Lijnbeëindigingen Instellen (Z); Configuratie Van De Toestellen; Ontsteking En Verificatie Voedingsspanning - urmet 2Voice 1083 Schnellanleitung

LIJNBEËINDIGINGEN INSTELLEN (Z)
Raadpleeg het vorige hoofdstuk om de lijnbeëindigingen Z juist in te stellen.
Standaardwaarden.
Alle intercoms verlaten de fabriek geconfi gureerd met de lijnbeëindiging ingeschakeld. Alle beugels verlaten
de fabriek met de lijnbeëindiging ingeschakeld.
Alle verdelers verlaten de fabriek geconfi gureerd met de lijnbeëindiging uitgeschakeld.
Alle kolominterfaces verlaten de fabriek met de lijnbeëindiging ingeschakeld (brug tussen klemmen Z
aanwezig).
Op sommige video-intercoms (b.v. 1750/1, 1750/5, 1750/6, 1750/15, 1750/16 en 1760/6) is de jumper om
de lijnbeëindiging (Z) in/uit te schakelen niet aanwezig.
Zo moet in het typische geval van een systeem met een oproeppost die rechtstreeks op de stroomvoorziening
is aangesloten en binnenposten die zijn aangesloten op de aftakking naar de verdieping op een kolom, de
afsluitjumper alleen op de laatste verdeler op AAN worden gezet.

CONFIGURATIE VAN DE TOESTELLEN

De confi guratie kan ook worden uitgevoerd wanneer het systeem niet onder spanning staat, door dip-
schakelaars op de buitenposten, binnenposten en kolominterfaces in te stellen.
Bijzondere aandacht moet worden besteed aan het instellen van codes voor de toestellen.
CONFIGURATIE VAN DE OPROEPPOSTEN
Afhankelijk van het gebruikte systeemtype is het noodzakelijk de oproepposten in het systeem eenduidig te
identifi ceren. De volgende uitleg heeft betrekking op de buitenpostknop van het model Sinthesi. Voor andere
soorten buitenposten zoals de Oproeppost Mod. Alpha of Oproepmodules, raadpleegt u de bijbehorende
gebruiksaanwijzingen.
ID: identifi catie van de buitenpost
Stel een getal in van 0 tot 3 als de buitenpost hoofddeeleenheid is of van 0 tot 31 als de buitenpost
secundair is, volgens de onderstaande fi guur.
• Er mogen geen 2 hoofdposten met dezelfde ID zijn; 2 secundaire posten met dezelfde ID maar verschillende
adressen (0 of 1) kunnen naast elkaar bestaan.
• De ID van de secundaire buitenpost moet overeenkomen met de kolom-ID die is ingesteld op de
systeemkolomverdeler 1083/53 of op de kolominterface 1083/50, indien aanwezig.
CONFIGURATIE VAN BINNENPOSTEN
De volgende uitleg heeft betrekking op de video-intercoms van Miro; voor andere intercomtoestellen
raadpleegt u de betreffende instructieboekjes.
CODE: gebruikerscode.
Stel een getal in van 0 tot 126 volgens de volgende regels:
• De kolom mag geen appartementen met dezelfde gebruikerscode bevatten.
• In geval van
gebruikerscodehebben.
• De gebruikerscodes in dezelfde kolom moeten opeenvolgend zijn.
DS1083-148
12
2
1
voeding van
2Voice-kolom
parallelle binnenposten
Beëindiging AAN
TC
in hetzelfde appartement, moeten zij dezelfde
39