Symbolen op de batterij
De batterij mag niet worden
ondergedompeld.
De batterij mag niet worden
verbrand; gevaar voor explosie.
Stel de batterij niet gedurende
langere tijd bloot aan fel
zonlicht of temperaturen boven
45 °C.
Breng gebruikte batterijen
terug naar de verkoper of het
lokale inzamelpunt.
De accu moet worden
gerecycled volgens de geldende
voorschriften.
Afgedankte producten
moeten worden verwijderd in
overeenstemming met de van
toepassing zijnde voorschriften.
TECHNISCHE GEGEVENS
Maaigebied
Max. kanteling
Maaihoogte
Maaibreedte
Accu
Accucapaciteit
Gebruiksduur
Oplaadtijd
Spanning
Mulch-functie
Afmetingen
Geluidsdrukniveau, LpA
Geluidsvermogensniveau, LwA 54.5 dB(A), K=
3.85 dB
Gegarandeerd geluidsvermogensniveau
dB(A)
800 m²
35%
20–60 mm
180 mm
Li-Ion
5 Ah
3 uur
1,5 uur
20 V
Ja
57 x 37,5 x 23 cm
46.5 dB(A), K = 3 dB
55
Draag altijd gehoorbeschermers!
De opgegeven waarden voor trillingen
en geluid, die gemeten zijn met een
gestandaardiseerde testmethode, kunnen
worden gebruikt om verschillende
gereedschappen met elkaar te vergelijken
en een voorlopige inschatting te maken
van de blootstelling aan trillingen en
geluid. De meetwaarden zijn vastgesteld in
overeenstemming met ISO 11094:1991, EN ISO
3744:1995, EN ISO 3744:2010
WAARSCHUWING!
Het werkelijke trillings- en geluidsniveau
tijdens het gebruik van het gereedschap kan
verschillen van de opgegeven totaalwaarde,
afhankelijk van hoe het gereedschap wordt
gebruikt en welk materiaal er wordt bewerkt.
Bepaal daarom de veiligheidsmaatregelen
die nodig zijn om de gebruiker te beschermen
op basis van een schatting van de
blootstelling in reële bedrijfsomstandigheden
(waarbij rekening wordt gehouden met
alle onderdelen van de werkcyclus, zoals
het tijdstip waarop het gereedschap wordt
uitgeschakeld en wanneer het inactief is,
naast de opstarttijd).
BESCHRIJVING
Stille robotgrasmaaier met digitaal display
en regensensor. Inclusief laadstation,
begrenzingskabel, kabelbevestigingen en
negen messen.
INSTALLATIE
HET LAADSTATION INSTELLEN
BELANGRIJK!
•
Het laadstation moet op een vlakke en
horizontale ondergrond worden
geplaatst. Het station mag niet worden
geïnstalleerd op een helling of op een
ondergrond die de bodemplaat doet
doorbuigen.
NL
105