3. GEBRUIK
NL
3.1. OVERZICHT VAN HET APPARAAT
(13). Snelheidsmodus (14). Pictogram voetgangersmodus actief (15). Onmiddellijke
snelheid
(16). Indicator voor activering van de lichten (17). Indicator type snelheid (18). Indicator
accuniveau (19). Knop activering led-verlichting (20). Schakelknop
• Om de led-verlichting in of uit te schakelen, drukt u op de knop op de rechter
handgreep (19).
• Het remlicht (10). is enkel actief als de led-verlichting (16). actief is.
(1). Accelerator, versnellingen en led-
lampjes
(2). Scherm
(3). Remhendel startsleutel
(4). Startsleutel en USB-aansluiting
(5). Koplampen vooraan
(6). Voorwiel/motor
(7). Oplaadpoort
(8). Vouwsysteem
(9). Vouwbeveiliging
(10). Achterlicht en remlicht
(11). Achterwiel/schijfrem
(12). Steunpoot
Voorzichtig, druk niet op het
spatbord om te remmen.
122