Herunterladen Diese Seite drucken

Mhouse PT50 Anweisungen Und Hinweise Für Die Installation Seite 8

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 6
Paar zuilfotocellen "PT50" en "PT100"
Waarschuwingen
• De installatie, test en inbedrijfstelling van de automatismen voor deuren en hekken moeten
uitgevoerd worden door beroepsbekwaam en deskundig personeel, dat ook vast moet
stellen welke tests gedaan moeten worden op basis van de aanwezige gevaren en dat
moet controleren of alle wettelijke bepalingen, regelgeving en regels in acht genomen zijn.
• MHOUSE acht zich niet aansprakelijk voor schade tengevolge van een oneigenlijk gebruik
van het artikel dat anders is dan aangegeven in deze handleiding.
• De afvalverwerking van het verpakkingsmateriaal moet plaatsvinden met volledige inacht-
neming van de plaatselijke regelgeving.
• Zorg dat de zuilfotocellen niet onder water of andere vloeistoffen gedompeld raken. Sluit
onmiddellijk de elektrische stroomvoorziening uit indien er vloeistoffen de binnenkant van
het mechanisme binnengedrongen zijn en wend u tot de MHOUSE klantenservice; het
gebruik van het mechanisme in dergelijke omstandigheden kan gevaarlijke situaties ver-
oorzaken.
• Houd de fotocellen niet in de buurt van hittebronnen en stel ze niet bloot aan vlammen.
Dergelijke handelingen kunnen storingen, brand of gevaarlijke situaties veroorzaken.
Beschrijving en gebruiksbestemming
Het paar zuilfotocellen PT50 en PT100 neemt aanwezigheden waar voor hekautomatismen
(type D volgens de norm EN 12453) en maakt het mogelijk obstakels waar te nemen die
zich op de optische as tussen zender (TX) en ontvanger (RX) bevinden. PT50 beschikt over
een op ongeveer 450mm boven de grond geplaatst gevoelig element; PT100 beschikt over
2 gevoelige elementen, het eerste ongeveer 455mm en het tweede ongeveer 915mm
boven de grond. PT50 en PT100 kunnnen uitsluitend gebruikt worden in combinatie met
MHOUSE besturingseenheden voorzien van ECSBus verbindingen.
Installatie
Let op: alle installatiewerkzaamheden moeten zonder spanning naar de installatie uitge-
voerd worden. Indien de bufferbatterij PR1 aanwezig is, moet deze losgekoppeld worden.
1. Kies de plaats van de twee elementen die de fotocel samenstellen (TX-zuil en RX-zuil) met
inachtneming van de volgende voorschriften:
• Zet de zuilen aan de zijkanten van de te beschermen zone, zo dicht mogelijk bij de hek-
draad.
• Controleer of het oppervlak op de grond voldoende compact is om bevestiging met de
bijgeleverde schroeven en plugs mogelijk te maken. Gebruik eventueel andere geschikte
bevestigingssystemen.
• Op het vastgestelde bevestigingspunt op de grond moet een kabeldoorvoerbuis aanwe-
zig zijn.
• Richt de zender TX op de ontvanger RX met een afwijking van ten hoogste 5°.
2. Verwijder de bovenste dop [A] door een schroevendraaier als hefboom te gebruiken
(Fig.1).
3. Verwijder het frontglaasje [B] door er aan te trekken en het naar boven te laten glijden
(Fig.2).
4. Zet de zuilbasis op het punt waar de kabelbuis aankomt. Geef de boorpunten aan en
maak boorgaten met een klopboor met een boorpunt van 8 mm. Zet de zuil tenslotte vast
met de 3 bijgeleverde schroeven [C] van Fig. 3 en bijbehorende pluggen.
5. Verbind de elektrische kabel in de speciale klemmen van zowel de zender TX als de ont-
vanger RX (Fig. 4). Elektrisch gezien moeten alle TX en RX elementen parallel verbonden
worden met elkaar (Fig.5) en met de "ECSBus" van de besturingseenheid. Er hoeft niet
op de polen gelet te worden. Om de handelingen gemakkelijker te maken kunnen de
