Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Informations Concernant La Locomotive Réelle; Informatie Van Het Voorbeeld - Märklin 1 144 Serie Bedienungsanleitung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 8
Informations concernant la locomotive réelle
La crise économique des années 20 du 20e siècle entraîna un ralentis-
sement notable des activités de la Deutsche Reichsbahn en matière
d'électrification de lignes. Parallèlement, les commandes de nouvelles
locomotives électriques furent gelées. Les trois fabriques de locomo-
tives Bergmann-Elektrizitäts- Werke AG, Maffei- Schwartzkopf-Werke
GmbH et Siemens-Schuckert- Werke AG profitèrent de cette lacune
pour développer une nouvelle locomotive électrique de leur crû. Chaque
constructeur mit au point son prototype propre, ce qui amena la Deut-
sche Reichsbahn a créer trois séries de machines, à savoir E 44
(de SSW), E 445 (de MSW) et E 4420 (de BEW).
Tandis que la E 4420 restait un exemplaire unique et que la E 445 donnait
naissance à deux sous-séries comprenant chacune 4 exemplaires, la
E 44 de Siemens devenait le maître achat incontesté avec 180 exem-
plaires construits en tout. Les dernières machines ont même été com-
mandées par la DB, car la fabrication de cette locomotive s'est étalée
sur environ 20 années.
Ces locomotives furent utilisées essentiellement sur la ligne Stuttgart
– Augsbourg, électrifiée depuis 1933. Des 174 exemplaires construits
avant la Guerre, 45 ont été repris par la Deutsche Reichsbahn et renu-
mérotés plus tard dans la série 244. Les locomotives restantes ont été
reprises par la Deutsche Bundesbahn et renumérotées dans la série 144
à partir de 1968. Quelques-unes de ces machines ont été modifiées pour
la traction de trains navettes.
Une des différences marquantes par rapport aux anciennes locomotives
électriques était la présence de deux bogies sans aucun bissel. Les E 44
ont donc été en quelque sorte les ancêtres des modernes locomotives.
Capables de rouler à une vitesse maximale de 90 km/h et développant
une puissance pouvant aller jusqu'à 2 200 kW, ces machines réussies
ont pu assurer la traction de trains jusqu'au coeur de l'époque IV. Les
dernières E 44 ont été radiées en 1982 par la Deutsche Bundesbahn et
en 1992 par la DR. Plusieurs exemplaires de cette série sont aujourd'hui
préservés comme locomotives de musée.
Vorbild • Prototype

Informatie van het voorbeeld

De economische crisis aan het eind van de jaren twintig in de 20e
eeuw leidde tot een voorbijgaand verflauwen van de activiteiten van
de Deutsche Reichsbahn bij de verdere elektrificatie van de trajecten.
Tegelijk werd ook de aanschaf van nieuwe elektrische locomotieven
onderbroken. Dit gat werd door de drie locomotieffabrieken Berg-
mann-Elektrizitäts-Werke AG, Maffei- Schwartzkopf-Werke GmbH en
Siemens-Schuckert-Werke AG door de eigen ontwikkeling van een
nieuwe eloc opgevuld. Elke fabriek ontwikkelde haar eigen oplossing,
die door van de Deutsche Reichsbahn onder de serie E 44 (SSW-ver-
sie), E 445 (MSW-versie) en E 4420 (BEW-versie) ingevoerd werd.
Terwijl de E 4420 een enkeling bleef en de E 445 slechts in twee kleine
bouwseries met ieder 4 exemplaren geproduceerd werd, was de E 44
van Siemens de onmiskenbaar meest succesvolle ontwikkeling met
een aantal van meer dan 180 exemplaren. Daarbij werden de laatste
locomotieven van deze serie zelfs nog door de DB aangeschaft, waar-
door bij deze loc een totale bouwtijd van ca. 20 jaar ontstaan is.
Deze locomotieven werden met concentratie op het vanaf 1933
geëlektrifi-ceerde traject Stuttgart-Augsburg ingezet. Van de 174 voor
de oorlog geproduceerde versies bleven 45 stuks bij de Deutsche
Reichsbahn en werden daar later als serie 244 aangeduid. De overige
modellen werden door de Deutsche Bundesbahn overgenomen en
vanaf 1968 als serie 144 gevoerd. Enkele van deze voertuigen werden
voor het keertreinbedrijf technisch aangepast.
Een van de kenmerkende verschillen met de vroegere eloc-construc-
ties is het gebruik van twee draaistellen zonder voorloopassen.
Daarmee vormt deze loc de oervoorouder van de moderne construc-
ties. Met een maximumsnelheid van 90 km/h en een vermogen van
maximaal 2200 kW kon deze geslaagde constructie aan eisen van het
bedrijf tot in tijdperk IV voldoen. De E 44 werd bij de Deutsche Bundes-
bahn in 1982 buiten dienst gesteld. Voor de E 44 bij de DR was in 1992
het einde aan het bedrijf gekomen. Een karige handvol machines zijn
tot op heden als museumlocomotieven gehouden gebleven.
5
Exploitation dans le réelle • Grootbedrijf

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

55291

Inhaltsverzeichnis