Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Kayoba 007637 Bedienungsanleitung Seite 83

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 46
Monteer een achteruitkijkspiegel op de
fiets om de kinderen tijdens het vervoer
in de gaten te houden.
Zorg ervoor dat de kinderen tijdens het
fietsen in de fietskar niet:
Schommelen.
Springen.
Naar buiten leunen.
Armen en/of benen strekken.
Zorg ervoor dat geen lichaamsdelen,
kleding, speelgoed en dergelijke in
contact komen met bewegende delen.
Laat kinderen nooit alleen achter.
Zorg ervoor dat kinderen niet:
Spelen met de fietskar.
Een deel van de fietskar dichtklapt/
uitklapt of demonteert.
De fietskar is niet geschikt voor joggen
of schaatsen.
Gebruik de fietskar niet op gladde
wegen.
Let op het weer en Let op
weersomstandigheden en risico's, zoals:
Koude wind bij lage temperaturen.
Oververhitting bij hoge temperaturen.
Verander niets aan de fietskar.
FIETSKAR TREKKEN
Fietser
1.
De fietser die de fietskar trekt moet ten
minste 18 jaar oud zijn en in goede fysieke
conditie verkeren.
2.
Overschrijd het maximaal toegelaten
totale gewicht voor kinderen en bagage
(45,4 kg) niet.
3.
Overschrijd de maximale toegelaten
snelheid niet:
13 km/h op rechte banen.
5 km/h in bochten.
4.
Houd er rekening mee dat de fietskar:
De fiets aanzienlijk langer maakt.
De fiets een aanzienlijk grotere
draaicirkel geeft.
Het moeilijker maakt om de fiets
onder controle te houden op
hellingen.
Verlengt de remafstand aanzienlijk.
5.
Rem ruim van tevoren.
6.
Fiets langzaam in bochten.
7.
Gebruik de fietskar alleen op vlakke
wegen zonder putten en steentjes.
8.
Fiets niet:
Over stoepranden
In diepe kuilen
"Off road" (van de weg af/bospaden
etc.)
9.
Houd er rekening mee dat de kap (12)
altijd dicht moet zijn tijdens het vervoer.
10. Zorg ervoor dat de reflectoren aan de
voor- en achterkant van de fietskar goed
zichtbaar en in goede staat zijn.
11. Voldoen aan de geldende wet- en
regelgeving met betrekking tot verlichting
en reflectoren.
12. De vlag (14) moet altijd op de fietskar
worden gemonteerd zodat ze beter
zichtbaar is in het verkeer.
Bij gebruik als kinderwagen
1.
Vouw de trekstang (18) in voor gebruik als
wandelwagen.
2.
Bevestig de trekstang aan de onderkant
van de fietskar.
3.
Rem altijd wanneer de fietskar geparkeerd
staat en wanneer kinderen in- en
uitklimmen.
NL
83

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis