Philips PM 5509 Bedienungsanleitung Seite 52

gpa aN his tia
Srl SEN Soe Sere, OM 2
Pes CURA, eRe AEM TEAS
Se NACA i ak a rs art EN a sae Te ae Neat cate,
51
H. TESTBEELD 8 (Fig. 19)
"Dem"
Speciaal balkenpatroon (4 verticale balken en een horizontale referentie balk).
Balk 1 bevat (R-Y) en (B-Y) informatie en waarin (G-Y) = 0. Deze balk kan worden gebruikt om de (G-Y)-matrix
in te stellen.
Balk 2 en de horizontale referentie balk bevatten geen kleureninformatie, dus alleen een luminantie signaal.
1.™ Controle van het PAL-vertragingslijn circuit en de schakelaar. De (R-Y) informatie in balk 3 is
gecodeerd volgens de N.T.S.C. norm, d.w.z. dat de polariteit van het (R-Y)-signaal niet elke lijn
veranderd. Het kleurensalvo is echter wel gecodeerd volgens PAL norm. en daardoor is de goede
werking van de PAL-schakelaar in een kleurenontvanger verzekerd. Dit Dem" testbeeld is ontwikkeld
voor het op het beeldscherm afregelen van de 64 ys-chroma-vertragingslijn in amplitude en phase.
Treedt het z.g. "jaloezie-effect"' (venetian blinds) op, dan moet de vertragingslijn opnieuw worden
afgeregeld. Men kan de fouten onderscheiden in phase- en amplitude fouten door te bekijken in
welke balk het verschijnsel 'venetian blinds'' optreedt.
— Amplitude fout (zie fig. 20):
iedere lijn van de derde balk bevat dezelfde hoeveelheid (R-Y) informatie. Een fout in de vertra-
gingslijn geeft een verschil in amplitude tussen het directe en het vertraagde signaal.
Dit wordt door het "'jaloezie effect" in balk 3 zichtbaar.
Let niet op de kleuren, maar alleen op het "jaloezie effect'.
— Phase fout:
een phase fout zal een "jaloezie effect'' in de balken 1 en 4 veroorzaken.
De vierde balk bevat alleen (B-Y) informatie, welke iedere opeenvolgende lijn 180° wisselt.
Het (B-Y) resultaat zal nul zijn als er geen phase fout in de vertragingslijn is.
Indien er een phase-verschil is tussen het directe en het vertraagde signaal, zal dit resulteren in een
(R-Y) component. Deze fout zal zich voordoen in de eerste en de vierde balk (zie fig. 21 en fig. 22).
2." Demodulator controle
Controleer eerst of chrominantievertragingslijn goed is ingesteld alvorens met de (R-Y) en (B-Y)
demodulatoren verder te gaan.
De hulpdraaggolf moet in de juiste phase aan de (R-Y) en (B-Y) demodulatoren worden toegevoerd.
Indien dit niet het geval is, zullen in de derde en vierde balk kleuren verschijnen (zie fig. 23).
Dit wordt veroorzaakt door een verschil in phase tussen het hulpdraaggolfsignaal en de (R-Y) en
(B-Y) signalen.
Als de demodulatoren goed zijn ingesteld, zijn de derde en vierde balk grijs. Als de phase van de
hulpdraaggolf tussen beide demodulatoren niet precies 90° is, moet dat worden afgeregeld.
Deze phase-fout uit zich als een gekleurde derde of vierde balk (afhankelijk van het type ontvanger),
zie fig. 24. Er zijn ontvangers met een 90° (R-Y) referentie (derde balk) en met een 90° (B-Y)
referentie (vierde balk).
3.™ Controle van de matrix.
Als het blauwe en rode kanon wordt uitgeschakeid, hebben de eerste 2 balken dezelfde groen
intensiteit indien de G-Y matrix correct is ingesteld.
1. TESTBEELD 9 (Fig. 25)
"Colour bar'
Het bovenste gedeelte van dit testbeeld wordt gevormd door het normale standaard kleurbalkensignaal met
75 % contrast. De balken zijn gerangschikt volgens afnemende helderheid.
De kleuren van de balken zijn van links naar rechts: wit D, geel, cyaan, groen, magenta, rood, blauw en zwatt.
Dit testbeeld wordt gebruikt voor het instellen van de z.g. "kiantenknoppen" van de ontvanger.
Het onderste gedeelte van dit testbeeld dient als referentievlak, zodat men vanaf het beeldscherm de amp lituden
van de kleurenverschil-signalen t.o.v. het luminantie signaal kan instellen.
Het is een ideaal testbeeld voor herinstelling van de amplitude van de demodulator signalen en het matrix circuit
omdat de uitgang kan worden vergeleken met de referentie balk.