• Gebruik het artikel niet in het donker of bij
slecht zicht.
• Bij langdurig gebruik verhit de rem. Raak
hem niet aan voordat deze afgekoeld is om
brandwonden te voorkomen.
• Laat uw kind het artikel niet zonder toezicht
gebruiken; kinderen kunnen de mogelijke
gevaren niet inschatten.
Voorkomen van materiële scha-
de!
• Vermijd water, olie, kuilen en zeer ruwe
oppervlakken.
Montage
(afbeeldingen gelden als voorbeeld
voor alle varianten van het artikel)
Het artikel wordt in transporttoestand dichtge-
klapt geleverd.
Ga voor het rijklaar maken als volgt te werk:
Uitklappen (afb. A)
1. Schuif de vergrendelingshevel (1) naar
boven en houd deze vast.
2. Trek de hevel (2) naar boven, laat daarna de
vergrendelingshevel (1) los en klap de stuur-
stang (3) naar voren totdat deze vastklikt.
Handgrepen monteren (afb. B)
1. Maak de handgrepen (4) los uit de hou-
ders (5).
2. Duw de arrêteerknoppen (6) op de handgre-
pen (4) naar beneden en schuif de handgre-
pen (4) aan beide zijden in de T-stang (7)
van de stuurstang (3). De arrêteerknoppen
(6) moeten hoorbaar in de hiertoe voorziene
boorgaten (8) klikken.
Hoogte van de stuurstang in-
stellen (afb. C)
De stuurstang kan op vier verschillen-
de hoogten worden ingesteld.
Het artikel mag alleen worden ge-
bruikt wanneer de arrêteerknop in
één van de vier hiertoe voorziene
boorgaten is geklikt en de stuurstang
vervolgens met de snelsluiting is ver-
grendeld!
22
NL/BE
1. Ontgrendel de snelsluiting (9) aan de stuur-
stang (3).
2. Trek de stuurstang (3) naar boven totdat de
arrêteerknop (10) in één van de vier boorga-
ten (11) vastklikt.
3. Vergrendel de stuurstang (3) door de snel-
sluiting (9) vast te zetten.
Balhoofdlager (afb. D)
Het balhoofdlager (12) is bij aflevering van
het artikel vooraf ingesteld. Indien het stuur
na enige tijd te veel speling heeft of te zwaar
draait, laat u het balhoofdlager (12) door een
specialist of in een fietsenwinkel instellen.
Artikel in transporttoestand
brengen (afb. E)
1. Ontgrendel de snelsluiting (9) aan de stuur-
stang (3) en druk op de arrêteerknop (10).
2. Schuif de stuurstang (3) helemaal naar bene-
den en zet de snelsluiting (9) vast.
3. Druk op de arrêteerknoppen (6) van de
handgrepen en trek de handgrepen (4) uit
de T-stang (7).
4. Bevestig de handgrepen in de houders (5).
5. Schuif de onderste vergrendelingshevel (1)
naar boven en houd deze vast.
Trek de hevel (2) naar boven, laat daarna de
vergrendelingshevel (1) los.
6. Duw de stuurstang (3) in de richting van de
treeplank (13) tot deze vastklikt.
Gebruik
Rijden, remmen, parkeren
(afb. F)
• Klap de standaard (15) in voordat u het
artikel gebruikt.
• Als u wilt rijden, plaatst u één been op de
treeplank (13) en zet u met het andere been
regelmatig af om u voort te bewegen.
• Om te remmen trapt u op het achterspatbord
(14).
• Om te parkeren klapt u de standaard (15)
uit. Plaats het artikel alleen op een vlakke
ondergrond.