Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig vóór de ingebruikname.
De lamp is voorzien van een infraroodsensor. De lamp schakelt in als aan twee voorwaarden is voldaan:
De sensor detecteert een 'thermische beweging' binnen het sensorbereik.
•
•
Het is voldoende donker.
Installatie
Zorg dat de hoofdstroom is uitgeschakeld voordat u met de installatie begint. Volg de onderstaande
stappen zorgvuldig. Bewaar de gebruiksaanwijzing.
Boor twee horizontale gaten (∅ 5 mm) in de muur met een hartafstand van 5 cm.
•
Steek pluggen in de geboorde gaten.
•
Steek inbusschroeven in de buitenste gaten van de kunststof montageplaat, naar buiten gericht.
•
Steek de aansluitkabel door de rubberen afdichting. Voer vervolgens de aansluitkabel van achteren
•
door de kunststof montageplaat en plaats de rubberen afdichting in het gat.
Bevestig de kunststof montageplaat met schroeven aan de in de muur geboorde gaten.
•
Sluit de kabel aan op de koppelingsklem. Bruin of zwart (fase) op bruin, blauw (neutraal) op blauw
•
en groen/geel (aarde) op groen/geel.
Klem de koppelingsklem tussen de zwarte pennen aan de binnenkant van de kunststof
•
montageplaat.
Hang de lamp op aan de schroeven en zet deze vast met de witte afdekmoeren.
•
Plaats een gloeilamp in de armatuur. Zorg dat het vermogen (W) niet hoger is dan de op het etiket
•
aangegeven maximale waarde.
Instelling
De sensor is voorzien van twee stelschroeven. De ene regelt hoe lang het licht aanblijft wanneer de lamp
wordt ingeschakeld, de andere regelt hoe donker het moet zijn (zodat het licht overdag niet aangaat als
iemand door het bereik van de sensor loopt).
Tijdsinstelling (klok). Wanneer iemand de lamp activeert door in het sensorbereik te lopen, zal de lamp
voor een ingestelde tijd branden. Het interval loopt van 10 seconden tot 7 minuten. Door de stelschroef
linksom te draaien, verkort u de brandtijd; rechtsom verlengt de brandtijd.
Lichtinstelling (zon en maan). Hier stelt u de helderheid in waarbij de sensor wordt geactiveerd. Door de
stelschroef rechtsom te draaien, wordt de sensor later geactiveerd (als het donkerder is); linksom
activeert de sensor vroeger (als het lichter is).
Sensorbereik
De sensor heeft een bereik van 120° tot 12 meter van de sensor. De sensor werkt het best als
sensorbereik zijlings wordt betreden. Als u recht op de sensor afloopt, kan het langer duren voordat de
sensor reageert.
De volgende omstandigheden kunnen ertoe leiden dat de verlichting niet naar tevredenheid functioneert:
Ventilatie, bijv. uitblazen van warme lucht, voorbijrijdende auto's, nabijgelegen bomen en struiken,
•
plotselinge temperatuurverschillen of harde wind, sterke elektromagnetische straling en schaduw.
NEDERLANDS
BESCHRIJVING
1. Sluitring
2. Rubberen afdichting
3. Kunststof montageplaat
4. Kruiskopschroef
AANWENDING
17