Voor stabiel gebruik moet de afstand van houder tot houder ca. 125 cm
bedragen.
Plaats eerst alle afrasteringsbeugels op het te beschermen gebied /
gebied en druk de grondpen volledig in de grond (de afrasteringsbeugel
kan op elk moment van de grondpen worden verwijderd).
Zorg ervoor dat de halfopen zijden van de grondpennen naar voren
wijzen en het gesloten oppervlak naar de beschermende zijde (zodat het
slakkenhek gelijk met de grond kan worden geplaatst). Het grootste deel
van
de
afrasteringhouder
moet
naar
binnen
wijzen
naar
het
beschermingsoppervlak, zodat de slakken de slakkenafscheiding niet
zonder contact kunnen overwinnen.
Trek vervolgens de eindkap van de afrasteringshouder en leid de
slakkenafrastering door de twee sleuven en druk de eindkap terug op de
houder (let op de binnengeleider van de eindkap).