klemmen verwijderd worden. Voer de verbindingen uit en zet ze dan weer terug.
6. Zet na de werkingscontroles het frontglaasje erin door het ervan bovenaf erin te laten glij-
den, breng tenslotte de bovenste dop aan en druk hem stevig aan.
Aansturing
Voor een correcte herkenning van de fotocellen door de besturingseenheid, moeten de foto-
cellen door speciale brugverbindingen aangestuurd worden. De aansturing dient zowel om
goed herkend te worden in de ECSBus als om de waarnemeingsfunctie toe te wijzen. De
aansturing moet zowel op de zender TX als op de ontvanger RX plaatsvinden (en de brug-
verbindingen op dezelfde wijze aangebracht worden) waarbij gecontroleerd moet worden of
er geen andere paren fotocellen met dezelfde aansturing zijn.
• Indien de zuil in plaats van een reeds bestaande zuil gebruikt wordt, moeten de brugver-
bindingen op precies dezelfde manier geplaatst zijn als in zuil die vervangen is.
• Eventuele ongebruikte brugverbindingen moeten teruggelegd worden in het voor hen
bestemde vak voor gebruik op een later tijdstip (Fig.8).
• Elk type automatisme heeft zijn eigen kenmerken en de fotocellen kunnen op verschillen-
de plaatsen aangebracht worden voor diverse detectiefuncties. Controleer in Fig.7, Fig.8
en Fig.9 de vastgestelde plaatsen en breng de brugverbindingen aan volgens tabel 1.
SCHUIFHEK: MhouseKit SL1 (Fig.7)
VLEUGELHEK: MhouseKit WU2; WK2; WG2 (Fig.8)
GARAGE: MhouseKit GD1; GD2 (Fig.9)
Opmerking: op automatismen met MhouseKit GD1 kan alleen fotocel "A" gebruikt worden.
Technische kenmerken
PT50 en PT100 zijn een artikel van NICE S.p.a. (TV) I, MHOUSE S.r.l. is een vennootschap
behorende tot de groep NICE S.p.a.
Ter verbetering van haar artikelen behoudt NICE S.p.a. zich het recht voor op ieder moment
en zonder voorbericht wijzigingen aan te brengen aan de technische kenmerken zonder
afbreuk te doen aan de goede werking en gebruiksbestemming daarvan.
Opmerking: alle technische kenmerken hebben betrekking op een temperatuur van 20°C.
Zuilfotocellen PT 50 en PT100
Type: Zuil met detectie van aanwezigheden voor automatismen van automatische hekken en
deuren (type D volgens norm EN 12453) bestaande uit paren "TX" zenders en "RX" ontvangers
Gevoelige elementen: PT50: 1 stk, ongeveer 450 mm boven de grond
PT100: 2 stks, de eerste 455 mm en de tweede 915mm boven de grond
Gebruikte technologie: Optisch, door middel van directe TX-RX interpolatie met gemo-
duleerde infraroodstraal
Detectievermogen: Ondoorzichtige voorwerpen geplaatst op de optische as tussen TX-
RX met afmetingen groter dan 50mm en snelheid minder dan 1,6m/s
Tabel 1
Fotocel
Brugverbindingen
A Fotocel "laag" met
inwerkingtreding bij sluiting
B Fotocel "hoog" met
inwerkingtreding bij sluiting
C Fotocel "laag" met
inwerkingtreding bij opening
en sluiting
D Fotocel "hoog" met
inwerkingtreding bij opening
en sluiting
Opmerking bij fotocel "G": meestal is er geen enkele beperking wat de plaats van de twee
elementen die de fotocel samenstellen (TX-RX) betreft. Alleen indien fotocel G samen met
fotocel B gebruikt wordt, moet de plaats van de elementen aangehouden worden volgens
de aanwijzingen in Fig.7.
Herkenning van de inrichtingen
Indien de zuil gebruikt wordt ter vervanging van een reeds bestaande, is er geen herken-
ningsfase vereist. Wanneer met de ECS Bus verbonden inrichtingen toegevoegd of verwij-
derd worden, moet de herkenningsfase opnieuw gedaan worden als volgt:
1. Druk op toets P2 [A] van Fig.10 op de besturingseenheid en houd hem ten minste drie
seconden lang ingedrukt. Laat dan de toets los.
2. Wacht enkele seconden totdat de besturingseenheid de inrichtingen herkent
