Inhaltsverzeichnis
Werbung
DESCRIZIONE DEL
IT
FUNZIONAMENTO
Se il veicolo viene superato da un
altro veicolo o si esegue un cambio
di corsia, con l'indicatore di direzione
inserito, si illumina il relativo display
o viene emesso un segnale acustico,
non appena il veicolo in avvicinamen-
to entra nel campo di rilevamento. Se
l'indicatore di direzione è disinserito,
la relativa direzione dell'indicatore
viene attivata sempre e solo come
avvertimento, se il veicolo si avvicina
ed entra nel campo di rilevamento.
40
Nota:
1. La distanza tra i sensori e gli og-
getti in movimento è di meno di
5 metri.
2. La velocità relativa tra il veicolo
e l'oggetto in movimento è di 40
km / h.
3. Se l'impianto lampeggia-
tore d'emergenza è attivato,
l'indicatore destro e sinistro
sono sempre attivati per avvisare
quando un veicolo si avvicina ed
entra nel campo di rilevamento.
4. Se il veicolo si sposta in retromar-
cia, il sistema è disattivato.
DESCRIPCIÓN DE
ES
LA FUNCIÓN
Cuando el vehículo es rebasado por
otro o se cambia de carril con la luz
intermitente activada, se ilumina el
indicador correspondiente y se emite
una señal acústica de advertencia el
momento en que ese vehículo que se
acerca entra en el área de captación.
Si la luz intermitente no está acti-
vada, la dirección correspondiente de
la indicación se enciende únicamente
como advertencia en el momento en
que el otro vehículo se acerca y entra
en el área de captación.
Nota:
1. La distancia entre los sensores y
los objetos en movimiento es de
menos de 5 metros.
2. La velocidad relativa entre el
vehículo y el objeto en movimiento
es <40 km/h.
3. Cuando las luces intermitentes de
advertencia están activadas, se
encienden siempre tanto el indi-
cador derecho como el izquierdo
para advertir de que un vehículo se
acerca y ha entrado en el área de
captación.
4. Cuando el vehículo circula hacia
atrás, el sistema está desactivado.
NL
FUNCTIEBESCHRIJVING
Als het voertuig door andere voer-
tuigen wordt ingehaald of er actief
van rijstrook wordt gewisseld, licht
het betreff ende display bij inge-
schakeld knipperlicht op en klinkt er
een waarschuwingssignaal, zodra
een naderend voertuig het regis-
tratiegebied binnenkomt. Als het
knipperlicht uitgeschakeld is, wordt
er aan de betreff ende kant alleen een
waarschuwing gegeven, als er een
voertuig nadert en het registratiege-
bied binnenkomt.
Let op:
1. De afstand tussen sensoren en
bewegende objecten bedraagt
minder dan 5 meter.
2. De relatieve snelheid tussen voer-
tuig en bewegend object bedraagt
< 40 km/u.
3. Als de alarmlichten zijn inge-
schakeld, wordt zowel het display
aan de rechterkant als dat aan de
linkerkant ingeschakeld, als er een
voertuig nadert en het registra-
tiegebied binnenkomt.
4. Als het voertuig achteruitrijdt, is
het systeem uitgeschakeld.
Quicklinks ausblenden:
Werbung
Inhaltsverzeichnis
