ausschalter (ON/OFF)
Mit diesem Schalter wird das Gerät ein-,
bzw. ausgeschaltet. In Stellung „ON" ist das
Gerät eingeschaltet, in Stellung „OFF" aus-
geschaltet.
(6) Trageschlaufe
Die Trageschlaufe soll ein versehentliches
Entgleiten des Gasdetektors aus der Hand
11
Werbung
Inhaltsverzeichnis
