Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Elektrische Bedrading; Bedrading Voedingskabel; Types Regelkabels - Mitsubishi Electric PEFY-P20VMA-E Installationshandbuch

Air-conditioners indoor unit
Vorschau ausblenden Andere Handbücher für PEFY-P20VMA-E:
Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 13
Voorzichtig:
• Het inlaatkanaal moet ten minste 850 mm lang zijn.
Om de airconditioner en de luchtkoker aan te sluiten voor mogelijke gelijk-
schakeling.
• Draag beschermende handschoenen om verwonding door metalen randen te
voorkomen.
• Verbind de kast van de airconditioner met het kanaal, zodat hiertussen geen
statische ladingen kunnen ontstaan.
• Als u de luchtinlaat A direct aan de onderzijde van de kast bevestigt, zal dit
leiden tot een aanzienlijk hoger geluidsniveau. De afstand tussen inlaat A en
de kast moet daarom zo groot mogelijk zijn.
Wanneer u gebruik wilt maken van de inlaat aan de onderzijde, is extra voor-
zichtigheid geboden.

9. Elektrische bedrading

Voorzorgsmaatregelen bij elektrische bedrading
Waarschuwing:
Elektrisch werk moet door gekwalificeerde elektriciens gedaan worden in
overeenstemming met de van toepassing zijnde "Technische Normen voor
Elektrische Installatie" en de bijgeleverde installatie-instructies. Speciale cir-
cuits moeten ook gebruikt worden. Als een voedingscircuit te weinig capaci-
teit of een installatiedefect heeft, kan het een elektrische schok of brand
veroorzaken.
1. Zorg ervoor om een aardlekschakelaar in het voedingscircuit te installeren.
2. Monteer het apparaat zodanig dat geen van de regelcircuitkabels (afstandsbedie-
ning, transmissiekabels) in direct contact met de voedingskabel buiten het appa-
raat kan komen.
3. Zorg ervoor dat er op geen enkele kabelaansluiting speling zit.
4. Sommige kabels (voedings-, afstandsbedienings- en transmissiekabels) boven
het plafond kunnen door muizen doorgebeten worden. Gebruik voor bescherming
zoveel mogelijk metalen pijpen om kabels doorheen te trekken.
5. Verbind het netsnoer nooit met de voedingsleidingen voor de transmissiekabels.
Als u dit wel doet, begeven de kabels het.
<Tabel 1>
Systeemconfiguratie
Lengte transmissiekabel
Gebouwen voorbeeld
(voor lawaaibeoordeling)
Types transmissiekabel
Lengte
2. Afstandsbedieningskabels
Kabeltypes
Kabeldiameter
Lengte

9.1. Bedrading voedingskabel

• De voedingskabels van de apparatuur mogen niet lichter zijn dan de 245 IEC 57 of
227 IEC 57 norm.
• Bij installatie moet er een schakelaar met een contactafstand van ten minste 3 mm
tussen de polen worden opgenomen in het voedingscircuit van de airconditioning.
Dikte voedingskabel: meer dan 1,5 mm
[Fig. 9.1.1] (P.4)
A Schakelaar 16 A
C Binnenapparaat
D Totale stroomsterkte moet minder dan 16 A zijn
E Trekdoos
[Een stroombreker zonder zekering (NF) of een aardlekschakelaar (NV) selec-
teren]
Om een NF of een NV in plaats van een combinatie van een Klasse B zekering met
schakelaar te selecteren, moet u het volgende gebruiken:
• In het geval van een Klasse B zekering van 15 A of 20 A,
NF modelnaam (MITSUBISHI): NF30-CS (15 A) (20 A)
NV modelnaam (MITSUBISHI): NV30-CA (15 A) (20 A)
Gebruik een aardlekschakelaar met een gevoeligheid van maximaal 30 mA 0,1s.
46
Downloaded from
www.Manualslib.com
Woonhuis of alleenstaande win-
kel zonder lawaai
VCTF, VCTFK, CVV, CVS, VVR,
VVF, VCT of gepantserde CVVS
of CPEVS kabel.
MA-afstandbediening
Aderige mantelkabel (niet afgeschermd) CVV
2
0,3 – 1,25 mm
Maximaal 200 m
2
B Overstroombeveiliging 16 A
manuals search engine
• Gebruik voldoende thermisch isolatiemateriaal om condensvorming op de
kanaalflenzen en kanalen voor de uitlaat te voorkomen.
• Zorg dat de afstand tussen de gril van de inlaatopening en de ventilator mini-
maal 850 mm is.
Als deze afstand minder dan 850 mm is, plaats dan een beschermkap zodat
de ventilator niet aangeraakt kan worden.
• Leg geen signaaldraden onderaan de unit; zo wordt interferentie door elektri-
sche ruis voorkomen.
6. Zorg ervoor dat u de regelkabels aan het binnenapparaat, de afstandsbediening
en het buitenapparaat aansluit.
7. Aard het apparaat aan de kant van het buitenapparaat.
8. Selecteer regelkabels volgens de voorwaarden zoals op pagina 46 aangegeven.
Voorzichtig:
Zorg ervoor dat u het apparaat aan de kant van het buitenapparaat aardt. Sluit
de aardingskabel niet op een gas- of waterleiding, een bliksemafleider of een
aardingskabel voor de telefoon aan. Een niet goed geïnstalleerde aardingska-
bel kan elektrische schokken veroorzaken.

Types regelkabels

1. Bedrading van transmissiekabels
• Types transmissiekabels
Ontwerp de bedrading in overeenstemming met de hiernavolgende tabel <Tabel
1>.
• Kabeldiameter
Minimaal 1,25 mm
Voor een enkelvoudig koelsysteem
Maximaal 120 m
Gebouw, kliniek, ziekenhuis of communi-
catiestation zonder lawaai dat vermoede-
lijk ontwikkeld wordt door een
gelijkstroom/wisselstroom-omzetter, een
eigen stroomgenerator, medische uitrus-
ting met een hoge frequentie, radiocom-
municatie-uitrusting, enz.
Gepantserde CVVS of CPEVS kabel
Maximaal 120 m
2-Aderige mantelkabel (niet afgeschermd) CVV
2
0,3 – 1,25 mm
Voeg een gedeelte van meer dan 10 m bij tot binnen de langst toegestane trans-
missiekabellengte van 200 m. (Gepantserd gedeelte is meer dan 1,25 mm
Voorzichtig:
Gebruik niets anders dan de correcte capaciteitsverbreker en zekering. Het ge-
bruik van een zekering, kabel of koperdraad met een te grote capaciteit kan
een defect of brand veroorzaken.
2
Voor een meervoudig koelsysteem
Minimaal 120 m
Onafhankelijk van de lengte
Alle gebouwen
Maximaal 200 m
M-NET-afstandbediening
2
)

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Inhaltsverzeichnis