3. Aan het eind van de herkenning moet LED P2 [B] van Fig.10 uitgaan. Indien de LED knip-
pert, is er ergens een fout.
Werkingscontrole
Controleer na de herkenningsfase of LED SAFE [A] van Fig.11 op de fotocel knippert (zowel
op zender TX als ontvanger RX). Controleer in tabel 2 de fotocelstatus op basis van het type
knipperen.
Tabel 2
LED SAFE
Status
Uit
Fotocel niet gevoed of defect
3 keer snel knipperen en 1
Inrichting niet herkend door
seconde pauze
besturingseenheid
Zeer langzaam knipperlicht
TX zendt normaal.
RX ontvangt een uitstekend
signaal
Langzaam knipperlicht
RX ontvangt een goed signaal
Snel knipperlicht
RX ontvangt een zwak signaal
Zeer snel knipperlicht
RX ontvangt een zeer zwak
signaal
Altijd aan
RX ontvangt geen enkel sig-
naal
Test
Let op: na toevoeging of vervanging van zuilfotocellen moet de gehele automatisering
opnieuw getest worden volgens de aanwijzingen in de installatiehandleidingen in hoofdstuk
"Test en inbedrijfstelling"
• Om de zuilfotocellen te controleren en vooral of er geen interferenties met andere inrich-
tingen zijn, laat u een 30 cm lange cilinder (Fig. 12) met een diameter van 5 cm over de
optische as gaan, eerst dichtbij de Zender TX, vervolgens dichtbij de ontvanger RX en
tenslotte in het midden van de twee en controleert u of de inrichting in alle gevallen van
de actieve status naar de alarmstatus overgaat en vice versa en of hij de voorziene han-
deling in de besturingseenheid veroorzaakt, bijvoorbeeld: in de sluitmanoeuvre omkering
van de beweging veroorzaakt.
Zendhoek TX: ongeveer 20°
Ontvangsthoek RX: ongeveer 20°
Nuttig bereik: Tot 10m met maximale TX-RX asafwijking van ± 5° (de inrichting kan ook in
bijzonder ongunstige weersomstandigheden een obstakel signaleren)
Voeding/uitgang: De inrichting kan alleen aan "ECSBus" net verbonden worden waaruit hij
de elektrische stroom pakt en de uitgangssignalen stuurt.
Opgenomen vermogen: PT50: 1 ECSbus eenheid; PT100: 2 ECSbus eenheden:
Maximale kabellengte: Tot 20 m (houd u aan de waarschuwingen voor minimum door-
snede en type kabels)
Aansturingsmogelijkheden: Tot 7 detectors met beschermfunctie en 2 met openingsfunctie.
Dankzij het automatische synchronisme zijn er geen interferenties tussen de diverse detectors.
Bedrijfsomgevings-temperatuur: -20 ÷ 50°C
Gebruik in zure, zoute of potentieel explosieve atmosfeer: Nee
Montage: Op de grond op vlak oppervlak
Beschermingsgraad: IP55
Afmetingen / gewicht (TX en RX): PT50: Ø 70, h 485 / 656g*
PT100: Ø 70, h 945 / 1207g (* voor details bevestigingsbasis zie figuur 3)
Fotocellula
Ponticelli
E Fotocel "rechts" met
inwerkingtreding bij
openinga
F Fotocel "links" met
inwerkingtreding bij opening
G Alleen voor "schuif" hekken
"Enige" fotocel die
het hele automatisme dekt
met inwerkingtreding zowel
bij opening als bij sluiting
Handeling
Controleer of er op de foto-
celklemmen een spanning
van ongeveer 8–12 Vdc is;
indien de spanning goed is, is
de
fotocel
waarschijnlijk
defect
herhaal de procedure van
herkenning door de bestu-
ringseenheid Controleer of
alle fotocelparen verschillende
adressen hebben
Werking normaal
Werking normaal
Werking normaal maar het is
beter de TX-RX as en de goe-
de reiniging van de glaasjes te
controleren
Werking bijna normaal, maar
de TX-RX as en de goede rei-
niging van de glaasjes moe-
ten gecontroleerd worden
Controleer of de LED op de
zender TX zeer langzaam
knippert. Controleer of er een
obstakel is tussen TX en RX;
controleer of TX – RX op één
lijn liggen.

Werbung

loading

Diese Anleitung auch für:

Pt100