2. Inschakelen: zie afbeelding 2, schakel de batterijschakelaar in
; zie Afbeelding 3, druk lang op de
knop om de stroom in/uit te schakelen.
3. Batterijweergave: Nadat u het instrument hebt ingeschakeld, licht het instrumentenpaneel op om het
batterijniveau weer te geven. Het batterijniveau wordt weergegeven in 5 rasters, die overeenkomen met een
hoog, gemiddeld en laag batterijniveau.
4. Zie Afbeelding 3, druk lang op de knop
om de koplampen aan/uit te zetten.
5. Start: Voor bekrachtigd rijden drukt u kort op de knop
nadat u de machine hebt ingeschakeld om
de versnelling aan te passen, stapt u op het tandwiel van de fiets en start u de motor ter ondersteuning. Als
er geen motorondersteuning nodig is, kan de stroomvoorziening of de accu worden uitgeschakeld.
NL-176