Aansluitingen Op Het Achterpaneel - Behringer RHYTHM DESIGNER RD-8 Schnellstartanleitung

42
RHYTHM DESIGNER RD-8
RHYTHM DESIGNER RD-8 Bediening
(NL) Bediening

Aansluitingen op het achterpaneel

(60)
(65) (66) (67) (68) (69) (70) (71) (72) (73) (74) (75) (76) (77) (78) (79) (80) (81) (82) (83)
VERMOGEN – Sluit hier de meegeleverde PSU aan en schakel de
(60)
stroomschakelaar in om in te schakelen.
TELEFOONS – Koptelefoon aansluiten via 6,35 mm (¼") TRS-connector.
(61)
MONO – Hoofduitgang via 6,35 mm (¼") TRS-connector.
(62)
TERUGKEER – Sommeert audio post filterbus.
(63)
USB – Maak verbinding met een computer voor updates en
(64)
DAW-besturing.
MIDI IN – Om MIDI in te voeren vanaf een extern MIDI-apparaat zoals een
(65)
sequencer of DAW.
MIDI UIT – Uitvoer van MIDI-data naar een extern MIDI-apparaat.
(66)
MIDI THRU – Een directe uitvoer van de MIDI in om aan andere apparaten
(67)
te koppelen.
CH INDIVIDUELE UITGANG – Onevenwichtige output van de
(68)
gesloten hoed.
OH INDIVIDUELE UITGANG – Ongebalanceerde output van de Open Hat.
(69)
CY INDIVIDUELE OUTPUT – Ongebalanceerde output van het bekken.
(70)
CB INDIVIDUELE UITGANG – Ongebalanceerde output van de Cow Bell.
(71)
CP / MA INDIVIDUELE UITGANG – Ongebalanceerde output van de Hand
(72)
Clap of Maracas.
Software Updates
De RD-8-updater kan worden gedownload door naar www.musictribe.com te gaan. Volg de stappen die worden beschreven in de release-opmerkingen bij de update.
(61) (62) (63) (64) (84) (65) (66) (67) (68) (69) (70) (71) (72) (73) (74) (75) (76) (77) (78) (79) (80) (81) (82) (83)
RS / CL INDIVIDUELE UITGANG – Ongebalanceerde output van de Rim
(73)
Shot of Claves.
HT / HC INDIVIDUELE UITGANG – Ongebalanceerde output van de High
(74)
Tom of High Conga.
MT / MC INDIVIDUELE UITGANG – Ongebalanceerde output van de Mid
(75)
Tom of Mid Conga.
LT / LC INDIVIDUELE UITGANG – Ongebalanceerde output van de Low
(76)
Tom of Low Conga.
SD INDIVIDUELE UITGANG – Ongebalanceerde output van de snaredrum.
(77)
BD INDIVIDUELE UITGANG – Ongebalanceerde output van de basdrum.
(78)
TRIGGER UIT 1 – +5 v 1ms puls om externe apparaten te activeren.
(79)
TRIGGER UIT 2 – +5 v 1ms puls om externe apparaten te activeren.
(80)
TRIGGER UIT 3 – +5 v 1ms puls om externe apparaten te activeren.
(81)
INTIKKEN – SYNC naar extern apparaat dat klokinformatie verzendt.
(82)
UIT KLOKKEN – SYNC externe apparaten met de Rhythm Designer.
(83)
LAARS – Ga naar de opstartmodus voor software-updates
(84)