Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Renkforce 1308085 Bedienungsanleitung Seite 7

Rauchmelder mit stummschaltung
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen

Verfügbare Sprachen

O Gebruiksaanwijzing
Rookmelder met demping
Bestelnr. 1308085
Getest volgens EN 14604:2005/AC:2008 voor zover van toepassing.
Tegenwoordig zijn er twee soorten rookmelders verkrijgbaar: het ionisatiealarm en
de foto-elektrische rookmelder. Beide soorten melders zijn geschikt voor algemeen
gebruik in huis, maar een ionisatiealarm reageert normaal sneller op snel oplaaiende
vlammen; de foto-elektrische rookmelder reageert daarentegen gevoeliger op smeu-
lende branden die langzaam ontstaan. Aangezien huisbranden zich verschillend ont-
wikkelen en de omvang ervan niet te voorspellen is, is het niet mogelijk om vooraf te
zeggen welk alarm de vroegst mogelijke waarschuwing geeft. Voor de beste bevei-
liging van het huis is het dus aan te raden om altijd een ionisatiealarm én een foto-
elektrische rookmelder in te bouwen.
Aanbevolen locaties voor alarmsystemen
• Plaats het rookalarmsysteem in de directe omgeving van de slaapkamer. Probeer de
vluchtroutes uit de slaapkamers veilig te maken, omdat deze ruimtes zich meestal
het verst van de uitgang bevinden. Als er meer dan één slaapkamer is, brengt u in
iedere slaapkamer nog een systeem aan.
• Breng alarmsystemen aan om trappen te beveiligen, omdat trappenhuizen gemak-
kelijk als schoorsteen voor rook en vuur kunnen functioneren en zo voor verdere
uitbreiding kunnen zorgen.
• Let erop dat u minimaal één systeem aanbrengt op elke etage.
• Plaats een rookalarmsysteem in kamers waarin rokers slapen of waarin zich elektri-
sche apparaten bevinden.
• Rook en andere verbrandingsproducten stijgen op naar het plafond van de kamer en
verspreiden zich horizontaal. Breng rookalarmsystemen op het plafond in het mid-
den van de kamer aan, omdat dit punt het dichtst bij alle andere plekken in de ruimte
ligt. In normale woningen heeft montage aan het plafond de voorkeur. In caravans
of campers kan montage aan de interne wanden echter nuttig zijn om te voorkomen
dat er zich een warmtebarrière bij het plafond vormt.
• Als u het rookalarmsysteem aan het plafond monteert, moet u erop letten dat dit
minstens 50 cm van de zijwand en 61 cm van elke hoek is verwijderd (zie diagram A).
Plafond
61 cm min.
Hitte en
rook
door
brand
Hier het best
Dode ruimte
Nooit hier
Diagram A
Vermijd deze locaties
Breng het rookalarmsysteem niet aan in:
• Keuken – Keukenrook en -damp kan het alarm ongewenst activeren.
• Garage – Er ontstaan ook verbrandingsproducten als u uw auto start.
• Bij installaties voor verwarming of klimaatregeling.
• Op het hoogste punt van 'A'-vormige daken.
• In ruimtes waarin de temperatuur beneden 5 °C of boven 45 °C komt.
• Bevestig geen rookmelder aan het plafond van een caravan of soortgelijke ruimtes.
Zonlicht verwarmt het plafond en de lucht in het bovenste deel van de kamer. Door
warme lucht bij het plafond kan de rook van een gevaarlijke smeulende brand niet
bij de rookmelder komen.
°
1134
DOP NO.: 1308085
EN 14604:2005/AC:2008
ROOKMELDER APPARATEN
RF-3982
Normale installatie op één
Normale installatie op meerdere
verdieping
verdiepingen
Keuken
Slaapkamer
Badkamer
Slaapkamer
Hal
Woonkamer
Slaapkamer
Woonkamer
Rookdetector voor extra
beveiliging
Entree
Rookdetector voor minimale
beveiliging
Ontwikkel en test een vluchtplan
13
Beginselen van een vluchtplan
• Stel een etageschema op waarin alle deuren en ramen en minstens twee vluchtwe-
gen uit elke kamer worden aangegeven. Voor ramen op de tweede verdieping kan
een touw of een ladder nodig zijn.
• Houd een gezinsoverleg om het vluchtplan te bespreken en iedereen uit te leggen
wat er moet gebeuren in geval van brand.
• Wijs een plaats buiten het huis aan als verzamelpunt bij een brand.
