Finder 80.01 Kurzanleitung Seite 5

80.01.0.240.0000
(12...240) V AC (50/60 Hz) / DC
U : 10.8 V AC / DC
min
U : 265 V AC / DC
www.findernet.com max
1 CO (SPDT)
80.01
16 A 250 V AC
AC1 4000 VA
AC15
(230 V AC)
M 0,55 KW
(230 V AC)
(–10...+50)°C
IP 20
1
A
B
C
D
88.8 mm
2
3
3a
750 VA
3b
60.8 mm
17.5 mm
3c
3d
3e
• Open Type Device
• Pollution degree 2 Installation Environment
• Maximum Surrounding Air Temperature 40°C
• Use 60/75°C copper (Cu) conductor only and
wire ranges No. 14–18 AWG, stranded or solid
• Terminal tightening torque of 7.1 Ib.in. (0.8 Nm)
NEDERLANDS
80.01 TIJDRELAIS, MULTIFUNCTIE
1
FRONTAANZICHT
A = Tijdbereik-keuzeschakelaar
B = Tijdinstelling
C = LED
D = Functiekeuzeschakelaar
2
TIJDBEREIKEN
3
AANSLUITSCHEMA / FUNCTIES
(OPMERKING: functie voor het inschakelen van de
voedingsspanning instellen)
3a Functies zonder externe START:
Aansturing via startcontact in de voedingsleiding naar A1.
AI = Vertraagd-opkomend
DI = Inschakel-wissend
SW = Knipperfunctie - impulsbeginnend
3b Functies met externe START:
Aansturing via startcontact in de stuurleiding naar B1.
BE = Vertraagd-afvallend
CE = Inschakel- en afvalvertragend
DE = Inschakel-wissend (impulsvormer)
3c Het is toegestaan parallel aan B1 een andere belasting zoals
een relais of tijdrelais aan te sturen.
3d Volgens EN 60204-1 dient bij AC de L en bij DC de + op A1
respectievelijk B1 te worden aangesloten.
3e De aansturing via B1 is ook met een andere spanning dan de
voedingsspanning mogelijk.
Bijvoorbeeld: op A1-A2 = 230 V AC, op B1-A2 = 12 V DC.
OVERIGE GEGEVENS
Minimale impulsduur: 50 ms.
Hersteltijd: ≤ 50 ms.
Voor 35 mm railmontage (EN 60715).
BEDRIJFSVOORWAARDEN
In overeenstemming met de EMC-richtlijn 89/336/EEC hebben
de tijdrelais een bepaalde immuniteit tegen uitgestraalde en
leidinggevoerde storingen die hoger is dan de eisen volgens EN
61812-1 voorschrift. Onafhankelijk hiervan kunnen transformatoren,
motoren, magneetschakelaars en sterkstroomvoerende leidingen
storingen afgeven die de elektronica van de tijdrelais verstoren.
Op grond hiervan dienen de leidingen op aansluitingen A1 en
A2 zo kort mogelijk te worden gehouden. Indien nodig kan op
A1 en A2 van het tijdrelais een RC-combinatie, varistor of
overspanningsbeveiliging worden aangesloten.