Makita RM350D Betriebsanleitung Seite 116

Foutcode Informatie over de foutcode
E103 De robotmaaier is gekanteld.
E104 Opgetild.
E105 De botssensor heeft een probleem.
E200 De lussensor heeft een probleem.
E201 De kantelsensor heeft een probleem.
E202 De stopschakelaar heeft een probleem.
E203 De IMU-sensor heeft een probleem.
E204 De maaihoogtesensor heeft een
probleem.
E206 De hefsensor heeft een probleem.
Als u vermoedt dat er een storing is
PROBLEMEN OPLOSSEN
Voordat u om reparatie of informatie vraagt, controleert u eerst of het volgende van toepassing is op uw situatie.
Probleemomschrijving
Geen weergave op het lcd-scherm.
De robotmaaier werkt niet.
De robotmaaier kan niet koppelen aan het
laadstation.
De robotmaaier keert niet terug naar het
laadstation.
De accu is leeg maar wordt niet opgeladen na
het koppelen in het laadstation.
De robotmaaier blijft gedurende een lange tijd
in het laadstation en begint niet te maaien.
Abnormale trillingen/lawaai
Oorzaak
Het apparaat is gekanteld onder een onacceptabele
hoek.
De hefsensor is geactiveerd omdat het apparaat
tegen een obstakel is gebotst of er overheen is
gereden.
De bovenafdekking kan iet terugkeren naar de
standaardpositie.
De draadsensor maakt slecht contact of is defect.
De communicatie met de kantelsensor is mislukt.
De betrouwbaarheid van de "STOP"-knop neemt af.
De communicatie met de IMU-sensor is mislukt.
De sensor van het hefmechanisme maakt slecht con-
tact of is defect. Er zit een fout in de aansluiting.
De betrouwbaarheid van de hefsensor neemt af.
Waarschijnlijke oorzaak (storing)
Is de robotmaaier uitgeschakeld?
Is een fout opgetreden? (Knippert de led-lamp
rood?)
Het laadstation is vervormd.
De begeleidingsdraad ligt niet recht vanaf het
laadstation of de afstand is onjuist.
De begeleidingsdraad is niet goed bevestigd aan
het laadstation.
Aangezien de robotmaaier in de actieve zoekperi-
ode van het begeleidingssignaal zit, keert hij niet
terug aan de hand van het begrenzingssignaal.
De robotmaaier verlaat het laadstation niet nadat
het maaigebied is veranderd.
De robotmaaier kan niet terugkeren aan de hand
van het begrenzingssignaal omdat de begren-
zingsdraad in de buurt van het laadstation ver-
keerd gemonteerd is.
Als de acculading helemaal op is, kan het enige
tijd duren voordat de accu wordt opgeladen.
Het displaydeksel is gesloten, maar er is niet op
de knop voor het starten van het maaien gedrukt.
De robotmaaier staat stand-by nadat hij is terug-
gekeerd naar het laadstation.
De robotmaaier werkt niet als de accutemperatuur
te hoog of te laag is.
Het maaimes is beschadigd.
Vreemde materialen zitten vast in de
maaimessen.
116
Handeling
Verplaats het apparaat naar een vlak gedeelte.
Monteer de begrenzingsdraad opnieuw zodanig dat
steile hellingen buiten het maaigebied vallen.
Houd afstand tussen het obstakel en het maaigebied,
en herstart het apparaat.
Als het apparaat tegen een obstakel staat, haalt u het
apparaat van het obstakel af. Verwijder al het vuil en
alle vreemde voorwerpen tussen de bovenafdekking
en het maaidek, en verzeker u ervan dat de bovenaf-
dekking vrij kan bewegen rond de schuifassen.
Neem contact op met de dealer of ons
verkoopkantoor.
Oplossing
Schakel de robotmaaier in. (Raadpleeg de paragraaf "In- en
uitschakelen".)
De robotmaaier werkt niet wanneer een fout is opgetreden.
(Raadpleeg de paragraaf "BEVEILIGINGSSYSTEEM".)
Monteer het laadstation stevig op een vlakke ondergrond.
Raadpleeg het hoofdstuk "Het laadstation plaatsen" in de
Montagehandleiding voor informatie over het plaatsen van het
laadstation.
Monteer de begeleidingsdraad minstens 2 meter recht vanaf het
laadstation.
Raadpleeg het hoofdstuk "Montagevoorwaarden voor de bege-
leidingsdraad" in de Montagehandleiding voor informatie over het
monteren van begeleidingsdraden.
Bevestig de begeleidingsdraad in de gleuf door het midden van
de grondplaat van het laadstation.
Raadpleeg het hoofdstuk "De begeleidingsdraad monteren" in de
Montagehandleiding voor informatie over het monteren van de
begeleidingsdraad.
Als geen begeleidingsdraad is gemonteerd, stelt u de actieve
zoekperiode van het begeleidingssignaal in op 0 minuten.
Raadpleeg de paragraaf "De actieve zoekperiode van het bege-
leidingssignaal instellen" voor de instelprocedure.
Laat de robotmaaier wegrijden uit het laadstation en laat hem het
magnetische veld van de omgeving opslaan in zijn geheugen.
Raadpleeg de paragraaf "Navigatievoorkeuren" voor de
instelprocedure.
Monteer de begrenzingsdraad 1,5 meter recht vanuit beide zij-
kanten van het laadstation.
Raadpleeg het hoofdstuk "De begrenzingsdraad monteren" in
de Montagehandleiding voor informatie over het monteren van
begrenzingsdraden.
Koppel de robotmaaier in het laadstation terwijl de voeding is
ingeschakeld en wacht enige tijd tot het opladen begint. Als het
probleem aanhoudt, neemt u contact op met ons verkoopkantoor
of een lokale dealer.
Sluit het displaydeksel nadat u op de knop voor het starten van
het maaien hebt gedrukt. Raadpleeg de paragraaf "Het maaien
starten" voor instructies.
Controleer de opties voor de werking na het opladen.
Raadpleeg de paragraaf "Voorkeuren parkeren" voor instructies.
Herstart de robotmaaier na enige tijd.
Controleer de staat van de maaimessen en vervang ze door
nieuwe maaimessen en bevestigingsschroeven.
Raadpleeg de paragraaf "De maaimessen vervangen" voor infor-
matie over het vervangen.
Controleer het gedeelte rond de maaimessen en verwijder al het
vreemde materiaal.
NEDERLANDS