Slang aansluiten
Gebruik geen slangen met een kleinere diameter dan de inlaat en uitlaat van de
pomp.
De aanzuigaansluiting en de drukaansluiting van het apparaat zijn voorzien van 1
inch buitendraad.
• Controleer de slangen op beschadigingen en lekken.
• Gebruik altijd het meegeleverde voorfilter om schade aan de pomp door het aanzui-
gen van vreemde voorwerpen te voorkomen.
• Houd de aanzuigleiding zo kort mogelijk.
• Steek de slangkoppeling in de wartelmoer zoals getoond in Fig. 5 en breng de
afdichting aan.
• Schuif de slang met slangklem op het slangaansluitstuk en zet de aansluiting vast met
de slangklem.
• Herhaal dit voor de tweede slang.
• Bevestig nu de slangen aan de zuigleiding (item S) en persleiding (item D) met war-
telmoeren, Fig. 6.
Afdichtring Wartelmoer met connector
12
Figuur 5
Figuur 6
Figuur 7
Aangesloten slang
D
S
Aangesloten water voorfilter
V. 1.1
NL