15.2.4.1 Configureren met WLAN-netwerkassistent
>
Selecteer de [Netwerkassistent] om deze te starten.
De netwerkassistent zoekt nu naar alle WLAN-netwerken binnen het bereik en geeft deze weer.
>
Selecteer vervolgens uw WLAN-netwerk.
Nu kunt u kiezen of u de WPS-functie wilt gebruiken of handmatig uw WLAN-wachtwoord wilt invoeren.
>
Als u de WPS-functie wilt gebruiken, start u deze eerst op uw router volgens de gebruiksaanwijzing en vervolgens
selecteert u [Toets indrukken] in de netwerkassistent.
Let op de vermeldingen op het display. Het verbindingsproces is meestal na enkele seconden voltooid en de WLAN-
verbinding kan nu worden gebruikt.
>
Als u uw WLAN-wachtwoord handmatig wilt invoeren of als uw router de WPS-functie niet ondersteunt, selecteert u
[WPS overslaan].
>
Voer vervolgens uw WLAN-wachtwoord in met behulp van het virtuele toetsenbord en bevestig door OK te selecteren.
Het ingevoerde wachtwoord wordt nu gecontroleerd. Dit proces is meestal na enkele seconden voltooid en de WLAN-
verbinding kan nu worden gebruikt.
15.2.4.2 Configureren met de WPS-functie
Hiermee wordt een directe verbinding met de router tot stand gebracht. Een selectie en/of invoer van een draadloos netwerk
(SSID) en wachtwoord is niet nodig.
>
Start de WPS-functie op uw router volgens de gebruikershandleiding daarvan.
>
Selecteer vervolgens [PBC WLAN instellen] om de verbindingsprocedure te starten.
Let op de vermeldingen op het display. Het verbindingsproces is meestal na enkele seconden voltooid en de WLAN-
verbinding kan nu worden gebruikt.
15.2.4.3 Handmatig configureren
>
Selecteer [Handmatige instellingen] en vervolgens [Draadloos] om de handmatige configuratie te starten.
146
146