5. Wanneer de kamertemperatuur aangenaam aanvoelt, draait
u de thermostaatknop
wordt uitgeschakeld
De verwarmingstemperatuur is nu ingesteld op de huidige
kamertemperatuur.
Het apparaat verwarmt de ruimte automatisch op de ingestelde
kamertemperatuur.
3.5. Kantelbeveiliging
Dit apparaat is beveiligd met een kantelbeveiliging die het
apparaat automatisch uitschakelt als het apparaat omvalt.
Wanneer de kantelbeveiliging is ingeschakeld, moet het apparaat
worden gereset:
1. Draai de vermogensschakelaar
2. Laat het apparaat afkoelen.
3. Haal de voedingskabel
4. Verwijder de oorzaak waardoor het apparaat is omgevallen.
5. Wacht minimaal 5 minuten voordat u het apparaat weer in
gebruik neemt.
3.6. Oververhittingsbeveiliging
Dit apparaat is beveiligd met een oververhittingsbeveiliging die
het apparaat automatisch uitschakelt in geval van oververhitting.
Wanneer de oververhittingsbeveiliging is ingeschakeld, moet het
apparaat worden gereset:
1. Draai de vermogensschakelaar
2. Laat het apparaat afkoelen.
3. Haal de voedingskabel
4. Verwijder eventuele blokkades uit de ventilatieopening
5. Wacht minimaal 20 minuten voordat u het apparaat weer in
gebruik neemt.
GEBRUIKERSHANDLEIDING
3
langzaam terug totdat het apparaat
4
naar 0.
2
uit het stopcontact.
naar 0.
4
2
uit het stopcontact.
1
.
15