Problemen Oplossen - DeLonghi DDSX 220WFA Handbuch

7. ALARMEN WEERGEGEVEN OP HET DISPLAY
ALARM

8. PROBLEMEN OPLOSSEN

Hieronder volgt een lijst van mogelijke storingen.
Als het probleem niet aan de hand van de voorgestelde
oplossing kan worden verholpen, neem dan contact op met het
servicecentrum.
PROBLEEM
Het apparaat functioneert in de modus
ontvochtiging, maar het vochtigheidsni-
veau neemt niet af
OORZAAK
Tank (A6) ontbreekt of niet goed
geplaatst
Volle tank
Te lage omgevingstemperatuur (zie ope-
rationele grenzen in hfdst. "6. Technische
Specificaties")
De vochtigheid in de ruimte is te laag of
te hoog voor een correcte meting (zie
operationele grenzen in hfdst. "6. Techni-
sche Specificaties")
Defecte sonde
Wifi-interface functioneert niet naar
behoren
Na een vooraf ingesteld aantal gebruik-
suren, zal op het display het symbool
(C2) knipperen om aan te geven dat het
filter type HEPA (E12)* (A7) vervangen
moet worden.
OORZAAK
Het filter is verstopt
De temperatuur of de vochtigheid in de
ruimte is te laag
Het ingestelde niveau van relatieve voch-
tigheid is te hoog
OPLOSSING
Plaats de tank terug op de correcte positie (zie para-
graaf "3.1 Afvoer naar de tank")
Ledig de tank (zie paragraaf "3.1 Afvoer naar de
tank")
Verhoog de omgevingstemperatuur, indien mogelijk
Verplaats het apparaat naar een andere ruimte met
vochtigheids- en temperatuurniveaus binnen de
grenzen: neem contact op met het servicecentrum
indien het probleem aanhoudt.
Neem contact op met het servicecentrum
Schakel het apparaat uit en verwijder de stekker uit
het stopcontact. Wacht enkele minuten en steek de
stekker dan weer in het stopcontact: neem contact
op met het servicecentrum indien het probleem
aanhoudt.
Vervang het filter type HEPA (E12)* (zie par. "5.3 Het
filter type HEPA (E12)* vervangen").
Als het filter type HEPA (E12)* recentelijk is vervan-
gen, reset dan het alarm (zie par. "5.3 Het filter type
HEPA (E12)* vervangen")
OPLOSSING
Reinig het stoffilter (par. "5.2 Het stoffil-
ter reinigen") en controleer of het filter
type HEPA (E12)* vervangen moet wor-
den (zie par. "5.3).
Onder bepaalde omstandigheden zal het
apparaat niet ontvochtigen: controleer
de operationele grenzen van het appa-
raat (zie hfdst. "6. Technische Specifica-
ties"). In bepaalde gevallen wordt aan-
geraden om de te ontvochtigen ruimte te
verwarmen.
Stel een lager vochtigheidsniveau in (zie
par. "4.1 Modus ontvochtiging").
25