Uitvoerapparaten; Operationele Kenmerken; Flexibiliteit Betreffende Het In- En Uitschakelen; Alarmcommunicatie - Scantronic i-on30R+ Benutzerhandbuch

Uitvoerapparaten

Uw installateur kan uw alarmsysteem voor-
zien van externe apparaten zoals lampen
of het verwarmingssysteem die kunnen
worden in- of uitgeschakeld.
Apparaten kunnen automatisch worden
in- of uitgeschakeld in functie van de
instellingen vastgelegd in het systeem of
wanneer er een alarm optreedt. U kunt ze
natuurlijk ook manueel in- of uitschakelen
via het bedieningspaneel, met behulp
van een afstandsbediening of via de
SecureConnect-app..

Operationele kenmerken

Dit deel biedt een overzicht van de andere
operationele functies van een i-on alarm-
systeem bekeken vanuit het standpunt van
de gebruiker.
Flexibiliteit betreffende het in- en
uitschakelen
De installateur heeft verschillende opties
om het in- en uitschakelproces in het
systeem te configureren zoals u dit wenst.
Wanneer uw behoeften veranderen, neem
dan contact op met uw installateur die het in-
en uitschakelproces zal aanpassen zonder dat
hiervoor fysieke veranderingen nodig zijn.
Uw systeem is ingesteld als een systeem
van deel schakelen of als een gepartitio-
neerd systeem:
Deelschakeling systeem
Bij deelschakeling systeem kan het
systeem worden ingeschakeld op een
van de volgende vier manieren: volledig
inschakelen of een van de drie deelschake-
lingen (deelschakeling B, C of D). Wanneer
het systeem volledig wordt ingeschakeld,
worden alle zones ingeschakeld. Wanneer
het systeem voor een deel wordt ingescha-
keld, worden alleen de zones die tot de
deelschakeling behoren ingeschakeld.
Een deelschakeling kan bijvoorbeeld de
zones beneden inschakelen en de zones
boven uitgeschakeld laten (bijv. 's nachts).
Gepartitioneerd systeem
Een gepartitioneerd systeem is bedoeld
voor grotere installaties zoals kantoorpan-
den die worden gebruikt door meerdere
bedrijven.
Pagina 38
Een gepartitioneerd systeem bestaat uit
een aantal partities (bijvoorbeeld één per
bedrijf) die individueel kunnen worden in-
en uitgeschakeld zonder enige invloed uit
te oefenen op een andere partities.
Daarnaast kan elke partitie volledig of
gedeeltelijk worden ingesteld (deelschake-
ling B, C of D) net zoals dit het geval is bij
een deelschakeling.

Alarmcommunicatie

Als het systeem een alarm detecteert,
activeert deze een externe zoemer/flitser en
de interne zoemers, waaronder de zoemer
in bedieningspanelen.
Als u dit wenst kan de installateur het
systeem ook zo configureren dat de
alarmen extern worden gemeld aan:
• een alarmcentrale, via het internet of
via een vaste telefoonlijn of mobiel
netwerk.
• een e-mailadres. (via SecureConnect).
• een telefoon via een tekst- of gespro-
ken bericht.
Opmerking: Communicatie via internet is
standaard voorzien. Om de besturingseen-
heid te kunnen verbinden met een mobiele
telefoon (4G/3G/2G) of een vaste lijn
(PTSN) moet de installateur een opsteek-
module installeren.

Gebruikersopties

Gemachtigde gebruikers kunnen het
gebruikersmenu openen op het bedie-
ningspaneel. Dit menu bevat de opties om
gebruikers toe te voegen, zones te over-
bruggen, logboekinformatie op te vragen,
het systeem te testen, het systeem te
configureren en randapparaten (uitgangen)
in of uit te schakelen.
Alle details betreffende de gebruikersopties
vindt u in de handleiding Systeembeheer
en de Gebruiksaanwijzing .

Gebruikers en gebruikerstypes

I-on biedt de mogelijkheid om verschil-
lende gebruikers te definiëren die elk een
unieke toegangscode, tag, afstandsbe-
diening en zender voor zorg- of medische
meldingen en een overvalalarm kunnen
hebben.