afx light LZR1000RGB-IP-FC Bedienungsanleitung Seite 25

tussen patroon A en patroon B. Voor het gemak worden de volgende punten weergegeven in
respectievelijk tabel 1 en tabel 2 aan het einde van de handleiding.
• ILDA console mode: Ingang ILDA-signaal, uitgang ILDA-effect.
Effectenbibliotheek: Elke effectbibliotheek is opgeslagen als een sequentie op het moederbord:
1. Geometrische sequentie (Gypsophalange filter);
2. Bruiloftsthema;
3. Kerstthema-sequentie;
4. Straalsequentie (geen filter);
5. Geometrische sequentie (Melkwegnevel);
6. 3D-sequentie (3D-filter);
7. Puntcirkelsequentie (puntcirkelfilter);
8. Lange virtuele puntenreeks (lang virtueel puntfilter);
LED display instructie:
{INTR}{DMX}{APP}{SET}{SND}{SEL} voor status identificatie.
• {INTR} Geeft aan dat de armatuur het ingebouwde effect gebruikt. Als de statusvlag alleen brandt
(INTR}, is het de ingebouwde effect-afspeelmodus.
• {DMX} geeft aan dat de armatuur wordt bestuurd door het DMX-signaal. De statusvlag brandt
alleen (DMX) voor de standaard DMX-regelmodus
• {INTR} {DMX} is een eenvoudige DMX-modus die het ingebouwde scenario oproept via DMX-sig-
nalen.
• {SET} geeft aan dat de armatuur in de systeeminstelstatus is.
• {SND} geeft aan dat de beweging van het patroon wordt bestuurd door het geluid als de ar-
matuur in de ingebouwde modus staat.
• {SEL} In de instelstatus brandt de indicator om aan te geven dat de huidige insteloptie is in-
geschakeld.
{INTR} de status van het digitale displaygedeelte
• {AL} geeft de mixmodus aan in de ingebouwde modus (het afspelen van de scène wordt uit elke
sequentie gehaald).
• {P ###} Geeft de scèneweergavemodus aan wanneer de ingebouwde modus wordt weergegeven.
De weergegeven waarde is het scènenummer.
• {SE ##} geeft de modus sequentie afspelen aan wanneer de ingebouwde modus wordt weerge-
geven en de weergegeven waarde is het sequentienummer.
{DMX} de status van het digitale displaydeel.
{INTR} + {DMX}de status van het digitale displaydeel.
• {A ###} Geeft de DMX-adrescode voor de armatuur aan.
• {SET} Geeft de status van het digitale displaygedeelte aan.
• {SE ##} Geeft aan of de digitale displaysequentie is geselecteerd wanneer de gemengde modus
van de ingebouwde modus wordt gebruikt.
(Opmerking: {SEL} statusvlag geeft aan of de sequentie is geselecteerd).
• {DR- ||} geeft de X-spiegelinstelling aan.
• {DR- =} vertegenwoordigt de Y-spiegelinstelling.
• {DR- = ||} vertegenwoordigt de XY-offset.
• {x ###} vertegenwoordigt de X projectieamplitude, het digitale gedeelte is de volle schaal procen-
tuele waarde.
(Opmerking: {SEL} kan worden ingesteld met de knop op het bord).
• {y ###} staat voor de Y-projectieamplitude (Opmerking: hetzelfde als hierboven).
• {r0FF} Geeft aan of de afstandsbedieningsfunctie al dan niet is uitgeschakeld.
De virtuele afstandsbediening van de APP voor mobiele telefoons is dezelfde als die beschreven in
het vorige hoofdstuk.
Uitgeschakeld: Na een paar uur geen bediening gaat het digitale gedeelte van het scherm uit (Op-
merking: de schermfunctie met het specifieke model, sommige modellen hebben de functie niet)
www.afx-light.com
25 EN