• Maak iedereen vertrouwd met het geluid van het rookalarmsysteem en maak ieder-
een duidelijk dat ze het huis moeten verlaten als ze dit geluid horen.
• Geef kinderkamers aan met rode stickers in de linkerbovenhoek van het raam. De
stickers zijn verkrijgbaar bij de lokale brandweer.
• Oefen minstens elke 6 maanden een brandalarmsituatie. Oefenen helpt bij het tes-
ten van uw vluchtplan in een noodgeval. Het kan gebeuren dat u uw kinderen niet
kunt bereiken om ze te helpen. Het is belangrijk dat u weet wat er moet gebeuren.
Wat de doen bij alarmsignalen?
• Verlaat direct het huis volgens het vluchtplan. Elke seconde telt, dus verspil geen
tijd door u aan te kleden of door het meenemen van kostbaarheden.
• Open bij het verlaten van de woning geen deuren zonder eerst aan het oppervlak te
voelen. Als dit heet is of als u rook onder de deur uit ziet komen, mag u de deur niet
openen! Gebruik in plaats hiervan de alternatieve vluchtroute. Als het oppervlak van
de deur koel aanvoelt, drukt u er met uw schouder tegen, opent u de deur zonder
veel kracht te gebruiken en moet u erop voorbereid zijn om u weer terug te trekken
als hitte of rook het doorlopen naar de achtergelegen ruimte onmogelijk maakt.
• Blijf dicht bij de vloer als er rook hangt. Adem door een doek die indien mogelijk met
water is bevochtigd.
• Als u buiten bent, gaat u naar de verzamelplaats en controleert u of iedereen aan-
wezig is.
• Waarschuw de brandweer in het huis van de buren, niet in uw eigen huis!
• Ga het huis pas weer binnen als de brandweer hiervoor toestemming heeft gege-
ven.
Vals alarm
Het rookalarmsysteem moet vals alarm tot het minimum beperken. Het roken van siga-
retten activeert het alarm normaal gesproken niet, behalve als de rook rechtstreeks in
de installatie wordt geblazen.
Verbrandingsdeeltjes, die ook bij het koken ontstaan, kunnen het alarm activeren
als het apparaat zich in de buurt van kooktoestellen bevindt. Bij het koken ontstaan
gewoonlijk grote hoeveelheden verbrandingsdeeltjes en rook. Als het systeem alarm
geeft, controleert u eerst of er daadwerkelijk brandhaarden zijn. Als u een brand ont-
dekt, waarschuwt u de brandweer. Als er geen brand is, controleert u of het alarm kan
zijn afgegaan door de boven vermelde oorzaken.
Let op! Als u twijfelt over de oorzaak van een waarschuwing, moet u ervan uitgaan dat
de oorzaak daadwerkelijk brand is en moet iedereen onmiddellijk de woning verlaten.
Gebruik, controle en onderhoud
Gebruik:
Het rookalarmsysteem treedt in werking zodra de batterijen zijn ingebracht. Als er
verbrandingsproducten in de lucht worden waargenomen, klinkt een luid alarm dat
Slaapkamer
ophoudt als de lucht is gereinigd.
Gezinskamer
Controle:
De rookmelder wordt geactiveerd door het indrukken van de activeringslabel. Hier-
door wordt een zelftestprogramma geactiveerd waarbij het alarm klinkt als het
elektronische systeem, de signaalgever en de batterij functioneren. Het wordt sterk
aangeraden het apparaat wekelijks te testen, om zeker te zijn van een probleemloze
werking. Als de melder niet goed werkt, neem dan contact op met de fabrikant.
Verwijder de beschadigde of lege batterijen of correcte wijze om uw milieu te be-
schermen.
Onderhoud:
Het rookalarmsysteem heeft bijna geen onderhoud nodig. In stoffige ruimtes kunt u
echter een stofzuiger gebruiken om de kamerinrichting stofvrij te houden.
Alarmdemping:
Bij alarmsystemen met deze functie kan het alarmsignaal ong. vijf (5) minuten worden
gedempt/uitgeschakeld. Gebruik deze functie alleen als u absoluut zeker weet dat het
alarm door een bekend probleem is afgegaan, bijvoorbeeld door rookontwikkeling bij
het koken of door veel rook van sigaretten of sigaren in een kleine ruimte.
Druk hiertoe op de dempknop van het alarmsysteem, het alarm wordt dan ong. vijf
minuten onderdrukt.

Quicklinks ausblenden:

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis