›
Werken met het meldingenpaneel
Als u het meldingenpaneel wilt openen, tikt u in de
rechterbenedenhoek van het scherm. Als u het paneel wilt
verbergen, selecteert u
U kunt de huidige status van het apparaat weergeven en de
volgende opties gebruiken in het meldingenpaneel:
Wi-Fi : de Wi-Fi-functie in- of uitschakelen.
GPS : de GPS-functie in- of uitschakelen.
Melodie : de stille stand in- en uitschakelen. U kunt uw apparaat
dempen of het instellen op trillen in de stille stand.
Scherm-rotatie : toestaan of voorkomen dat de interface wordt
gedraaid wanneer u het apparaat draait.
Spaar-stand : de spaarstand in- of uitschakelen.
Melding : meldingenpictogrammen weergeven of verbergen.
Bluetooth : de Bluetooth-functie aan- en uitzetten.
Auto-stand : de autostand in- of uitschakelen.
Synchr. : automatische synchronisatie van applicaties activeren
of deactiveren.
Welke opties beschikbaar zijn, is afhankelijk van uw regio of
serviceprovider.
›
Items verplaatsen op het startscherm
Blijf een item aanraken en sleep het
naar een nieuwe locatie.
U kunt een item aan een nieuwe
map toevoegen of het naar een
nieuw paneel verplaatsen. Blijf het
item aanraken en sleep het naar
of .
.
Aan de slag
25
p. 80
p. 88
p. 86